CategorieGeen categorie

  1. Een nieuwe serie van Thomas Elshuis

    Leave a Comment

    Thomas Elshuis onderzoekt letterlijk en figuurlijk de grenzen. Zijn archief beslaat bijna de hele wereld, elk continent, oneindig veel landen worden aangedaan. Tot vorig jaar creëerde Elshuis fotografische nieuwe beelden en werelden. Delen van dia’s blaast hij nieuw leven in, er ontstaan als het ware nieuwe herinneringen. Het lijken herkenbare plaatsen te zijn, bij iedereen komen persoonlijke herinneringen aan reizen, steden of landschappen naar boven.

    Recent is hij begonnen aan nieuwe serie werken met de titel Blind Spot & Traces. Met grafietstift tekent hij een dia uit het archief -gedeeltelijk- over op een houten paneel. Daarover heen worden abstracte half transparante vormen geschilderd. De tekening blijft zichtbaar, de verflaag zorgt voor een sluier. Zoals onze herinneringen vervagen, zo vraagt Elshuis zich af, ‘waar zitten onze blinde vlekken en welke sporen laten herinneringen na?

    Blindspot & Traces #10 (75 x 60 x 3 cm), graphite en acryl op hout (dia aan de achterzijde)

    Sandra Spijkerman schreef een mooie tekst over Blind Spot & Traces:

    Bijzonder is dat door het contrast tussen de geometrische (transparante) vormen en de zeer precieze en realistische grafiettekening, zowel je ogen als je geest heen en weer blijven gaan tussen abstracte ideeën en herkenbare werkelijkheid. Er ontstaat een soort dans in je hoofd. Een dans die een ervaring van een zekere schoonheid oplevert.”

    We vroegen Thomas naar zijn werk.

    Wat is de achtergrond van je werk?
    Mijn werk komt voort uit een dia-archief dat in de 60-er, 70-er en 80-er jaren bij elkaar is gefotografeerd, niet door mijzelf maar door iemand die ik wel goed gekend heb. Het dia-archief behoort tot de voltooid verleden tijd; de maker is niet meer, de bijbehorende verhalen worden niet meer verteld.

    Met mijn werk ontwikkel ik strategieën om me het oude dia-materiaal eigen te maken en het daarmee een nieuw leven in te blazen; Omdat de dia’s in feite afval zijn geworden is mijn werk een vorm van recyclen.

    De nieuwe serie in de studio van Thomas Elshuis

    Kun je iets meer vertellen over je nieuwe serie Blind Spot & Traces?
    Al 20 jaar hou ik me bezig met het dia-archief. Ongeveer de helft van de dia’s heb ik nu gedigitaliseerd. Zodra je een beeld digitaal hebt gemaakt is het als was in je handen en is de dia overbodig geworden.

    Omdat ik me had voorgenomen het archief te koesteren, is weggooien van de overbodige dia geen optie. Het houten paneel is een mooie vorm om die dia op te bergen. Voor ik dat doe heb ik nog 1 x zorgvuldig het beeld bekeken en getekend op het houten paneel; tekenen stelt je in staat om zeer nauwkeurig te kijken.

    De achterkant van het paneel met dia

    De figuratieve tekening is uit grillige zwarte lijnen opgebouwd. Daarna heb ik dan de behoefte om daar iets op radicale wijze  tegenover te stellen, een abstracte, geometrische, transparante vorm. De tekening en de schildering hebben niets met elkaar te maken en hoewel ze samen op dat paneel zitten liggen ze mentaal oneindig ver uit elkaar.

    Blindspot & Traces #01 (40 x 50 x 3 cm), graphite en acryl op hout (dia aan de achterzijde)

    De keuze om het beeld van een bepaalde dia te tekenen komt voort uit teken-technische interesse; een landschap vraagt om een andere benadering dan een portret of een boom. De tekening komt al doende tot stand en mislukt uiteraard ook wel eens. De schildering bereid ik voor in de computer zodat ik weet welke vorm en kleur ik wil.

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?
    Het start altijd met beelden; de dia’s uit het archief. Maar ik kies de dia waar ik dan ook al een idee bij heb. Het is dus een combinatie van beeld en idee dat het startpunt vormt voor een nieuw werk.

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?
    Ik ben meestal met verschillende werken tegelijkertijd bezig zodat de ontdekkingen in het ene werk weer van invloed zijn op het denken over de anderen.

    thomas-elshuis-studio-2

    Kun je voor ons je studio omschrijven?
    Een rechthoek van 4,5 x 6 meter. 3 Ramen op het noorden en 2 lichtkappen in het plafond. De werkruimte is met schuifdeuren gescheiden van de woonkamer.

    Kun je 3 ongewone items opnoemen in je studio?
    Een dia-viewer, een tafel dia-scherm en 2 röntgenfoto lichtbakken.

    Werk je graag met muziek of in stilte?
    Muziek vind ik belangrijk maar als ik werk is de stilte toch vaak het best.

    De nieuwe serie in de studio

    Met welk materiaal werk je graag – is kleurgebruik voor jou belangrijk?
    Papier, inkt, kunststof, kunstlicht, hout, grafiet, verf. Kleur speelt altijd een belangrijke rol.

    Waar streef je naar in je werk? Wanneer is een werk voor jou af?
    Ik probeer altijd nieuwe manieren te vinden om het dia-archief tot leven te brengen. En als zo’n manier naar mijn gevoel goed werkt dan maak ik een serie werken volgens dat principe: Travelogue, Floating Islands, Shifting Shadows, Looming Sceneries, en nu Blind Spot & Traces.

    Blindspot & Traces #10 (75x60x3 cm), graphite en acryl op hout (dia aan de achterzijde)

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?
    Ongeveer 20 kunstwerken heb ik geruild met collega’s of gekocht (vaak via We Like Art). De kunstwerken vertegenwoordigen thema’s of technieken waarmee ik me verwant voel of waarmee ik zelf bezig ben of zou willen zijn.

    Een aantal werken uit deze nieuwe reeks van Thomas Elshuis was te zien bij onze presentatie bij The Frozen Fountain.

    We hebben een reeks werken van Thomas Elshuis beschikbaar op de site – zie onder en hier zie je alle werken. Mail je ons als je het werk in het echt wil komen bekijken of als je interesse hebt in een groter werk? Ook sturen we je graag een PDF overzicht met alle beschikbare werken uit de reeks.

  2. ‘Diaspora’ van Dagmar van Weeghel

    Leave a Comment

    Dagmar van Weeghel tussen 3 werken uit haar Diaspora serie.

    In haar werk onderzoekt Dagmar van Weeghel de uitdagingen van het zijn van ‘de ander’, als immigrant vanuit Afrika in het Westen. Ze werkte tien jaar in een aantal Afrikaanse landen met lokale gemeenschappen aan foto- en filmprojecten in het kader van natuurbehoud. Terug in Nederland ervoer ze de worsteling van Afrikaanse immigranten in Europa.

     

    Dagmar van Weeghel, Diaspora, Penda (2017), 120 x 80 cm

    Vanaf 2015 is ze die problematiek in beeld gaan brengen met een serie fotoportretten. Voornamelijk van vrouwen die vanuit Afrika in Europa aan een nieuwe toekomst bouwen. Ze vraagt hen om voor haar te poseren en zij delen met haar hun bijzondere persoonlijke achtergrondverhalen. De veerkracht en power van deze vrouwen, die zij eerder ook tijdens haar werk in Afrika ervoer, zijn het eigenlijke onderwerp van de krachtige portretten.

