Coen Vunderink, ‘Only dead fish go with the flow’ (2018), unieke werken op papier, 100 x 70 cm, prijs: € 500,-
Coen Vunderink maakte speciaal We Like Art 20 nieuwe werken op papier. In de flow van zijn laatste tentoonstelling Only dead fish go with the flow in Melklokaal Heerenveen ging hij voor ons aan de slag op groot formaat zwaar papier. Het resultaat, 20 grote werken op papier, is indrukwekkend. De werken zuigen je met hun diepe, fluweel-achtige zwarten in de compositie. De schuine lijnen en meer figuratieve elementen sturen je blik door het werk. Het lijken vroege fotogrammen waarbij positief en negatief stuivertje wisselen. De soms volgelopen vitragerasters geven prachtig fijnzinnige röntgen details.
Deze werken hebben dezelfde titel gekregen als zijn tentoonstelling. Voor Coen staat de titel niet zozeer voor tegendraads gedrag, maar heeft het veel meer te maken met alles wat hem bij het tegen de stroom ingaan juist verder brengt. Zoals roofvissen tegen de stroom inzwemmen omdat het voedsel, de prooi, hen dan tegemoet komt.
Zo ook met de vrije manier van werken van de kunstenaar. Als hij zijn vaste routines los laat, ontstaan er nieuwe dingen, en valt het hem toe. In onderstaand interview vertelt Coen over het maakproces – bewegend tussen alle werken op de ateliervloer – tegelijkertijd werkend aan meerdere vellen. We vroegen de kunstenaar naar zijn werk en atelierleven in de prachtige Biotoop van Haren (Groningen).
Wat een prachtig atelier heb je, kun je iets vertellen over de ruimte en deze locatie in Haren?
Dank je. Het complex waar ik mijn atelier heb heet de Biotoop. Het is het voormalig biologisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen, nu in beheer bij Carex. (leegstandsbeheer) We hebben werkvleugels en woonvleugels. Het bevalt mij heel goed om met andere kunstenaars en ondernemers samen in een pand te werken. De open dag die jaarlijks georganiseerd wordt in mei trekt wel 2.500 bezoekers.
Mijn atelier is een voormalig laboratorium lokaal. Ik heb alle tafels en dergelijke verwijderd, alsook het verlaagde systeemplafond. Wat overbleef is een mooie grote hoge studio met over de gehele breedte ramen met daglicht. In de ruimte heb ik in het midden een doorzichtige wand geplaatst zodat ik een ‘spuit’ cabine heb. In deze cabine maak ik het werk en in de andere ruimte hang ik het dan op om het te bekijken / af te kijken.
Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?
Vaak begin ik met mailtjes en dergelijke. Dan als dat klaar is bereidt ik een schilderssessie voor. Omdat ik ook met ei tempera werk kost het tijd om de verf aan te maken die ik ga gebruiken. Als dat klaar is start ik het schilderen in de cabine. Ik werk aan meerdere werken tegelijk zowel op doek als op papier. Meestal duurt de sessie ongeveer een uur. Daarna pauze, kijken wat ik heb gedaan en even naar buiten. Dan volgt er nog een sessie van een uur en begint het opruimen en schoonmaken. Het spuiten met de verfspuit en tempera kan wel maar vereist dat het iedere keer grondig schoongemaakt wordt.
Je werkt graag all-over, tot op de wand zijn patronen te zien. Experimenteren lijkt aan de basis te staan van je kunstenaarschap.
Ik houd van het ’toevallig’ ontstaan van schilderijen. Toen ik op de academie zat kwam ik erachter dat -terwijl ik erg mijn best deed goede schilderijen te maken- dat de plaat waar ik de verf op mengde vaak veel interessantere beelden opleverde dan het daadwerkelijke schilderij. In de cabine die ik nu tot mijn beschikking heb doet alles mee in het zoeken naar schilderkunst. De vloer, de wanden en uiteraard de werken. Omdat ik veel met sjablonen krijg ik automatisch restmateriaal. Het a4-tje wat ik gebruik om een blok in een schilderij af te dekken tijdens het overspuiten krijgt ook een patroon of kleur. Deze restjes gebruik ik weer in collages of andere werken.
Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?
