Over Rosemin Hendriks

Rosemin Hendriks werkt sinds haar studietijd aan De Ateliers in Amsterdam aan een oeuvre van portrettekeningen, opgebouwd uit klare lijnen, in zwart, wit en grijs. Vaak op monumentaal formaat.

Rosemin Hendriks (2013), houtskool, conté, pastel, 66,4 x 49,5 cm

Rosemin Hendriks werkt sinds haar studietijd aan De Ateliers in Amsterdam aan een oeuvre van portrettekeningen, opgebouwd uit klare lijnen, in zwart, wit en grijs. Vaak op monumentaal formaat. Michiel Morel scheef een prachtig stuk over haar werk, je leest het hier.

“In de regel zijn het zelfportretten, die zij volgens een vast stramien in nieuwe, krachtige personages omzet. Ze doen aan close-ups denken, die nadrukkelijk geen zelfportretten willen zijn, maar op zichzelf staan en daardoor qua sfeer en stemming een grote variëteit van uitdrukken bereiken.”

De portretten nodigen uit om de afgebeelde vrouw en haar uitstraling te bestuderen. Soms kwetsbaar met tedere blik, soms vorsend of juist meer met de blik naar binnen gericht. De vrouw in het portretten lijkt soms onderzoekend naar iets te luisteren, of juist te beamen van zelfbewustzijn. Het is een veelzijdig levenswerk met een constant vertrekpunt, het eigen gelaat van de kunstenaar.

 

Overzichtsfoto van Rosemin Hendriks in Museum More (foto: Dick Brouwers)

Rosemin Hendriks (Velp 1968) vertelt mooi en uitgebreid over haar werk in een interview op “De Wereld Werkt in Arnhem”. Klik vooral door voor het hele verhaal. Heel bijzonder om haar zorgvuldig geformuleerde uitspraken te lezen. Over haar werkproces en materiaal. Haar interesse in vorm, waarom ze telkens terugkeert naar haar eigen gezicht.

Hendriks over het voltooien van een tekening: “Dit roept doorgaans verslagenheid op. Op een gegeven moment heb je alle mogelijkheden van een tekening benut. Dat kun je nog rekken door de tekening als het ware tijdelijk open te breken zoals je de vloer van een huis openbreekt om aan de leidingen of het fundament te rommelen.

 

Rosemin Hendriks, 2013, houtskool, conté, pastel, 75 x 110 cm

Maar op een gegeven moment kan je er niet omheen dat het zover is. De tekening sluit zich en jij wordt eruit gegooid. Je bent niet meer nodig en het contact lijkt weg. Ik moet er door mijn omgeving aan herinnerd worden dat dat telkens gebeurt, maar zelf ben ik dat altijd weer vergeten als het zover is.”

 

Rosemin Hendriks (2015) houtskool, conté, pastel, 109,5 x 74,5 cm

Ook haar ‘kleinere’ tekeningen zijn vaak monumentaal in hun uitstraling. Er zijn talloze details waar je oog aan blijft hangen tegelijkertijd is de onderzoekende blik vanuit de tekening heel dwingend. De elegante grafische oplossingen van de getekende mond en ogen roepen een hele eigen wereld op.

 

Rosemin Hendriks (2002), houtskool, conté, 156 x 129 cm

We bezochten Rosemin in haar studio en vroegen haar naar haar werk en atelier.

Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?

Eerst maakte ik geen tekeningen, maar grote schilderijen. Want dat was wat ik wilde, een goede schilder worden. Ik zette de ondertekening op met houtskool op doek. Door daar anders naar te gaan kijken werd de ondertekening verzelfstandigd en verhuisde naar papier. Van daar uit zijn de tekeningen ontstaan.

 

Een vroeg werk op linnen van Rosemin Hendriks aan de wand van haar atelier.

Is het maken van een tekening voor jou een reis of meer een parcours van A naar B.

Eigenlijk allebei. Een aantal onderdelen liggen vast, als bij een parcours; maar het blijft een reis. Het portret is een raamwerk waarbinnen ik van alles tegenkom aan associaties. Ik laat me graag meenemen door de tekening.

 

Atelier Rosemin Hendriks

Hoe ziet je gemiddelde werkweek er uit?

Dat hangt er sterk van af hoe dichtbij de deadline is. Ik kan moeilijk beginnen en moeilijk stoppen.

 

Atelier Rosemin Hendriks

Kun je voor ons je atelier omschrijven?

Het is een ruim souterrain onder ons woonhuis. Het middelpunt is de plek voor mijn ‘ezel’, een grote plaat hout op een schoolbord gemonteerd zodat ik de tekening steeds op ooghoogte kan brengen. Rechts staat een tafeltje op wieltjes met daarop een grote hoeveelheid houtskool van verschillende dikte, potloden, puntenslijpers, push pins, gum zakjes en vooral veel wattenstaafjes.

Rechts een tafel met foto’s waarvan ik werk, vaak op karton geplakt. Ook ligt daar mijn werkschrift waarin ik de tijd, temperatuur, de muziek en waaraan ik werk noteer. Een enorme ladekast is een nieuwe aanwinst. Op een ander tafeltje binnen handbereik staat een muziekinstallatie, Vrijwel alles staat op wieltjes en kan bewegen.

 

Werk je graag met muziek of in stilte?

Ik werk altijd met muziek. Maar het fijnste moment is eigenlijk als ik de muziek heb uitgezet, in mijn werkschrift al heb genoteerd dat ik ga stoppen, en dan toch nog in stilte door werk, in reservetijd.

 

Rosemin Hendriks (2011), houtskool, potlood, pastelpotlood, 145 x 119 cm

Is je gezicht als vertrekpunt voor nieuw werk voor jou een blijvende inspiratiebron? Je maakt immers ook ander werk inmiddels?

Sinds 2001 teken ik af en toe dieren, maar ik kom steeds en graag weer terug bij het eigen gezicht terug. Het gezicht heeft wel een andere rol gekregen in de loop der tijd, meer een aanleiding, een manier om te ordenen.

 

Atelier Rosemin Hendriks

Je bent begonnen als jonge kunstenaar met een soort van ‘klare lijn’, nu maak je soms in de bijna vlinderachtige lippen of pupillen een grafisch statement – hoe zou je nu je lijn en tekenhand omschrijven?

Ik heb niet een mooi woord daarvoor maar ik merk wel dat het voller wordt. Vroeger was het vrij streng en kaal, nu mag er steeds meer.

 

Atelier Rosemin Hendriks

Wanneer is een werk voor jou af?

Het is zoals met een boek: als je leest wil je einde weten, en als je laatste bladzij gelezen hebt merk je plotseling dat je niets meer te kiezen hebt, het boek gooit je eruit. Nog een keer de laatste zin lezen draagt niet meer bij. Ergens iets verdrietigs.

Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

Ja, en dat is echt fijn om om me heen te hebben. Het worden een soort medereizigers. Wij hebben onder andere werk van mijn ouders (Marten Hendriks en Elli Slegten) en van mijn broer (Lieven Hendriks). We hebben een grote prent van lentebloesem van Alphons ter Avest, een ingeschilderde litho van jaargenote Tanyana Yassievich en een zeefdruk gekregen van Ad Gerritsen – omdat hij vond dat het jongetje dat er op staat iets met mijn zoon van doen had. De vliegtuigprent van Kees Goudzwaard, door mijn man mee naar zijn werk genomen, wordt zeer gemist. Ik zou nog veel meer willen hebben maar het huis is al best vol.

Deel deze pagina