    Dagmar van Weeghel (1974) studeerde aan de filmacademie in Amsterdam en werkte jarenlang in Afrika. Sinds een aantal jaren heeft ze zich helemaal toegelegd op fotografie. Ze werd genomineerd voor verschillende fotografie prijzen, waaronder de Lens Culture Award. Haar werk was onder andere te zien op het Fotofestival Naarden, Lagos Photo Festival, op Scope Basel en het Bogota Photo Festival. Wij lieten eerder werk van Dagmar van Weeghel zien tijdens onze Secret Postcard Show in de Westergas pop-up in 2017, en in onze stand afgelopen februari tijdens Art Rotterdam 2019.

    We vroegen Dagmar naar haar werk, haar achtergrond en de Diaspora-serie, en naar de editie die ze voor We Like Art maakte. Onder de Afrikaanse diaspora wordt de verspreiding verstaan van mensen uit Afrika over de hele wereld, die het gevolg was van de slavenhandel en, in post-koloniale tijden, door emigratie om economische en/of politieke redenen.

     

    Dagmar van Weeghel, Diaspora – Muna (2017), 120 x 80 cm

    Kun je ons iets meer vertellen over de achtergronden van je werk?
    Ik ben een verhalenverteller. Mijn verhalen gaan veelal over Afrika; de mensen, de historie van het continent en de relatie met het Westen. Jarenlang woonde en werkte ik in diverse Afrikaanse landen als natuurbehoud filmmaker. Mijn man komt uit Zimbabwe en mijn kinderen hebben een dubbele identiteit.

    Die dubbele identiteit en met name de positie en veerkracht van vrouwen in de geschiedenis en in het heden – dat is wat ik het liefst laat zien in mijn fotografie. Het leven in Afrika heeft mij gevormd en de mensen en ervaringen hebben mij veranderd.

     

    Dagmar van Weeghel, Diaspora

    Mijn foto’s hebben weliswaar een esthetische waarde maar daaronder zit een diepere laag. Ten eerste omdat ik echte mensen fotografeer en geen ‘modellen’. Ik vertel hun verhaal maar het werk gaat ook over mijn leven. Met iedereen bouw ik een zeer persoonlijk band op. En ik denk dat je dat voelt als kijker – de ziel, de verstilling, het wederzijdse begrip – een echte verbintenis tussen de geportretteerde en mij.

    Werk je alleen of met een team?
    Ik werk haast nooit met een crew. Dat leidt me alleen maar af. Daarnaast houd ik vaak alles in eigen hand: visie, de styling, de kleding, het licht et cetera. Ik vind authenticiteit heel belangrijk. Ik zoek en vind daarom overal in de wereld antieke kleding en stukken die het verhaal en vaak een geschiedenis mee vertellen. Die authenticiteit die voel je denk ik ook in mijn werk.

     

    Dagmar van Weeghel aan het werk in Lagos

    Kun je iets meer vertellen over de Diaspora serie?
    Ik verhuisde met mijn gezin naar Nederland en ik zag hoe lastig de overgang naar Nederland was voor mijn man. Het opbouwen van een nieuw leven zonder familie in een ander land is voor iedereen lastig, maar daarbij ook nog om moeten gaan met vooroordelen die bestaan over Afrika en Afrikaanse mensen – dat maakte het extra uitdagend.

    De soms onbewust vertekende, racistische blik van westerlingen verraste mij destijds compleet. Ik ging op onderzoek uit, dook de geschiedenis in en las onder andere ‘Oriëntalisme’ van Edgar Said.

    Daarnaast ontdekte ik dat andere Afrikaanse immigranten ook het gevoel hadden hier vaak niet voor vol te worden aangezien. Dat ze als ‘die ander’ worden weggezet in deze maatschappij. We hebben hier nog niet met z’n allen het westers denken en schrijven over andere culturen volledig kunnen dekoloniseren helaas.

     

    Diaspora – Chaila II (2019)

    Met Diaspora wil ik een ander – positiever – beeld neerzetten samen met Afrikaanse immigranten. Met deze serie willen we de kijker ‘verleiden’ en aansporen om stil te staan bij de stereotypen die bestaan over het continent Afrika en de mensen, om zo in elkaar – elkaars gelijke te vinden. Elk krachtig bijna koninklijk portret vertelt waar de persoon vandaan komt en hoe haar of zijn leven in Europa eruitziet.

     

    Diaspora – Chaila en Penda

    De portretten hebben een klassieke, bijna historische uitstraling, kun je daar iets meer over vertellen?
    Met de kleding en het licht in deze serie verwijs ik naar de oriëntaalse kunsten en specifiek naar de ‘realistische’ portretten van de Spaanse schilder Jose Tapiro y Baro (1836 – 1913). Hij woonde zijn halve leven in Tanger, Marokko en schilderde de mensen daar en het dagelijkse leven realistischer, naar waarheid.

    Zijn werken werden destijds niet erg gewaardeerd in het Westen, en zelfs niet gezien als oriëntaalse ‘kunst’. Te weinig aansprekend en te weinig fantasie vond men in Europa. In de 19e eeuwse oriëntaalse schilder werden vooral cliché fantasie onderwerpen als harems, slaven, odalisken, slangentovenaars, et cetera afgebeeld. Veel oriëntaalse schilders waren vaak zelfs nog nooit in het Oosten geweest.

     

    Fotofestival Naarden 2017

    De complexe relatie van Europa en Afrika en haar geschiedenis intrigeert me. Oriëntaalse kunst intrigeert me. Door de verstilling, schoonheid en esthetiek hoop ik dat ik de kijker kan aansporen om ook meer stil te staan bij het gedeelde verleden en het heden in relatie tot die ander.

    De serie is doorlopend, zodra ik iemand ontmoet met een mooi verhaal en krachtige blik op de toekomst, dan gaat het weer borrelen. Het is nooit gepland. Het eerste portret in deze serie was een portret van mijn man Adam in 2016.

     

    Dagmar van Weeghel, Diaspora – Adam (2017), 120 x 80 cm

    Je maakte een prachtige editie voor We Like Art, de titel is Diaspora – Chaila II.
    Het is een portret van de jonge vrouw Chaila, ze kwam helemaal alleen naar Europa vanuit de Republiek EquatoriaalGuinea. Ze is nu 23 jaar. Ze had een zware jeugd en het was een enorme beslissing om naar het Westen te gaan. Ze studeert nu en is mannequin in België. Ze is een heel bijzondere vrouw, ze zingt en danst het leven letterlijk tegemoet.

     

    Dagmar van Weeghel, Diaspora

     

    Mocht je interesse hebben in de andere grotere werken van Dagmar – laat het ons gerust weten, we sturen je graag een PDF met beschikbaar werk. Deze werken kunnen bovendien aangekocht worden met de KunstKoop van het Mondriaan Fonds. Mail naar: info@welikeart.nl

  3. HADASSAH EMMERICH – opgetrokken knieën, geplooide benen, billen en borsten

    Leave a Comment

     

    Obscene abstractie, zei iemand een keer tegen de kunstenaar. Dat is mooi gevonden bij haar werk, tenminste, met de toevoeging dat Emmerich altijd een schilderkunstige intimiteit op het oog heeft. Ze vraagt zich af: “hoe kan een schilderkunstige ruimte fysieke nabijheid en diepte oproepen; raken aan een idee van verlangen?”

     

    Hadassah Emmerich @ De Garage, Mechelen (foto: Hugard & Vanoverschelde)

    Haar werk gaat over exotisme, seksualiteit en het geijkte beeld van vrouwen in de reclame en in de kunst. Haar verstilde en gestileerde abstracties spelen een slim spel met ons als kijkers. Hadassah Emmerich deconstrueert en reconstrueert; ontleedt en voegt samen. Opgetrokken knieën, geplooide benen, billen en de ruimte ertussen kunnen zich gaan herhalen als zelfstandige fragmenten. Het worden sjablonen zoals in reclame en de Pop Art zoals we die zagen bij onder meer Tom Wesselman.

