Over Marijn Akkermans

Marijn Akkermans maakt grote en kleine portretten, tekeningen met potlood, inkt en gouache op papier. In transparante grijzen weet hij een bijzondere, licht onbestemde, wereld op te roepen. Een wereld waarin het gaat om de geportretteerden die zich bewust lijken te zijn dat ze bekeken worden. Zoals in de klassieke filmscenes waar schilderijen bezield lijken. Je denkt aan comics, interbellumkunstenaars en ongemakkelijke archetypen, maar je wordt vooral geraakt en overtuigd door de raadselachtige figuren.

Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk? Start je met een idee, een verhaal of een beeld?
Ik werk vanuit een doorlopende stroom van ideeën. Voor mij is de crux dat wanneer ik aan een afzonderlijke tekening begin ik niet overbewust ben van een idee. Dat wat ergens in mijn hoofd resoneert wil ik eruit laten komen tijdens het werken aan de tekening, want dan ontstaan naast mijn eerste ideeën ook nieuwe mogelijkheden. Zo kunnen ideeën en betekenissen gaan schuiven.
Ik werk tegelijk aan meerdere tekeningen en deze beïnvloeden elkaar onderling.

Welke thema’s zijn belangrijk in jouw werk?
Ik houd er in principe niet van om te pinpointen wat ‘thema’s’ zijn in mijn werk, omdat een thema snel te recht omlijnd wordt. Het lukt me ook niet met thema’s te werken. Wanneer ik te concreet wordt in een onderwerp, dan loopt het werkproces vast.

Dus wanneer ik aan het werken ben denk ik niet in thema’s, maar dan denk ik in het ‘tekenen’. Ik heb een stuk papier voor me; een drager, met een oppervlak en een kader. Ik heb een kwast in de hand en verf, inkt en water op de werktafel. Een opkomend idee is niet cognitief omlijnd, iets dat meteen concreet uitgevoerd kan worden. Het wordt gevonden en gearticuleerd door middel van het tekenen. Is het tekenen zelf een thema te noemen…? De menselijke figuur is altijd een beeldmotief, maar het komt niet tot een resultaat en betekenis zonder het tekenen.

Dit gezegd hebbende zijn er natuurlijk bepaalde onderwerpen die me interesseren, die hebben vaak te maken met tegenstellingen als mannelijkheid/vrouwelijkheid, jeugd/ouderdom, heteroseksualiteit/homoseksualiteit, individuele/universele beleving, privé/publiek, realiteit/verbeelding. Hiervan is waarschijnlijk het belangrijkste dat het om onmogelijke tegenstellingen gaat. Voor zover je je motivaties echt kunt doorgronden, gaat het voor mij geloof ik vaak over een onoverbrugbare kloof, een tweedeling.

Waar ben je opgeleid?
Ik ben afgestudeerd aan de Hogeschool voor de Kunsten Arnhem aan de afdeling Vrije Kunst – nu ArtEZ. Daarna heb ik de Dutch Art Institute (DAI) afgerond.

Je hebt weleens verteld dat je inspiratie onder andere uit Hollywood en comics komt, kun hier iets over vertellen?
Hollywoodfilms gaan vaak uit van sterke tegenpolen en uitvergrote personages. Veel populaire comics doen het zelfde. Maar ook de meer extreme Men’s Adventure magazines die voor militairen in combat werden geprint. Ik las in mijn jeugd Buck Danny, een pilotenstrip die zich afspeelde tijdens de Koude Oorlog. Alle menselijke complexiteit opgedeeld in tegenpolen, in twee stukken. Misschien wordt de grote kloof tussenin de tegenpolen wel het best zichtbaar via diezelfde tegenpolen en clichés, en is dat hoe wij het kunnen bevatten.

Hoelang is voor jou een werk onaf? Want je werkt snel en langzaam tegelijk toch?
Meestal gaat het snel richting een eindresultaat, maar daar vertraagd het werken. Vaak leg ik het werk weg en pak het er later weer bij. Zodoende kan het een paar maanden duren voor het afgerond is. Ondertussen werk ik ook aan andere tekeningen. In die tijd beïnvloeden de tekeningen elkaar dus nog. Zo hebben de laatste tekeningen ook invloed op eerdere tekeningen in plaats van alleen andersom.

Is er voor jou zoiets als een gemiddelde werkdag – hoe ziet die er uit? Werk je eigenlijk graag met muziek of in stilte?
Een dag begint eerst met het uitlaten van Sprotje. Zij is de hond van mij en mijn vriend. Wanneer zij haar lichaamsbeweging en eten heeft gehad kan ik vrij aan het werk! En dan…Koffie. Daar begint het werken mee. Dan kijk ik door aantekeningen op mijn laptop, krabbels, notities, tekeningen waarmee ik bezig ben, pak ik er boeken bij of lees artikelen. Dat is een beetje als een monteur in een garage die aan een motor zit te sleutelen. Je kijkt even hier naar, drukt even op die knop, trekt even aan een slangetje, kijkt even naar de voorraad, checkt de olie en schroeft iets aan. En op een gegeven moment ben je volop aan het werk met het geheel van je werkplaats.

