Aarzelend over de drempel van de galerie (deel 2)

speciale avond wla westergasfabriek

Een ongekend groot aantal lezers klikte op de link van de inleiding (deel 1) op deze post van vandaag. Kennelijk raakt het onderzoek van Denise Heijtel een snaar. Het lijkt erop dat veel lezers zich kunnen herkennen in een aantal uitspraken van beginnende kunstkopers die we aanhaalden. Galeries hebben te kampen met een ongunstige beeldvorming rond hun hoogdrempeligheid. Wij bespeuren zelf een kentering in de gastvrijheid en openheid van veel galeriehouders maar de drempelbeleving bij een jonge doelgroep lijkt nog niet al te florissant. Hoog tijd om Denise een aantal vragen voor te leggen.

Hoi Denise, hoe kwam je er toe om onderzoek te gaan doen naar ‘drempelverlaging voor jonge kunstkopers (25 t/m 45 jaar) in galeries met hedendaagse kunst’. Met welke probleemstelling ben je aan de gang gegaan?

In het laatste jaar van mijn studie Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie in Amsterdam liep ik stage bij Walls Gallery in Amsterdam (september 2012 t/m maart 2013). Deze galerie exposeert een dynamische mix van hedendaagse kunst van jonge talentvolle kunstenaars. Tijdens mijn stage viel mij op dat in de galeriesector de jonge galeriebezoeker in de minderheid was. Ik vroeg mij af hoe dit kwam en wat hen tegenhield een galerie binnen te stappen en een kunstwerk te kopen.

Heb je zelf ervaring als galeriebezoeker of als kunstkoper?

Voor mijn stage bij Walls Gallery bezocht ik vooral exposities in musea en heel af en toe in een galerie-expositie (dit was vooral met vakanties). Tijdens mijn stage is mijn interesse voor hedendaagse kunst vergroot en ben ik meer galeries en kunstbeurzen gaan bezoeken. Dit doe ik nu nog steeds en ik houd het expositieaanbod van verschillende galeries/beurzen via Facebook bij.

Ik heb zelf nog geen kunstwerk gekocht, alleen een zeefdruk gekregen, maar ik ben van plan dit in de toekomst wel te gaan doen. Ik heb ervaren dat een kunstwerk aan de muur mij een goed gevoel geeft, iedere dag kijk ik er met een andere blik naar.

Je hebt tijdens je studie stage gelopen in een galerie en zelf dus aan de andere kant van de drempel gestaan. Kun je daar iets over vertellen?
Tijdens mijn stage viel mij op dat voorbijgangers geregeld naar binnen keken, maar niet naar binnen kwamen. Vooraf in koudere periode als de galeriedeur gesloten was, was de drempel om naar binnen te stappen nog groter. Mensen hebben toch het idee dat je verstand van kunst moet hebben om een galerie binnen te stappen en dat even rond kijken niet mag.

Voor een galeriehouder/assistent lijkt het ons ook soms lastig om onderscheid te maken of een bezoeker vrijblijvend komt kijken, informatie wil, een praatje wil maken, een aankoop wil doen. Hoe ga je daar mee om zonder ongeïnteresseerd of juist al te eager te lijken? 

Iedere bezoeker kan een potentiële kunstkoper zijn. Het is belangrijk de bezoeker altijd te begroeten zodat zij het gevoel krijgt welkom te zijn en er ruimte is (als zij dat zelf willen) voor het stellen van vragen. Je ziet snel genoeg of de galeriebezoeker een kijker of een potentiële koper is.

_MG_8843©2013 Foto Johan Nieuwenhuize

Je hebt een groep van 36 beginnende KunstKopers geïnterviewd met een flinke vragenlijst over hun ervaringen met kunst en galeries. Wat vond jij de meest opvallende uitkomst?