     

    Hadassah Emmerich @ De Garage, Mechelen (foto: Hugard & Vanoverschelde)

    Hadassah Emmerich (Heerlen, 1977) woont en werkt in Brussel. Haar werk is te zien geweest in talloze tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Haar werk is onder meer aangekocht door het Bonnefantenmuseum in Maastricht, Schunck Heerlen, Haags Gemeentemuseum, Fries Museum Leeuwarden, Museum Voorlinden in Wassenaar, Museum voor Moderne Kunst Arnhem en door de Rabobank kunstcollectie.

    We vroegen Hadassah naar haar werk, atelier en de reeks werken die ze voor We Like Art maakte.

    Kun je iets vertellen over je atelierruimte in Brussel? Hoe is het om in Brussel te werken?

    Ik huur sinds een paar jaar een ruim atelier in de wijk Sint Gillis, een voormalige dansstudio. Het is een industriële ruimte, die aansluit bij het fysieke en mechanische aspect van mijn werk. De grootste troef aan deze ruimte is dat ik er een monumentale muur heb van 8 meter breed x 4 meter hoog.

    Brussel is een stad die ik nog elke dag beter leer kennen, het eclectische en soms chaotische stadsbeeld vind ik visueel erg inspirerend. Ik ben er niet persé in mijn comfort zone en dat houd me op een positieve manier alert en op mijn quivive. Op kunstgebied gebeurt er veel, er is een breed circuit van projectruimtes tot grote internationale galerieën.

     

    Hadassah Emmerich in haar atelier (foto: Teri Romkey)

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag eruit?

    Ik werk vrij gedisciplineerd; meestal sta ik tegen 09:00 in het atelier, en werk door tot een uur of 17:00. In de avond werk ik thuis op de computer aan nieuwe ideeën voor mijn werk. In periodes met deadlines ga ik soms ook in de avond terug naar het atelier.

    Je werkt graag aan reeksen schilderijen die onderling verwant zijn. Kun je hier iets vertellen over dat seriematige werken?

    Voor een tentoonstelling of project ontwikkel ik eerst een inhoudelijk plan waarrond ik vervolgens de individuele werken begin te bedenken/ontwerpen. Niet alleen zijn de werken inhoudelijk verwant, in sommige series herhaal ik letterlijk hetzelfde motief in verschillende kleurstellingen. Het herhalen van een motief staat me daarbij toe dat ik aan de inhoudelijke thematiek een kleurenonderzoek kan koppelen. Ik vind het zeer interessant om een motief in bijvoorbeeld koele tinten naast eenzelfde werk in tropisch aandoende kleuren te plaatsen, en welke connotaties dit vervolgens opwekt.

     

    Hadassah Emmerich, COLD SHOULDER SERIES (2016), Museum Voorlinden

    Ook lijkt het alsof je je graag verhoudt tot een schilder als Leger, maar dan misschien meer abstract en met een erotische ondertoon?

    Inderdaad heb ik in recent werk middels visuele ‘quotes’ aan het werk van Leger gerefereerd. Zo heb ik in Cold Shoulder Series (2016) een referentie gemaakt naar Leger’s vrouwelijke haardossen die meestal bestaan uit een zwarte egale vorm met enkele highlights. Omdat Cold Shoulder Series een ‘exotische’ verpakking voor haarverf uit Curaçao als uitgangspunt heeft, vond ik de haardossen erg geschikt om te integreren.

     

    Een werk uit de Cold Shoulder Series, inkt, olieverf, oil stick en block print op linnen, 270 x 190 cm

    In mijn werk zijn de haardossen in verschillende tinten zwart herhaald, en de highlights versterkt tot een soort ‘tubelights’. Zoals ik eerder zei zit er een industriële kant aan mijn werk, en Leger’s manier van lichamen representeren, als een soort gestileerde ‘machines’, sluit daarbij aan. Het erotische aspect, dat voor mij inhoudelijk gerelateerd is aan het exotisme en pop art, wordt binnen mijn werk tot een soort subversief ornament.

     

    Futurist Females (2019), olieverf op linnen, 105 x 145 cm (foto:Hugard & Vanoverschelde)

    Hoe kwam je tot je bijzondere manier van werken met vinyl? En hoe gaat het precies in zijn werk?

    Druktechnieken, met name hoogdruk, heb ik vanaf het begin binnen mijn schilder- en tekenwerk geïntegreerd. Een aantal jaar geleden ben ik begonnen om schilderen en drukken samen te brengen binnen één beeld, waarbij het schilderen op/met sjablonen die ik vervolgens afdruk op doek, papier of de muur, steeds autonomer is geworden.

     

    Hadassah Emmerich @ Garage, Mechelen (foto:Hugard & Vanoverschelde)

    Sinds een paar jaar bouw ik mijn composities op voorhand op via de computer. Vervolgens zet ik deze compositie over op vinyl, zodat ik er sjablonen van kan snijden. Na het mengen van de kleuren –die ik voor het grootste deel ook al op voorhand bepaal- kan ik de sjablonen inrollen met verf en vervolgens afdrukken.

     

    Wandschildering Nederlandse Ambassade in Jakarta (foto: Carel de Groot)

    Afgelopen najaar werkte je aan een grote wandschildering in de Nederlandse Ambassade in Jakarta. Hoe heb je dit ervaren?

    Het was een fantastische ervaring! Zowel om voor een tijdje in Jakarta te zijn -een waanzinnige stad- maar ook om in een omgeving zoals een ambassade te werken, die een geheel eigen wereldje is.

    Daarnaast was het bijzonder om terug te komen op deze ambassade aangezien ik er 12 jaar geleden ook een monumentale wandschildering maakte, maar dan in het centrale trappenhuis. Deze schildering is er nog steeds, en het was een interessante uitdaging om te zien hoe mijn nieuwe werk de relatie met het oude werk zou aangaan. Op sommige plekken raken de schilderingen elkaar letterlijk, en daar zie je dat het werk ondanks het tijdsverschil toch bij elkaar aansluit.

     

    Hadassah Emmerich, Cross Legged IV

    Je maakte een prachtige editie voor We Like Art. Of eigenlijk 2 werken, een reeks boezems en een reeks die Cross Legged heet. Wat wil je over deze beelden kwijt?

    Deze werken sluiten aan bij mijn recente werk waarbij ik het vrouwelijk lichaam als ‘object’ centraal zet, en zijn in principe geen editie maar een serie monoprints – het motief is hetzelfde maar de uitwerking verschilt per werk. Met name wat betreft het representeren van het lichaam (of lichaamsdelen) levert dat interessante variaties op wat betreft huidskleur, textuur en licht/schaduw.

     

    Hadassah Emmerich, Boezem III

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk/nieuwe serie?

    Ik zoek op internet, in boeken of magazines naar interessante beelden van lichamen en lichaamshoudingen. Zo werkte ik in 2016 aan een serie schilderijen die het (vintage) fotoboek ‘Nus Exotiques’ van Paul Fachetti als uitgangspunt had. De (exotische) modellen waren allemaal in zwart wit gefotografeerd, met een sterk licht/donker contrast.

     

    Nuit Americaine, uit de tentoonstelling Contre-Jour in The White House Gallery (Lovenjoel, Belgie)

    De politiek incorrecte lading van deze beelden staat in sterk contrast met hun schoonheid en sensualiteit, en deze spanning vind ik interessant. Uiteindelijk heb ik de tentoonstelling waar ik deze werken toonde ‘Contre-Jour’ genoemd, zoals de gelijknamige belichtings-techniek. In plaats van ‘tegenlicht’ zou je dit ook kunnen vertalen met ‘tegen de dag’, hetgeen ik weer toepasselijk vind gezien de politiek incorrecte lading van deze beelden.

