Marieke Gelissen (Nijmegen, 1970) is in 2012 afgestudeerd aan de Rietveld Academie. Sindsdien is ze al op talloze plekken te zien geweest. Haar werk herken je meteen. Het gaat over verwondering, maar het heeft iets heel nuchters en lichamelijks tegelijk. Het gaat over fysieke handelingen die zij aangaat met objecten. Dat klinkt wat abstract, maar haar werk is juist heel aanstekelijk. Waar houd je lichaam op, waar begint de wereld? Het geconcentreerd bevoelen, betasten, aanraken van de dingen die ons omringen als het vertrekpunt van een mooi klein oeuvre van neutraal vastgelegde handelingen.
Marieke Gelissen, Something to hold (2018), linkerfoto
Wij zijn al jaren fan van het werk van Marieke en hebben op onze tentoonstellingen al meerdere video’s en foto’s getoond. We zijn heel blij dat we nu ook een speciale editie kunnen tonen van Marieke: het tweeluik Something to hold (2018). Een stereobeeld van een volmaakte houten bal in wording. Je voelt haast het gewicht en het oppervlak als je de foto’s ziet. En de moeite die het gekost moet hebben om uit een blok hout een kleine gladde Jupiter te maken. De korrelige zwart-wit fotografie op bariet-papier klopt helemaal bij de documentaire vastlegging van het werk.
Marieke Gelissen, Something to hold (2018), rechterfoto.
Ha Marieke kun je ons vertellen over dit nieuwe werk Something to hold?
Tot nu toe was mijn werk altijd vrij direct en snel. Soms zelfs impulsief. Ik merk dat mijn werk nu vertraagt. Dit nieuwe tweeluik is het meest langzame werk dat ik tot nu toe heb gemaakt. En eerlijk gezegd voelt dat erg goed.
Kun je tijd vastpakken? Kun je de tijd die door je vingers glipt, en waar je de vat op verliest, op enige manier weer vastgrijpen en toeëigenen? En kun je dat materialiseren?
Die vragen brachten me uiteindelijk naar een houtwerkplaats. Daar heb ik wekenlang gewerkt aan het snijden van een bol uit een stuk iepenhout. Fysiek werk was het. En in de kern ook een onmogelijke opgave, want een perfect ronde bol met de hand snijden is een illusie. Tijdrovend was het ook. Die traagheid had een functie, want met het verstrijken van de tijd veranderde ook de manier waarop ik mij tot het object verhield. Niet het resultaat, het object an sich, stond op de voorgrond, maar de relatie met het object. En dan worden andere dingen ineens heel belangrijk.
De omvang van het object, bijvoorbeeld, en hoe dat in je handen past. Het gewicht dat je voelt als je het object vasthoudt, en hoe dit mede bepaalt hóe je het vasthoudt. De structuur van het oppervlak, met de snijsporen van de beitel, die je voelt als je vingers er overheen glijden. Je neemt niet alleen het object waar, maar ook je eigen lichaam in relatie tot het object.
Op dit punt vond ik weer naadloos aansluiting bij mijn eerdere werken, waarbij ik het lichaam gebruik als instrument om de wereld waar te nemen, en me tot die wereld te verhouden.
Kun je voor ons je werkplek omschrijven?
Ik zit nu op een prachtige plek, midden in de stad, in een pand met allemaal andere beeldend kunstenaars. Ik ben de laatste tijd minder in het atelier; steeds vaker werk ik op locatie. Het liefst op een plek waar ik het werk ook kan exposeren. Dan kan ik de ruimte, en de eigenschappen van die ruimte, betrekken in het werk.
Hoe ziet je gemiddelde werkdag eruit?
Ik begin om een uur of negen. Als ik binnen kom begin ik het liefst meteen met iets maken of uitproberen. Koffie komt later wel. En regeldingen bewaar ik tot het eind van de dag, anders verzand je daar maar in. Ik vind het fijn om aan het eind van de dag alles weer op te ruimen. Niet omdat het per se moet, maar het is een soort afsluiting: terwijl de materialen waarmee ik gewerkt heb, nog een keer door m’n handen gaan, kan ik er in mijn hoofd nog mijn gedachten over laten gaan…
Welke thema’s zijn belangrijk in je werk?
Het lichaam als ‘t uitgelezen instrument om de wereld waar te nemen; dat is het belangrijkste uitgangspunt in mijn werk. Ik ben constant aan het onderzoeken wat de fysieke dimensie is bij het ervaren van de wereld, bij het begrijpen van die wereld en het omgaan met diezelfde wereld. Ik onderzoek mijn relatie met materialen en objecten, en de handelingen die daaruit voortkomen. En dan werk ik die handelingen verder uit en onderzoek ik hoe ze een eigen betekenis kunnen krijgen..