Ik heb gevraagd welke associaties een galerie opgroept. Mij viel op dat de positieve associatie met een galerie (zoals verwondering, genieten, vakantie) minder is dan de neutrale en de negatieve. Mensen associëren een galerie nog vooral met hoogdrempelig, chique, arrogant, rustig, kil, duur en stilte. Deze hebben vooral betrekking op de galerieruimte en de galeriehouder zelf. Hier valt voor galeries nog winst te behalen.

Uit je onderzoek blijkt dat het voor onervaren galeriebezoekers soms lastig is te peilen waar je bent beland en wat de omgangsnorm is in de galerie. Kun je hier iets meer over vertellen?

Het kopen van kunst moet je leren. Ervaring hierin ontwikkel je door veel kunst te bekijken en te ontdekken wat jou aanspreekt. Een startpunt kan het bezoeken van een kunstbeurs zijn. Hier wordt een gevarieerd galerieaanbod gepresenteerd en kun je kennis maken met de sfeer van verschillende galeries. Een ander startpunt kan het lezen van interview met een kunstenaar in een krant/tijdschrift of op een website/blog zijn. Dit maakt de stap om naar een van deze galeries zelf te gaan, kleiner. Hierdoor stap je ook makkelijker binnen bij een onbekende galerie en op deze manier leer je de omgangsnormen kennen.

De galeriewereld is veelvormig en verscheiden, kun je een onderscheid maken in drempelvorming? Slagen sommige galeries er beter in dan andere om toegankelijk te zijn?

Mijn eigen ervaring bij het bezoek van galeries/beurzen is dat je als jonge bezoeker anders wordt bekeken en benaderd dan de oudere bezoeker (45-plussers). Blijkbaar wordt een snelle inschatting gemaakt van het budget wat je kunt besteden, waardoor aan mij minder aandacht wordt gegeven.

Gelukkig is dit niet bij alle galeries aan de orde, zij zijn toegankelijker en benaderen de jonge kunstkopers wel serieus.

_MG_8842©2013 Foto Johan Nieuwenhuize

Er zijn galeries die een heel eigen programma hebben dat zich richt op een select publiek van verzamelaars en professionals, de bezoeker merkt dit. Hoe kunnen deze galeries de spagaat maken tussen hun niche-programmering en laagdrempeligheid?

Een spagaat maken is niet altijd nodig. Daarvoor is hun aanbod soms te specifiek. Wat ik wel merkte dat deze, veelal duurdere en traditionele galeries, vaak minderwaardig doen naar goedkopere galeries die ook op een andere wijze kunst verkopen, zoals met een conceptstore, pop-up exposities of exposities op afwijkende locaties. Beide type galeries zijn nodig voor een gevarieerd en compleet galerieaanbod in Nederland. De galeriesector is immers een gelaagde wereld waarbij er voor iedere kunstkoper een niveau moet zijn om die wereld in te stappen. De traditionele galeries moeten zich hierbij realiseren dat de beginnende jonge kunstkoper zich doorontwikkelt en in de toekomst een potentiële klant voor hen kan zijn.

Je doet een aantal aanbevelingen in je onderzoek om laagdrempeligheid te creëren, zodat er ook voor de jonge kunstkopers een niveau is om in de gelaagde galeriewereld in te kunnen stappen. Kun je er een paar noemen?

De meeste kansen om jonge kunstkopers te bereiken zie ik via het internet. Het internet is voor veel jonge kunstkopers het medium om zich te oriënteren. Een galerie kan hier op inspelen door de omslag van fysiek naar online te maken. Allereerst is het belangrijk een up-to-date website te hebben die de mogelijkheid bied tot een online kunstaankoop. Ook is het gebruik van sociale media van belang. Ik zie dat steeds meer galeries hiermee actiever worden.

Een andere aanbeveling van mij is dat galeries de jonge kunstkoper actief opzoekt en buiten de bestaande kaders van de galerie gaat. Bijvoorbeeld door het organiseren van events die aansluiten op mode, design, muziek en actualiteit. Ook kunnen pop-up exposities worden georganiseerd via een samenwerking met festivals, hotels, restaurants of cafés.