     

    Hadassah Emmerich @ De Garage, Mechelen (foto:Hugard & Vanoverschelde)

    Wanneer is een werk voor jou af en geslaagd?

    Omdat ik mijn werken voor een groot deel op voorhand bedenk en ontwerp, weet ik in principe wanneer het klaar is, namelijk wanneer ik mijn ontwerp succesvol heb kunnen omzetten in een versie van verf op doek/papier of de muur. Ondanks dat blijft het maakproces toch voor een deel onvoorspelbaar – de schaal blijkt anders uit te vallen dan ik dacht, of de verf gedraagt zich toch opeens anders dan eerst. Er blijven dus altijd verrassingen bestaan, die het uiteindelijke beeld ook meer leven geven.

     

    Hadassah Emmerich @ De Garage, Mechelen (foto:Hugard & Vanoverschelde)

    Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?

    Tot 26 mei is mijn solotentoonstelling The Great Ephemeral Skin te zien bij De Garage, Mechelen. Momenteel maak ik een nieuw groot werk voor The HISK Connection, een groepstentoonstelling in KANAL Brussels (opening 23 mei), en daarnaast is mijn werk binnenkort in een groepstentoonstelling bij Gerhard Hofland te zien, samengesteld door Koen Doodeman.

     

    Hadassah Emmerich, Boezem I, in lijst

    Speciaal voor We Like Art maakte Hadassah Emmerich een aantal unieke monoprints, ze zijn zeer scherp geprijsd. De multiples zijn allemaal anders qua kleurstelling en uitwerking, je kunt ze zien in onze webshop.

    • Legs Sideways I t/m V (2019), 30 x 21 cm, inkt en olieverf op papier, monoprint, UITVERKOCHT
    • Boezem I t/m IV (2019), 42 x 30 cm, inkt en olieverf op papier, monoprint, € 950

     

  4. ROSEMIN HENDRIKS – Unieke tekeningen en een nieuwe editie

    Leave a Comment

    Rosemin Hendriks (2013), houtskool, conté, pastel, 66,4 x 49,5 cm

    Rosemin Hendriks werkt sinds haar studietijd aan De Ateliers in Amsterdam aan een oeuvre van portrettekeningen, opgebouwd uit klare lijnen, in zwart, wit en grijs. Vaak op monumentaal formaat. Michiel Morel scheef een prachtig stuk over haar werk, je leest het hier.

    “In de regel zijn het zelfportretten, die zij volgens een vast stramien in nieuwe, krachtige personages omzet. Ze doen aan close-ups denken, die nadrukkelijk geen zelfportretten willen zijn, maar op zichzelf staan en daardoor qua sfeer en stemming een grote variëteit van uitdrukken bereiken.”

    De portretten nodigen uit om de afgebeelde vrouw en haar uitstraling te bestuderen. Soms kwetsbaar met tedere blik, soms vorsend of juist meer met de blik naar binnen gericht. De vrouw in het portretten lijkt soms onderzoekend naar iets te luisteren, of juist te zelfbewust te stralen. Het is een veelzijdig levenswerk met een constant vertrekpunt, het eigen gelaat van de kunstenaar.

    Overzichtsfoto van Rosemin Hendriks in Museum More (foto: Dick Brouwers)

    Rosemin Hendriks (Velp 1968) vertelt mooi en uitgebreid over haar werk in een interview op “De Wereld Werkt in Arnhem”. Klik vooral door voor het hele verhaal. Heel bijzonder om haar zorgvuldig geformuleerde uitspraken te lezen. Over haar werkproces en materiaal. Haar interesse in vorm, waarom ze telkens terugkeert naar haar eigen gezicht.

    Hendriks over het voltooien van een tekening: “Dit roept doorgaans verslagenheid op. Op een gegeven moment heb je alle mogelijkheden van een tekening benut. Dat kun je nog rekken door de tekening als het ware tijdelijk open te breken zoals je de vloer van een huis openbreekt om aan de leidingen of het fundament te rommelen.

    Rosemin Hendriks, 2013, houtskool, conté, pastel, 75 x 110 cm

    Maar op een gegeven moment kan je er niet omheen dat het zover is. De tekening sluit zich en jij wordt eruit gegooid. Je bent niet meer nodig en het contact lijkt weg. Ik moet er door mijn omgeving aan herinnerd worden dat dat telkens gebeurt, maar zelf ben ik dat altijd weer vergeten als het zover is.”

    Rosemin Hendriks (2015) houtskool, conté, pastel, 109,5 x 74,5 cm

    Ook haar ‘kleinere’ tekeningen zijn vaak monumentaal in hun uitstraling. Er zijn talloze details waar je oog aan blijft hangen tegelijkertijd is de onderzoekende blik vanuit de tekening heel dwingend. De elegante grafische oplossingen en abstracte elementen van de getekende mond en ogen roepen een hele eigen wereld op.

    Rosemin Hendriks (2002), houtskool, conté, 156 x 129 cm

    Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?

    Eerst maakte ik geen tekeningen, maar grote schilderijen. Want dat was wat ik wilde, een goede schilder worden. Ik zette de ondertekening op met houtskool op doek. Door daar anders naar te gaan kijken werd de ondertekening verzelfstandigd en verhuisde naar papier. Van daar uit zijn de tekeningen ontstaan.

    Een vroeg werk op linnen van Rosemin Hendriks aan de wand van haar atelier.

    Is het maken van een tekening voor jou een reis of meer een parcours van A naar B.

    Eigenlijk allebei. Een aantal onderdelen liggen vast, als bij een parcours; maar het blijft een reis. Het portret is een raamwerk waarbinnen ik van alles tegenkom aan associaties. Ik laat me graag meenemen door de tekening.

    Atelier Rosemin Hendriks

    Hoe ziet je gemiddelde werkweek er uit?

    Dat hangt er sterk van af hoe dichtbij de deadline is. Ik kan moeilijk beginnen en moeilijk stoppen.

    Atelier Rosemin Hendriks

    Kun je voor ons je atelier omschrijven?

    Het is een ruim souterrain onder ons woonhuis. Het middelpunt is de plek voor mijn ‘ezel’, een grote plaat hout op een schoolbord gemonteerd zodat ik de tekening steeds op ooghoogte kan brengen. Rechts staat een tafeltje op wieltjes met daarop een grote hoeveelheid houtskool van verschillende dikte, potloden, puntenslijpers, push pins, gum zakjes en vooral veel wattenstaafjes.

    Rechts een tafel met foto’s waarvan ik werk, vaak op karton geplakt. Ook ligt daar mijn werkschrift waarin ik de tijd, temperatuur, de muziek en waaraan ik werk noteer. Een enorme ladekast is een nieuwe aanwinst. Op een ander tafeltje binnen handbereik staat een muziekinstallatie, Vrijwel alles staat op wieltjes en kan bewegen.

    Portret Rosemin Hendriks

    Werk je graag met muziek of in stilte?

    Ik werk altijd met muziek. Maar het fijnste moment is eigenlijk als ik de muziek heb uitgezet, in mijn werkschrift al heb genoteerd dat ik ga stoppen, en dan toch nog in stilte door werk, in reservetijd.

    Rosemin Hendriks (2011), houtskool, potlood, pastelpotlood, 145 x 119 cm

    Is je gezicht als vertrekpunt voor nieuw werk voor jou een blijvende inspiratiebron? Je maakt immers ook ander werk inmiddels?

