Zonder titel, 2011, inkt, gouache en potlood op papier, 40,5 x 31,5 cm
Er lijkt beweging in de tekeningen te zitten, en er gebeurt een hoop tegelijk. De uitdrukkingen zijn vaak verstild, afwezig, soms ook verontrustend. Het lijken menselijke types, maar ogenschijnlijk uit een totaal andere wereld.
Het recentere werk van Marijn Akkermans lijkt meer kleur te hebben. En in zijn schetsen en lijntekeningen valt nog eens extra op hoe zeer de hoek van waaruit de figuur je aankijkt een rol speelt in zijn werk. Daar willen we graag wat meer over weten ?.
De getoonde werken zijn allemaal beschikbaar in onze Shop.
Atelier 2014/2015
Hoi Marijn, super om jouw werk op onze site te laten zien. Juist nu het ook in Stedelijk Museum Schiedam te zien is tot en met 21 juni –kun je wat meer over de tentoonstelling vertellen en over welk werk van jou daar te zien is?
“De groepstentoonstelling (Anything but homeless. Tekeningen uit de NOG Collectie) toont een selectie werken uit de NOG collectie, die recentelijk in beheer is gekomen van het Stedelijk Museum Schiedam. De nadruk in de tentoonstelling ligt op werk op papier. Van mij worden er twee grote inkttekeningen getoond.”
Je bent opgenomen in het boek Thames & Hudson: Drawing people – Book about the human figure in contemporary art, dat afgelopen april uitkwam, wat een eer – hoe is dat gegaan?
“Soms is het niet helemaal te traceren, maar ik heb begrepen dat de auteur en samensteller mijn werk heeft leren kennen door een kunstverzamelaar.”
Inspireren andere kunstenaars die opgenomen zijn in het boek jou als kunstenaar?
“Er staan kunstenaars in die mij om verschillende redenen aanspreken, zoals Paul McCarthy, Louise Bourgeois en Kara Walker. Ook sommige (voor mij) nieuwe kunstenaars spreken me aan, al zijn een paar afbeeldingen dan slechts een kennismaking. Maar inspiratie zit hem niet alleen in de overeenkomst met anderen, maar ook daar waar die overeenkomst ontbreekt. Als je, zeg maar, ervaart wat je allemaal niet bent… Dat voelt soms sterker dan enige verwantschap.”
Zonder titel, 2011, inkt en potlood op papier, 40,5 x 30,5 cm
Er lijkt meer kleur te zijn (terug) gekomen in je werk, na veel zwart-witte werken de afgelopen jaren, klopt dat? Kun je ook iets zeggen over je materiaalgebruik?
“Ik heb een aantal jaren voornamelijk in inkt op papier gewerkt en dat werk was nagenoeg zwart/wit. Ik zie deze periode als mijn ‘interbellum periode’. De historische periode waaraan het refereert is niet vrij, maar gecontroleerd. Het is een soort gesandwichte periode, gevangen tussen twee grote gebeurtenissen in en beladen met een unheimische sfeer. Deze periode is vrij benauwend, maar heeft een hele eigen inhoud.
Inmiddels ben ik inderdaad verder gegaan in kleur en gemengde technieken. Dat geeft een opener karakter aan een tekening en een vrijere werkwijze. Het gaat samen met de voorstelling op een meer abstracte laag spelen. Het werk neigde eerder richting het humorloze te gaan, nu is er (weer) meer ruimte voor parodie, (zelf)spot en karikatuur. Daarnaast blijft het natuurlijk ook bloedserieus.”
Veel figuren in jouw werk zie je van onderaf als kijker, kijken ze op ons neer of zouden we naar ze op moeten kijken?
“Al in veel van mijn vroegste werken staan grote figuren waar we tegenop kijken. Ook de schaal van de tekeningen, die groter dan levensgroot is, draagt ertoe bij. Dat we tegen de figuren op kijken, laat een kinderlijk maar serieus verlangen zien naar een eenduidige held of heilige. Dit eigenlijk ridicule verlangen is misschien een restant uit de kindertijd dat door Hollywood, populaire media, commercie of dictaturen bij mensen gekweekt wordt en aangewakkerd. Tegelijk zijn de tekeningen als een parodie op dit verlangen, aangezien het (op zijn best) tegen beter weten in gaat.