Wel of geen muziek, en welke, hangt meestal af van een stemming. Maar muziek is in mijn huidige atelier soms ook een keuze om de buitengeluiden niet te horen, want ik ervaar die vaak toch niet zo muzikaal als John Cage dat deed ( –;

Kun je voor ons je atelier omschrijven?
Ik heb een vrij ruim en licht atelier met grote dakramen. Het is een fijne werkplek.

Je hebt thuis werk van collega-kunstenaars zagen we, is dat een dagelijks genot? Hoe verhoud je je daarmee?
Sommige werken zijn van directe collegae / vrienden en dat maakt het ook persoonlijk dat ik werk van hen om mij heen heb. Ander werk is van kunstenaars die ik niet persoonlijk ken. En dat maakt het weer tot een andere ervaring. Minder persoonlijk en meer beschouwelijk.

De edities die je gemaakt hebt voor We Like Art komen uit een serie. Een gestalte kijkt door een soort tentdoek naar de kijker. Kun je hier iets over vertellen?
Ik heb in mijn tekeningen het platte vlak, het oppervlak van het papier, betrokken in het beeld – ik wil het oppervlak als realiteit zichtbaar maken. Zo ben ik ook uitdrukkelijker gaan werken met de grenzen van het papiervlak, het kader. Het is nog een modernistisch idee natuurlijk om de drager (het papier in mijn geval) niet slechts te verhullen met een illusie van een getekende voorstelling, maar om (tegelijk) die drager ook aanwezigheid te geven. Zeker papier is van alle fysieke dragers het minst fysiek.

Impressie van de ingelijste editie

Ik heb vaker in het papieroppervlak een fysieke snede gemaakt en daarin een papieren cut-out van een figuur geschoven. Maar in recente werken heb ik een opening in het oppervlak getekend. Een trompe l’oeil effect eigenlijk, of bedriegertje. Ik heb het vlak in tweeën gedeeld en de breuklijn tussen de twee vlakken trekt open als een te strak gespannen overhemd. In de openingen is een gezicht te zien, of een weggedraaid hoofd en een oorgat –  een gat in een gat. We kunnen niet vaststellen of wij van buiten naar binnen kijken, of dat we van binnen naar buiten kijken. We weten niet of we bekijken, of bekeken worden.

Tijdens het tekenen realiseerde ik me dat er in de vorm van de ‘opening’ gelijkenis ontstond met de vorm van de verschillende versies van Brancusi’s sculpturen ‘Vogel in de ruimte’. Dat roept associaties op met een fallus vorm. In het geval van mijn recente tekeningen (en de twee piëzografieën hiervan) vind ik dat komisch en interessant omdat het een paradox creëert. Een fallus is een concave mannelijke vorm, terwijl de tekening van de ‘opening’ een convexe vorm suggereert. En dus dat de getekende voorstelling niet het enige is dat deze tekeningen kunnen voorstellen.

Nu te zien t/m 23 juni: de tentoonstelling ‘Gender: a universal language’ in de Expoplu in Nijmegen.

Marijn Akkermans (1975) studeerde aan ARTez Arnhem en DAI, Aansluitend was hij deelnemer in een artist-in-residence programma van Schloss Ringenberg / Derik-Beagert Gesellschaft (Hamminkeln, Duitsland) in 2001.

Sindsdien is Akkermans’ werk internationaal te zien geweest in solotentoonstellingen in o.m. Schloss Ringenberg (Hamminkeln) , Galerie Karin Sachs (München), Galerie Rolf Hengesbach (Keulen), Galerie Gabriel Rolt (Amsterdam) en Kunstvereniging Diepenheim; en in groepstentoonstellingen in o.m. Kunsthalle Münster (Duitsland), GEM en Gemeentemuseum Den Haag, Zoya Museum (Modra, Slowakije), Landesmuseum Schloss Gottorf (Schleswig Holstein, Duitsland), Centraal Museum (Utrecht), Stedelijk Museum Schiedam, Nederlands Fotomuseum (Rotterdam) en Museum Boijmans van Beuningen (Rotterdam).

All About Drawing in het Stedelijk Museum Schiedam (2011). Foto: Gijsbert van der Wal

Hij heeft presentaties gehad op kunstbeurzen als Art Cologne, Art Brussels, Art Rotterdam, Art Amsterdam, ViennAfair, Art Moscow, Arco (Madrid), Volta (Bazel), Contemporary Istanbul, Next Art Fair (Chicago), The Armory Show (New York) en Art Basel.

Er is over zijn werk gepubliceerd in o.m. Kunstforum International, Mister Motley, Museumtijdschrift, Metropolis M, De Volkskrant, NRC, De Groene Amsterdammer, Süd-Deutsche Zeitung en Frankfurter Algemeine Zeitung. Ook is zijn werk opgenomen in verschillende boeken zoals ‘Drawing People’ door Thames & Hudson Publishing (Londen).

Zijn werk is opgenomen in de publieke collecties van o.m. Gemeentemuseum Den Haag, Stedelijk Museum Schiedam, Centraal Museum en Museum MORE; in bedrijfscollecties van ING, AkzoNobel, AEGON en Ministerie van Buitenlandse Zaken; en in (internationale) particuliere collecties zoals o.m. Collectie De Heus-Zomer, Otto L. Schaap, Collectie Carla & Hugo Brown en Michael Haas (Berlijn), en in privé collecties in België, Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Spanje en Zwitserland.

portret foto: KAMERICH & BUDWILOWITZ

Deel deze pagina