    Sinds 2001 teken ik af en toe dieren, maar ik kom steeds en graag weer terug bij het eigen gezicht terug. Het gezicht heeft wel een andere rol gekregen in de loop der tijd, meer een aanleiding, een manier om te ordenen.

    Atelier Rosemin Hendriks

    Je bent begonnen als jonge kunstenaar met een soort van ‘klare lijn’, nu maak je soms in de bijna vlinderachtige lippen of pupillen een grafisch statement – hoe zou je nu je lijn en tekenhand omschrijven?

    Ik heb niet een mooi woord daarvoor maar ik merk wel dat het voller wordt. Vroeger was het vrij streng en kaal, nu mag er steeds meer.

    Atelier Rosemin Hendriks

    Wanneer is een werk voor jou af?

    Het is zoals met een boek: als je leest wil je het einde weten, en als je laatste bladzij gelezen hebt merk je plotseling dat je niets meer te kiezen hebt, het boek gooit je eruit. Nog een keer de laatste zin lezen draagt niet meer bij. Ergens iets verdrietigs.

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Ja, en dat is echt fijn om om me heen te hebben. Het worden een soort medereizigers. Wij hebben onder andere werk van mijn ouders (Marten Hendriks en Elli Slegten) en van mijn broer (Lieven Hendriks). We hebben een grote prent van lentebloesem van Alphons ter Avest, een ingeschilderde litho van jaargenote Tanyana Yassievich en een zeefdruk gekregen van Ad Gerritsen – omdat hij vond dat het jongetje dat er op staat iets met mijn zoon van doen had. De vliegtuigprent van Kees Goudzwaard, door mijn man mee naar zijn werk genomen, wordt zeer gemist. Ik zou nog veel meer willen hebben maar het huis is al best vol.

    Speciale editie Rosemin Hendriks, Zonder titel (2019), piezografie op hahnemuhle papier, oplage 20

    Kun je iets vertellen over de speciale editie die je voor We Like Art maakte?

    Het is de derde versie van een tekening met zonnebril, die blijft trekken. Ik maak dagelijks foto’s van weerspiegelingen in water of glimmende auto’s. In deze tekening komen gezicht en reflectie samen. Je kijkt zowel door de bril heen als tegen de reflectie van de tl buizen aan. Deze versie heeft een gekleurde bril en dat vind ik goed werken. De krappe uitsnede heeft voor mij iets filmisch, ik associeer het met onderweg zijn.

    Editie Rosemin Hendriks in lijst

    Je kunt de speciale editie van Rosemin Hendriks bestellen in onze webshop. Wil je het werk in bovenstaande lijst? Dat kan ook via de webshop. We zijn heel blij dat we ook een reeks tekeningen uit verschillende jaren kunnen aanbieden. Dat is heel bijzonder aangezien haar tekeningen inmiddels in talloze collecties zijn opgenomen. De werken zijn ingelijst met Artglass en kunnen eventueel aangekocht worden met de KunstKoop van het Mondriaan Fonds, je betaalt dan in renteloos in termijnen af.

    Rosemin Hendriks, Museum More, foto: Michiel Morel

    Tekeningen van Rosemin Hendriks zijn opgenomen in tal van museale collecties (oa Stedelijk Museum, Museum Arnhem, Dordrechts Museum, Teylers Museum) en particuliere en bedrijfscollecties. Haar werk is in vele tentoonstellingen te zien geweest. In 2016 had ze een grote solotentoonstelling in Museum MORE in Gorssel.

     

    Productiehuis Plaatsmaken in Arnhem maakte dit mooie atelierportret van Rosemin Hendriks

  5. Nieuwe multiples van Lieven Hendriks!

    Leave a Comment

    Lieven Hendriks wil zich niet verliezen in het schilderen. Elk doek lijkt perfect volgens plan uitgevoerd van A naar B. In een interview zegt hij: “Een schilderij is goed wanneer de uitvoering van het idee bovenop het idee is komen te liggen en dat het schilderij daardoor klopt als een bus.” We toonden al eerder in onze tentoonstellingen werk van Lieven Hendriks, en bespraken zijn werk op ons blog (link).

    Speciaal voor We Like Art maakte Lieven drie multiples, we lieten ze zien onze stand op Art Rotterdam afgelopen februari. Het maken van een kleine reeks schilderijen is voor Hendriks een aantrekkelijke manier om een werk in oplage te maken. Een multiple is een serie werken waarin elk afzonderlijk werk tot dezelfde familie behoort, maar toch unieke kenmerken heeft. Het formaat en de ‘unieke oplage’ maakt het mogelijk om een schilderij voor een voordelige prijs aan te bieden.

    En dat is mooi want Lieven Hendriks heeft een fraaie staat van dienst. Zijn werk zit in de collecties van onder andere Museum Voorlinden, Wassenaar, Centraal Museum, Utrecht, Collectie de Groen, Arnhem, Konstmuseum Ystad, Sweden en het Dordrechts Museum. Zijn CV is een waslijst van indrukwekkende tentoonstellingen in binnen- en buitenland.

    Hoog tijd om Lieven Hendriks te vragen naar zijn atelierbestaan en specifiek naar de multiples.

    Waar ben je opgegroeid en opgeleid?
    Ik ben opgegroeid in de omgeving van Arnhem en heb de HKU in Utrecht gedaan. Na de HKU heb ik twee jaar op het postacademisch instituut De Ateliers gezeten in Amsterdam. Dit was een intensieve periode en heeft als een snelkookpan gewerkt. Op De Ateliers is echt de basis gelegd voor mijn werk.

    Welke thema’s zijn belangrijk in jouw werk?
    De grondgedachte van mijn werk gaat over de vooringenomenheid van het kijken. Over de relatie tussen wat we zien en wat we denken te zien; hoe perceptie volledig kan veranderen door context, ervaring of kennis. Ik ben geïnteresseerd in de kanteling van de blik.

    Biennale Gelderland

    Wat inspireert je?
    Hoe een beeld of een gebeurtenis zonder direct aanwijsbare reden op z’n plek kan vallen en persoonlijke betekenis kan krijgen. De suggestie van een reden en de verhalende kwaliteit van toevalligheden.

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk? 
    Nieuw werk ligt bijna altijd in het verlengde van bestaand werk. Meestal begint het met iets wat ik in mijn directe omgeving heb gezien en een bepaalde relatie aangaat met de schilderijen die ik al heb gemaakt.

    Werk van Lieven Hendriks in de collectie van Museum Voorlinden

    Zoals mijn blik het maken van schilderijen bepaalt, zo bepalen mijn schilderijen ook mijn blik. Het is een betekenisvolle interactie. Als ik een idee heb, probeer ik vanuit het gegeven een plan te bedenken; een draaiboek om het schilderij te maken.

    Ik zoek naar methodes totdat ik begrijp hoe ik het idee moet uitwerken. De werkzaamheden in mijn atelier bestaan voor een groot gedeelte uit het uitvinden van hoe ik het werk precies moet maken. Het is een kwestie van trial and error.

    Atelier Lieven Hendriks

    Hoe ziet je gemiddelde werkweek eruit?
    Ik heb een aantal vaste dagen in de week dat ik in mijn atelier werk. Maar omdat mijn schilderijen vaak zijn opgebouwd uit lagen en ik aan meerdere schilderijen tegelijkertijd werk loop ik zeker iedere dag in en uit om een onderlaag te schilderen of voorbereidend werk te doen voor de dag erna. Naast mijn werk in mijn atelier ben ik docent aan de HKU.

    Kun je voor ons je atelier/studio omschrijven? 
    Het is een geweldig atelier achter het huis; een vrijstaand pand dat ooit is gebouwd als werkplaats met een verdieping erbij voor opslag. Het heeft mooi bovenlicht en voldoet in alle opzichten aan wat een studio voor mij moet zijn.