Waar ben je opgeleid?
Ik heb aan de Rietveld Academie gestudeerd. Daar ben ik in 2012 afgestudeerd.
Fragment van de video Small Change (full length 3’40), (2013), geluid aan!
Wat inspireert je?
Dagelijkse objecten. Dingen die je vastpakt zonder dat je erbij nadenkt. En handelingen van mensen. Vooral ook onbewuste handelingen, of routinematige handelingen. Tijdens een recente residencyperiode in Japan kwam ik in een noedelfabriek: dan zit daar een dame met een ritmische handeling de handgemaakte noedels bundelen. Prachtige beweging. Geweldig geluid. Gelukkig had ik een camera bij me en kon ik ‘t opnemen. Maar meestal sla ik het op in m’n hoofd. Dan komt het op een ander moment, in een aangepaste vorm, vaak weer terug in mijn werk.
Kun je iets vertellen over hoe je begint aan een nieuw werk. Start je met een idee, een verhaal of een beeld?
Vaak begin ik met een beeld, met een observatie van een handeling of beweging. Dat kan een handeling van mezelf zijn, of iets wat ik iemand anders heb zien doen. Of soms begin ik met een object of materiaal materiaal. Vanuit de verkenning met het materiaal komen dan weer nieuwe ontdekkingen, nieuwe associaties, nieuwe gedachten…. Aan het eindresultaat zie je vaak helemaal niet meer hoe het ooit begonnen is. Daar hebben zoveel gedachtestappen tussen gezeten…
Werk je graag met muziek of in stilte?
Liever stil.
Marieke Gelissen, Parallel Paper Tunnel, Zurich, 2014, inktjet print op truckzeil, 16 x 2,15 meter, gerealiseerd in samenwerking met Gert Jan van Rooij.
Met welk materiaal werk je graag?
Je zou kunnen zeggen dat m’n lichaam het belangrijkste materiaal is. Mijn handen vooral, omdat je daarmee de dingen vastpakt en voelt… In de media die ik gebruik wordt ik steeds vrijer. Bij mijn afstuderen werkte ik voornamelijk met fotografie en video. Nu kan mijn werk ook een live performance zijn, een geluidswerk, een object of een sculptuur. Dat ik die vrijheid neem, heeft ook te maken met het feit dat ik nu meer risico durf te nemen. Dat voelt goed.
Wanneer is een werk voor jou af?
Een werk is voor mij pas af als ik het getoond heb. De wijze van presenteren en de plek kunnen een wezenlijk onderdeel van het werk zijn. Bij mijn foto’s kan ik bijvoorbeeld nog lang bezig zijn met het vaststellen van het juiste formaat. Door dat uit te proberen, zie je wat er dan gebeurt, en wordt vaak snel duidelijk welke keuze klopt bij het werk: zo werd bij Stacking (een recente serie met kegelstapelingen) heel duidelijk dat de foto’s het ware formaat van de kegels moesten weergeven.
Marieke Gelissen, Study For Dripping
Heb je thuis werk van collega-kunstenaars?
Ik heb een mooi geschilderd paneeltje van Flore de Koning thuis. Ik zag het in de galerie hangen en heb het gewoon gekocht. Echt een impulsaankoop. Misschien is dat ook wel de beste manier om kunst te kopen: dat je er bij de eerste ontmoeting zo sterk op reageert dat je het graag wilt hebben, ook al weet je niet meteen waarom.
Marieke Gelissen, Something to hold (2018)
Laten we afsluiten met een mooi poëtisch werk dat je op verzoek bij klanten thuis installeert: Instant sculpture. Hoe gaat dat in zijn werk?
Kunst hoeft niet altijd iets te zijn wat je aan de muur kunt hangen. Het werk is in dit geval een actie, een handeling die ik verricht: ik kom naar je huis om een broodje in een van de stopcontacten te steken. Dat zachte witte puntje moet met een zekere directheid en lompheid erin worden gestoken. De fysieke handeling blijft achter in het vervormde broodje, soms zelfs met letterlijk de afdruk van de hand erin. Dit werk heb ik eerder uitgevoerd bij kunstenaarsinitiatief Autocenter in Berlijn, op de jubileumexpositie van de Rietveld Academie en bij We Like Art in de Westergasfabriek in 2014.