Wordt het belang van het bereiken van een jong kunstkoperspubliek voldoende onderkend in de galeriewereld?

De jonge kunstkoper is een van de doelgroepen van de galeries. Niet iedere galerie realiseert zich voldoende, dat een beginnende kunstkoper zich doorontwikkelt in zijn kunstkopercarrière en dus ook een toekomstige klant kan zijn.

Je hebt ook een ervaren verzamelaar – Alexander Ramselaar – geïnterviewd over zijn kunstkoopcarrière en de gelaagde en gesloten kunstwereld. Welke uitspraken van hem zou je ons mee willen geven?

Alexander Ramselaar is ook in de leeftijd van jonge kunstkoper begonnen. Stap voor stap heeft hij zijn blikveld verbreed door bij meer galeries te gaan kijken en kennis op te bouwen over verschillende kunstenaars. Hij gaf aan dat hij alleen een kunstwerk aanschaft die hem persoonlijk raakt. Je koopt kunst met je hart, dat is het belangrijkste. Daarnaast moet je het ook durven om geld uit te geven aan kunst. Mensen geven wel makkelijk geld uit aan dure reizen of auto’s, maar zien een kunstaankoop als een luxe. Een kunstwerk is iets blijvends.

We Like Art @ Westergasfabriek 09 2014 Foto © Maarten TrompGaleries worden steeds veelvormiger, naast de klassieke galerieruimte met jaarlijks 7 a 8 tentoonstellingen ontstaan er huiskamergaleries, pop-up galeries die zich toeleggen op beurzen en events en online galeries/initiatieven. Wordt deze ontwikkeling als gunstig ervaren door jonge kunstkopers?

Deze ontwikkeling werkt positief om jonge kunstkopers meer in aanraking te brengen met kunst. Deze nieuwe initiatieven staan dichterbij de jonge kunstkopers en passen beter bij hun lifestyle. Ik denk dat kunst hierdoor voor hen laagdrempeliger wordt en de stap naar een echte galerie ook minder groot. Het heeft dus invloed op de gehele Nederlandse galeriesector.

Binnenkort is het Amsterdam Art Weekend, een weekend met een hele reeks van activiteiten in galeries. Is dat een goede instapmogelijkheid voor beginnende kunstkopers denk je?

Ik heb zelf nog niet Amsterdam Art Weekend bezocht, maar ik zie dat zij een gevarieerd programma aanbieden met verschillende kunstvormen. Het is een laagdrempelig evenement die voor de beginnende kunstkopers een goede instapmogelijkheid kan zijn, omdat kennis gemaakt kan worden met verschillende galeries/kunstenaars.

Denk je dat de bestaande online agenda’s over de programmering van galeries voldoende toegankelijk zijn voor beginnende kunstkopers?
Zie: 
Galeries.nlde AKKA ladder, Amsterdam Art Calender en Exhibitionist

Deze online kunstagenda’s zijn vooral gericht op de kunstkoper die al over de drempel heen is en zijn weg in de galeriewereld al kent. Een beginnende kunstkoper gaat pas op dit soort websites kijken als hij vertrouwd is met een galerie en behoefte heeft om meer kunst te zien en zijn kennis te vergroten.

Denise Heijtel

Denise Heijtel

  • Aarzelend over de drempel van de galerie (deel 1)

    Het blijft een hardnekkig beeld, de nurkse galerist met dwingend montuur alleen in een grote witte tentoonstellingsruimte – een figuur waar je mee moet dealen als je een galerie binnenstapt. Maar als je op pad gaat in de achteraf straatjes van de Pijp of de Jordaan, in Rotterdam, Den Haag een rondje maakt langs de galeries - dan valt juist op dat je steeds vaker gastvrij ontvangen wordt.

    Lees verder: Aarzelend over de drempel van de galerie (deel 1)