    Lieven Hendriks, Looking Out #4 (2019), 45 x 55 cm

    Kun je 3 ongewone items opnoemen in je studio?
    Een witgeschilderd hoefijzer, een magneet en een versierde honkbalknuppel.

    Werk je graag met muziek of in stilte?
    Ik werk eigenlijk altijd met de radio aan of met muziek op. Op mijn studio playlist staat van alles, bijvoorbeeld Frank Black van de Pixies, LCD soundsystem, QOTSA, maar ook het laatste album van Adam Ant met de totaal onmogelijke titel: Adam Ant Is The Blueblack Hussar In Marrying The Gunner’s Daughter… echt een super album. Ik heb er veel naar geluisterd tijdens het maken van deze multiples. Nog een groot voordeel van mijn atelier, ik kan de muziek zo hard zetten als ik wil.

    Lieven Hendriks, portret door fotograaf Rowan de Beaufort

    Met welk materiaal werk je graag – is kleurgebruik voor jou belangrijk?
    Ik werk graag met Acryl; de snelle droogtijd brengt een bepaalde spanning met zich mee en de gesloten huid van de verf bevalt me. Er zit iets weerbarstigs in de eigenschappen van acryl wat naar mijn idee aansluit bij wat ik bij mijn schilderijen voor ogen heb. Vanzelfsprekend is het kleurgebruik van belang, hoe minimaal mijn kleurgebruik soms ook kan zijn; ook als ik zwart of wit gebruik is de nuance absoluut van belang.

    Lieven Hendriks, Brickwall (2019), 45 x 55 cm, 4 multiples

    Waar streef je naar in je werk? Wanneer is een werk voor jou af?
    Een werk is voltooid en geslaagd wanneer de uitvoering van het idee volledig samenvalt met het idee zelf en het er toch anders uitziet dan ik had bedacht. Het samenvallen van het feest der herkenning en de vreugde van de verrassing…

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?
    Ik heb graag werken om me heen van kunstenaars die ik goed vind. Het idee om werk te verzamelen van kunstenaars waarmee ik een verwantschap voel hoort voor mij bij mijn kunstenaarschap. Ik voel me erdoor gesteund. Veel werk heb ik geruild en soms koop ik een werk. Ook koop ik weleens werk van oud studenten die ik heb lesgegeven.

    Lieven Hendriks, Square Moon #2 (2019), multiple (klik op het beeld voor groot)

    Kun je iets vertellen over de verschillende multiples die je speciaal voor We Like Art maakte?
    De werken die ik voor We like Art heb gemaakt zijn kleine unieke series die spelen met het idee van een multiple. De werken binnen zo’n serie zijn aan elkaar gewaagd; ze zijn gebaseerd op hetzelfde idee en op dezelfde uitvoering of handeling, maar hebben toch ieder een eigen karakter. Ik vind het mooi om hiermee het handmatige en het toeval te bevragen.

    De serie Brickwall is een afgeleide van een reeks schilderijen die ik Murals noem waarbij ik de muur als vertrekpunt neem. De muur als drager, zowel voorgrond als achtergrond. Het zijn ultieme lege schilderijen gebaseerd op een ervaring die ik ooit had toen ik een schilderij in bruikleen kreeg van een collectioneur en waar, toen we het werk van zijn muur afhaalden, een ravage achter het schilderij tevoorschijn kwam; de muur was stukgeslagen en er waren veel te veel spijkers in de wand geslagen.

    Het kwam voort uit een ontroerend onhandige poging om het schilderij waterpas op te hangen. Ik vind het een spannend idee om schilderijen te maken die spelen met het idee dat ze datgene wat ze weergeven tegelijkertijd bedekken; een soort gefingeerde onzichtbaarheid.

    Lieven Hendriks, Brick Wall #2 (2019), multiple (klik op het beeld voor groot)

    Een intrigerend beeld zien we bij het werk Square Moon, waar kijken we naar?
    Op straat zag ik in het voorbijgaan hoe de reflectie van de zon exact samenviel met een abstract gouden logo op de achterkant van een blauw bestelbusje. Het grafische logo werd één met de reflectie en kreeg de betekenis van licht. Met het vermoeden dat hier onbedoeld iets bijzonders aan de hand was heb ik snel een foto gemaakt. Toen ik de foto later terugzag bleek dat het fotograferen zelf ook nog eens zichtbaar was door de schaduw van mijn hand. Alles bij elkaar vormt het een beeld van een magisch moment dat heel dicht bij allerlei gedachtes over mijn eigen werk lijkt te komen.

    Square Moon (2019), Full colour zeefdruk met acryl, gedrukt bij Plaatsmaken, Arnhem

    En Looking Out?

    Dit is een serie met een uitzicht; een venster met een focus op wolken.
    Ik heb schilderijen willen maken waarbij de weidsheid van luchten is ingekaderd alsof er vanuit een grot is gekeken. Het gaat over het spanningsveld waarbij de geschilderde wolk de uitdrukking van verf behoudt maar tegelijkertijd ook de beweging en de suggestie van massa en licht verbeeldt die net zo eigen is aan wolken als aan de schilderkunst zelf.

    Yellow Sun #3, oplage 3

    Deze geweldige schilderijen van Lieven Hendriks staan nu online, zie hieronder. We voegden nog een extra multiple toe, een reeks van 3 multiples, met de titel Yellow Sun (2019).
    Mail ons gerust voor meer informatie.

    Biennale Gelderland

     

  6. Nieuwe werken van Hans Broek

    Leave a Comment

    Hierna werkte hij onder meer aan een reeks werken geïnspireerd op de wereld van de film. Intense portretten en scenes ontleent aan klassieke (cult)films. En aan een serie stadslandschappen naar aanleiding van de black-out tijdens Hurricane Sandy in 2012. Ontregelende stadsdecors, de straten als duistere ravijnen tussen uitgedoofde wolkenkrabbers.

    Hans Broek, San Fernando Valley / Mulholland Drive (1997), 60 × 100. cm, Collectie Stedelijk Museum, Amsterdam

    We zijn heel blij dat we naast de We Like Art editie die we laatst met Hans Broek maakten (zie hier), ook een aantal andere werken van Hans Broek kunnen laten zien.

    In 1997 had de kunstenaar een tentoonstelling in Museum de Pont in Tilburg. Daar waren toen zijn Californische landschappen te zien. Wonende in Los Angeles abstraheerde hij de landschappen tot strakke stadsoverzichten, met contouren van heuvels, lichtjes en waanzinnig zinderende luchten.

    Hans Broek, Midcity (1999), zeefdruk 1 van 2AP, 120 x 120 cm

    Ben je als landschapsschilder nu op een andere manier betrokken bij je onderwerp vergeleken bij je vroegere Californische en Noord Atlantische landschappen?

    Armando schilderde ‘schuldige landschappen’: waarom deed die boom of die bosrand niets? In mijn geval schilder ik, waarom deed de zee niets, waarom deed de zon niets, waarom deed de wind niets, maar vooral, waarom deed ons hart niets. De onderwerpen van mijn schilderijen zijn beladen landschappen en architectuur. Het is een onderzoek naar de duistere kant van de identiteit van Nederland. Als ik aan mijn Californische (stads)landschappen denk, dan zie ik een connectie tussen de ‘middle class’ en slavernij.

    Tentoonstelling in De Pont 1997 (fotograaf: Henk Gerardts)

    Je werkt graag in series, je hebt jaren in Los Angeles en New York gewoond en gewerkt. Heeft elke locatie een specifiek effect op de series werken die je gemaakt hebt?