Ik heb altijd veel verschillende dingen gedaan. Op de kunstacademie en de jaren daarna verontruste mij dat wel eens. Zo van wanneer vind ik mijn eigen stijl/geluid? Nu ik wat langer bezig ben kom ik er steeds meer achter dat experimenteren en verandering bij mij hoort en dat al die verschillende gedaantes die mijn werk aanneemt onderdeel zijn van mijn handschrift. Terugkijkend hoort het er allemaal bij.
Vitrage en spuitverf zijn belangrijk in jouw werk, is dit vanaf de Ateliers al onderdeel van je werk?
Toen ik op de Ateliers begon schilderde ik met olieverf grote ‘venster’ schilderijen. Ramen in met uitzicht op abstracte landschappen. Om stappen te zetten in deze manier van werken heb ik tijdens mijn periode in Amsterdam allerlei andere dingen gedaan. Onder andere heb ik grote sculpturen gemaakt.
Toen ik voor een nieuwe sculptuur gekleurde latjes nodig had legde ik de latten op een klaarliggend groot schildersdoek. Over de latten gooide ik wat jute (wapening van het gips) en spoot er met tempera overheen. De latten werden mooi gekleurd met een raster erop echter toen ik ze van het doek verwijderde was het eerste ‘spuit’ schilderij een feit. Wat er te zien was (overbleef) leek op luxaflex met een prachtig licht wat erdoorheen viel. Een nieuwe manier van vensters schilderen was geboren. Tot nu en dat is al weer zeven jaar werk ik voortbordurend op deze ontdekking.
Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk/nieuwe serie?
Vaak gaat een nieuwe serie gelijk op met het werken naar een tentoonstelling toe. Met de ruimte in gedachten bekijk ik hoeveel werken ik nodig heb en dan bestel ik de spielatten. Gedurende het werken naar de show maak ik veel foto’s en schrijf ik potentiële titels op. Dit is een dynamisch proces waarin van alles mag gebeuren. Uiteindelijk neem ik beslissingen en komt het naar de tentoonstelling toe tot een samenvatting.
Kun je iets vertellen over de serie van 20 werken op papier die je voor ons maakte.
Ik ben begonnen met de zwart-witte werken. Ik heb de werken tegelijk gemaakt – eigenlijk als een groot schilderij. De papieren vellen lagen op de grond van het atelier. Ik heb er verschillende sessies aan gewerkt en allerlei materialen gebruikt. Het zijn eigenlijk ‘palet’ werken. Ik deed een aantal ingrepen op de papieren en wat er gebeurde wat mij aanstond paste ik weer toe in nieuwe schilderijen waar ik mee aan het werk ben.
Ik probeer niet al te veel bewust toe te passen van wat ik weet maar meer onderzoekend te werken op zoek naar nieuwe verschijnselen binnen de werken. Alle achtergebleven sporen vertellen in elk vel een eigen verhaal en toch zijn ze alle familie van elkaar. De gekleurde werken zijn familie van een serie genaamd Paradise. Deze zijn gemaakt met een sjabloon (vitragegordijn) met palmbomen. De vlakken fungeren als vensters op een felkleurig landschap.
Hoe kwam je aan de titel van deze serie unieke werken – kun je daar iets over vertellen?
Mijn laatste solotentoonstelling in Melklokaal Heerenveen in april 2018 had als titel Only dead fish go with the flow. Uitgangspunt voor deze tentoonstelling was tegen regels en gewoontes – die door de jaren heen in mijn werk waren geslopen – in te gaan. Bij deze tentoonstelling is ook een publicatie verschenen met dezelfde titel. In het boek heb ik foto’s van mijn atelier, schilderijen en natuur/vis foto’s gecombineerd. Ik ben graag aan de waterkant en maak daar ook veel foto’s. De natuur en het water zijn absoluut een inspiratie.
We zijn heel blij met deze prachtige reeks van 20 unieke werken op papier. Je kunt de individuele werken hieronder bekijken (klik voor groot). Geef je favoriete werk aan ons door dan maken we je aankoop graag in orde. Mail ons. Of zie alle werken onder in de webshop.
Coen Vunderink, ‘Only dead fish go with the flow’ (2018), acrylverf op papier, 100 x 70 cm. Prijs: € 500,- | prijs ingelijst: € 700,-, ingelijst met Artglass: € 790,-
Coen Vunderink, multiple #1 (2018)