Vroegere religieuze fresco’s en altaarstukken (zoals bijvoorbeeld Het offer van Isaak van Titiaan) zijn onder andere een inspiratiebron. Machtige opdrachtgevers van schilderijen met figuren die hoog boven ons uittorenen. Mensen en figuren die van een andere orde zijn dan wijzelf. Het speelt met het blinde vertrouwen dat mensen uiteindelijk geven en de afhankelijkheid die dat tot gevolg heeft.”
Zonder titel, 2011, inkt en kleurpotlood op papier, 40,9 x 31,5 cm
Sommige werken lijken heel verhalend, in andere werken is een figuur uitgelicht als een portret. Kun je meer vertellen over hoe je werk tot stand komt?
“Ik teken afwisselend naar foto’s en uit mijn hoofd. Van de gevonden foto’s gebruik ik de koppen van de gefotografeerde mensen en teken ik er een ander lichaam aan in een andere houding. Zo wordt een figuur vaak onherkenbaar onderdeel van een nieuw geheel (en soms gebruik ik helemaal geen foto’s). Deze werken zijn meestal meer verhalend van karakter – al is het verhalende niet het enige waar het mij om te doen is.
Ik heb ook een reeks aquarelportretten naar foto’s gemaakt, waarin de geportretteerde niet geheel uit context gerukt wordt, maar zichzelf blijft. Het portret op jullie website is naar een foto van Chris Kyle. Het portret vormt wel een onderdeel van een driedelige serie aquarellen, waaronder ook een portret valt van een 18-jarige non uit Tibet die zichzelf uit protest in brand heeft gestoken en een fictief portret.
De kleine werken op de website zijn ontstaan in een serie waarin ik heb gewerkt met een zelfgemaakt sjabloon.”
Adgredior II, 2013, aquarel en potlood op papier, 45,3 x 35,6 cm
Het portret van Chris Kyle (de ex-commando en schrijver van American Sniper), en de non uit Tibet zijn dus ook portretten van helden eigenlijk? Ben benieuwd hoe je tot de keuze van deze personen kwam.
“Naast het gegeven van ‘helden’ in mijn werk (het heeft eigenlijk meer te doen met de betekenis van het verlangen ernaar, dan de ‘held’ zelf) is er de dynamiek van onderlinge (machts)verhoudingen, zoals zoals bijvoorbeeld die tussen dader en slachtoffer. De rollen die we spelen, of op ons hebben genomen, zijn niet in beton gegoten. Die willen nog wel eens wisselen.
Het klopt dat de figuren in deze portretten, of dat wat wij van hun weten, aansluiten bij mijn interesses. Zij ‘speelden’ van elkaar uiteenlopende rollen, maar toch liggen die twee rollen verwarrend dicht bij elkaar.
Wat me ging interesseren in de portretten was hoe deze figuren zijn omgegaan met hun agressie, hoe ze dat hebben omgezet in moraal en daad. En wat is agressie eigenlijk? Daadkracht en handelen naar een geloof in iets? Wanhoop? Een sluipschutter en een non kunnen dan bijna niet verder uit elkaar liggen. Toch hebben ze beide voor een bepaald doel willen doden. Chris Kyle doodde anderen (en weer iemand anders doodde hem) en Tenzin Choezin doodde zichzelf. In Chris Kyle’s portret wilde ik zijn blik doorgronden; wat is er in zijn ogen te zien? Misschien toch iets van spijt? In Choezin’s portret zie ik een zachtaardig androgyn gezicht dat bijna niet te rijmen valt met haar daad.
Ik begeef me met dergelijke vragen over deze personen ook op glad ijs. Er is te veel wat ik niet van ze weet (van Kyle heb ik noch het boek gelezen, noch de film gezien) en misschien te veel wat ik van ze wens. Uiteindelijk zijn de vragen aquarellen geworden. That’s it.”
Zonder titel, 2011, eitempera en kleurpotlood op papier, 40,9 x 32 cm
Wat zijn je plannen voor het komende half jaar? Waar werk je momenteel aan?
“Deze zomer ben ik voornamelijk bezig met een decorontwerp voor de theatervoorstelling Know me van theatergroep BonteHond, een jeugdvoorstelling (12+) over Klaus Nomi. Het gaat in september in première. Hiervan kan ik nu niets te laten zien, het zit nog in de vroegste ontwerpfase zit. Maar wellicht is dit een leuke videolink: https://vimeo.com/121780904. Het is een soort trailer van de theatergroep, die een idee geeft van wat de voorstelling kan worden.”