    Los Angeles was voor mij de plek van ‘less is more’, of zoals ik het soms noemde: reduceren tot het maximum. In New York bracht ik emotie en drama terug in mijn werk. In Afrika kwam mijn vroegere nonchalance, ‘the devil may care’, weer terug.

    Hans Broek, Colorado Boulevard (2004), collectie Dordrechts Museum

    In de periode vanaf 2005, wanneer Hans in New York woont is hij ook portretten en interieurs gaan schilderen. Het filmische, suspense thema blijft aanwezig in zijn schilderijen. Veel in zwart wit zet de kunstenaar een moment uit een film-klassieker stil. Het filmpersonage is zo vastgelegd, dat er een tijdsmoment ligt in het schilderij, wat ervoor en erna gebeurd is voelbaar.

    Hans Broek, Anita (2013-2014), olieverf op linnen, 51 x 68 cm

    Zie hieronder in de webshop de prachtige portretten op doek en de bijzondere en monumentale zeefdruk Midcity, het allerlaatste exemplaar van een verder volledig uitverkochte editie. Dit iconische beeld van Los Angeles zit in veel bijzondere collecties, onder andere bij De Pont in Tilburg.

     

    Hans Broek, The Princess / Death (2013-2014), olieverf op linnen, 56 x 51 cm

  7. Het Wij en het Ik van Cindy Moorman

    Leave a Comment

    Opgegroeid en grootgebracht in een hechte gemeenschap is voor Cindy Moorman de spanning tussen behoren en losstaan, tussen opgaan en loslaten, tussen het Ik en het Wij, een bekend gevoel. In haar onderzoek hiernaar vertaalt zij deze spanningen naar een geheel van performances, tekeningen, foto’s en lezingen.

    Moorman is opgeleid aan de Artez Arnhem en de Post Sint Joost Breda. Deze zijn te zien geweest in Museum Voorlinden in Wassenaar, Van Abbemuseum in Eindhoven, Museum voor Moderne Kunst in Arnhem en Stedelijk Bureau Amsterdam. Haar werk is opgenomen in diverse privé- en museale collecties.

    Performance op Amsterdam Art Fair

    In eerste instantie lijkt het werk van Cindy Moorman nogal abstract en misschien moeilijk toegankelijk. Maar als je eenmaal inzicht hebt in haar manier van denken en haar vormentaal, dan wordt er veel duidelijk.

    Zo zijn er zijn 8 onderwerpen die steeds terugkomen, aangegeven met elk een eigen kleur: blauw is het Ik, rood is de Ander (of de Anderen), en geel staat bijvoorbeeld voor de Constructies. Constructies staan weer voor de afspraken die er bestaan in een gemeenschap, dat kan bijvoorbeeld de kunstwereld zijn, maar ook een galerie of zelfs een zangkoor.

    We vroegen Cindy Moorman naar de achtergronden van haar werk.

    Kun je iets vertellen over waar je bent opgegroeid en hoe dat van invloed was op jouw werk?
    Ik ben opgegroeid op een plek waar elke bruiloft gevierd wordt in het zalencentrum, jaarlijks de koning en zijn koningin met de platte wagen worden opgehaald door de fanfare en twee bielemannen, elke jongen voetbalt en elk meisje handbalt.

    Hier ligt de basis van mijn fascinatie voor de heen en weer beweging tussen wat ik het Ik en het Wij noem.

    Land Art Live, Noordoostpolder

    En er zijn veel overeenkomsten te vinden tussen aspecten van mijn werk en strategieën die in groepen en gemeenschappen worden toegepast. Bijvoorbeeld: de strakke scenario’s waar je je aan over moet geven als je er deel vanuit wilt maken. Zo maakte ik een performance voor Land Art Live. Midden in het geordende landschap van de Noordoostpolder zaten 64 mensen met een paarse cape aan op een tribune. De 32 zangers zongen acht minuten lang een vierstemmig akkoord te midden van de 32 aanwezigen.

     

    Hoe vond je in jouw werk je eigen geluid?

    Twee jaar geleden besloot ik al mijn schets- en aantekeningenschriften sinds de kunstacademie te herlezen. Ik was mij er destijds al van bewust dat het onderwerp van mijn onderzoek geworteld is in mijn fascinatie voor menselijke verhoudingen en sociale constructies. En dat deze thematiek als een heldere rode draad door mijn werk loopt.

    Een nogal confronterende ontdekking was dat ik mezelf in de loop der jaren soms letterlijk citeer.

    Voorbij de eerste schok ben ik deze uitspraken gaan verzamelen en op onderwerp gaan ordenen. Dit resulteerde in acht onderwerpen die op de één of andere manier altijd een rol spelen in mijn onderzoek: het Gegevene, het Men, het Ik, de Ander(en), de Constructies, de Objecten, het Vlak en het Wij.

     

     

    Je hebt een model gemaakt waarin je werk heel mooi samenkomt, kun je daar iets meer over vertellen?

    Het model verbindt deze acht onderwerpen met elkaar en maakt de onderlinge verhoudingen zichtbaar.
 De onderwerpen hebben alle acht ook een eigen kleur gekregen. Vandaar dus ook de paarse capes van de zangers en deelnemers in Land Art Live; zij vertegenwoordigen het Wij.

    Het gaat zelfs zo ver dat ik de acht kleuren in alle verfsoorten gelijk heb weten te trekken. Dus de kleur blauw die ik gebruik is altijd dezelfde kleur blauw. Of ik nu gouache, acryl of lakverf gebruik. Als ik de vaak uiteenlopende werken nu samen presenteer, gaan ze meteen al visueel een relatie aan.

     

    Dapiran Art Project Space, Utrecht, Position(s) – solo (2016)

    Kun je ons iets meer vertellen over hoe je begint aan een nieuw werk?
    Een nieuw werk begint met verzamelen. Verzamelen van beeld, tekst, objecten en informatie over de setting waarvoor ik nieuw werk maak. De ruimte, de mensen, het scenario, het onderwerp, mijn werk, mijn fascinatie. Wat is er allemaal gegeven en hoe verhoudt zich dat tot mijn werk? De verzameling die hieruit ontstaat is de basis voor het werk.

     

     

    Neem mijn werk op de Amsterdam Art Fair een paar jaar geleden. Gegeven was: de stand (de afmetingen, de plek, de plattegrond), de bezoekers (zoals de beweging van de beursbezoekers), mijn fascinatie (kijken en bekeken worden), de acht onderwerpen (in dit geval met name de verhouding tussen het Ik en de Ander). Aan de hand van een eerste verzameling besluit ik dat het me gaat om de verhouding tussen het Ik en de Ander(en): kijken en bekeken worden. Ik verzamel verder en spits mijn onderzoek hierop toe. En langzaam ontstaat het scenario voor de performance in de stand.

     

    Artforever.nl maakte een korte documentaire waarin Cindy Moorman in haar atelier geïnterviewd wordt over de totstandkoming van haar werk voor Amsterdam Art Fair.

     

    Performance Amsterdam Art Fair

    Zie je je werk als losse werken of meer als een reeks?
    Geen van beide. Ik zie het geheel van mijn werk als hét werk. Een samenspel tussen de performances, objecten en lezingen. Met elk nieuw werk groeit het geheel: het Wij van mijn werk waarin ieder individueel werk een relevante rol speelt. Zoals de hoofdstukken van een boek samen één verhaal vertellen.

    De performances vormen sinds 2007 veelal de hoofdrol. Met de performances creëer ik een scène waarin het publiek net zo goed een performer is als de performer publiek en waarbij als het ware het dilemma van de menselijke posities wordt gedramatiseerd en uitgespeeld.

    Maar een performance staat nooit op zichzelf. De objecten – schilderijen, tekeningen, video’s, foto’s, om er een paar te noemen – en lezingen zijn als het ware als een ‘souvenir’ die je terug van een vakantie meeneemt. Ze verwijzen naar een ervaring of idee en zijn een middel voor reflectie op de scene.

    Welke plek neemt je atelier in jouw werk in?

    Zelfs in mijn werkwijze speelt de heen en weer beweging tussen het Ik en de Ander een belangrijke rol. Het atelier is waar ik in stilte alleen kan werken: reflecteren, lezen, schrijven, tekenen, schilderen, maar ook de boekhouding doe. Met muren vol met beeld en tekst, tafels vol met tekeningen, verf, houtskool óf de tafels vol met boeken.

     

    foto: Najiba Brakkee

    Maar een groot deel van mijn werk vindt zich juist buiten mijn atelier plaats. Mijn performances zijn vaak grote producties die tot stand komen op locatie en in samenwerking met diverse betrokkenen. Bijvoorbeeld de vijf groepen, in totaal 110 performers voor de performance in het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Voorafgaand aan de performance repeteer ik dan met hen in hun eigen verenigingsgebouw.

    Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (2013)

    Wat zijn je plannen voor de komende tijd?
    In mijn hoofd groeit een solotentoonstelling waarin de bezoeker als het ware in het geheel van mijn werk kan stappen. Een groot levendig geheel, waarin elk losstaand werk een relevante rol speelt. Dus als ik nu aan een individueel werk bezig ben zoom ik enerzijds met alle aandacht in op dat werk, maar observeer ik tegelijkertijd de plek van dat werk in het geheel van mijn werk.

    Een balans tussen zorgvuldig geproduceerde werken en het werken aan een eigenzinnig geheel en een continu inzoomen en uitzoomen dat is wezenlijk voor mij en mijn werk.
 Het Mondriaan Fonds steunt het onderzoek de komende jaren, en ook zijn er serieuze plannen voor een boek. To be continued dus.

     

    foto: Julia Gunther

    Heb je thuis van collega kunstenaars?
    Jazeker, werk en thuis vloeit in elkaar over, beïnvloedt elkaar continu. Ik denk even terug aan mijn bruiloft afgelopen jaar. Van de taart tot het diner, de locatie en de jurk; alles is met en door bevriende kunstenaars gemaakt. Op bovenstaande foto lopen mijn man en ik op een vlag met daarop stippen in onze lievelingskleuren geel en blauw. ‘Step into the green’ heette de ceremonie, want na het jawoord was de vlag groen, de kleuren waren gemengd.
 Een huis zonder kunst zou wat mij betreft ondenkbaar zijn.

     

    Van Cindy Moorman zijn diverse werken beschikbaar in onze webshop, zie onder. Als je belangstelling hebt voor een specifiek werk dat je hier niet aantreft, we helpen je graag verder. Mail je ons?

  8. GIJS ASSMANN – 30 dichterlijke molotovcocktails

    Leave a Comment

    Ode aan Charley Toorop (2013), 195 x 115 x 110 cm, wit brons.

    Gijs Assmann (Roosendaal 1966) studeerde aan de AKI in Enschede en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Assmann maakt sculpturen, tekeningen en beelden voor in de openbare ruimte. Zijn werk kenmerkt zich door het verhalende karakter en de opbouw uit figuratieve, stereotype beeldelementen in een opgewekt melancholische atmosfeer.

     

    Bodem Prisma’s (2011), hoofdkantoor BP, Europoort

    Assmann soleerde onder meer bij Museum Beelden aan Zee, Stedelijk Museum Schiedam en Museum Jan Cunen in Oss. Zijn werk is vertegenwoordigd in talloze collecties, onder andere in de collecties van Akzo Nobel Art Foundation, ABN Amro Bank, Rabobank Nederland, Teylers Museum, Museum Het Princessehof, Museum Jan Cunen, Leids Universitair Medisch Centrum, Gasunie Groningen, Amsterdams Medisch Centrum, Ministerie van Buitenlandse Zaken, Collectie De Heus-Zomer en diverse andere privé-collecties. Ook maakte Assmann veel werken in de openbare ruimte.

     

    Voor We Like Art maakte Gijs Assmann een unieke multiple, ‘Prophetic message’. Het beeld toont een stilleven dat bestaat uit een stapeling van een keramieken boek met daarop een keramieken (bier-) flesje met daarin een vintage dameszakdoek. 

    Gijs, kun je ons iets vertellen over deze bijzondere editie van 30 verschillende multiples?

    Als in 17e eeuwse Vanitas–stillevens kunnen de voorwerpen als symbolen gelezen worden, waardoor een narratief ontstaat. Het boek zou kunnen verwijzen naar taal, de wet of de Bijbel. De fles lijkt een molotovcocktail, een met brandbare stof gevulde glazen fles die via een lap stof wordt ontstoken. Dit wapen – vaak gebruikt door protestbewegingen – staat ook bekend als de granaat van de arme man.

     

    Je hebt al eerder stillevens gemaakt met boek en molotov-cocktail. Eigenlijk waren dat de eerste werken uit deze reeks. Zo is ‘Prophetic message (III)’ opgenomen in de collectie van Museum Schiedam. Weet je nog hoe je op het idee kwam voor deze werken?

    Het werk is enerzijds ontstaan vanuit het verlangen een variant te maken op Bruce Nauman’s ‘From hand to Mouth’ (1967), een was afgietsel van het deel van het lichaam van hand tot mond. De sculptuur lijkt de relatie tussen beweren en handelen, tussen overtuigingen en daden uit te drukken. Tegelijkertijd was ik geïnteresseerd in de mogelijkheid met de motieven in mijn werk de verontrustende verhouding tussen overtuiging en geweld te visualiseren.

    ‘Prophetic message’ lijkt zo het woord (via het boek) en de daad (via de molotovcocktail) te verbinden. Overtuiging en geweld raken zo versmolten. De verfijnde dameszakdoek geeft het geheel een poëtische lading.

     

    Bekijk de hele reeks en blader door de online catalogus. Tip: klik op schermvullend.

     

    Kun je iets vertellen over het maakproces van deze reeks van keramiek?

    De fles en het boek heb ik eerst met de hand geboetseerd, en van beide objecten heb ik gips mallen gemaakt. Met deze mallen heb ik 30 klei kopieën gemaakt, die ik elk op een andere manier heb geglazuurd. In de opening van de flessen heb ik 30 verschillende dames zakdoeken gemonteerd die ik in de loop van de jaren heb verzameld op rommelmarkten en in tweede hands winkels.

    Hierdoor ontstaat een serie werken die in vorm gelijk is, maar waarvan elk individueel werk uniek is door de verschillende glazuur combinaties en de telkens andere toevoeging van gekleurde en/of gehaakte zakdoeken.

     

    Je oeuvre is veelzijdig, je bent een echte tekenaar en won ooit de Jeanne Oosting Prijs voor je werk op papier. Maar je bent ook een beelden maker pur sang: keramiek, beeldhouwkunst, installatiekunst. Onlangs toonde je in Museum Schiedam een enorme reeks collages. Hoe verhoud jij je tot al die disciplines?

    Kunst is een vrijplaats waar alles geoorloofd is. Ik heb mezelf opgedragen die vrijheid zo veel mogelijk te gebruiken. Daarnaast heb ik me voorgenomen om me zo min mogelijk te bekommeren om ‘stijl’, en mijn oeuvre te bekijken alsof het een groepstentoonstelling is: ik probeer zo veel mogelijk verschillende of zelfs tegenstrijdige mogelijkheden binnen mijn denken naast elkaar te laten zien. Die ambiguïteit lijkt me bij uitstek een teken van mens zijn.

     

    Presentatie van Gijs Assmann op Art Rotterdam 2018

    Je hebt je instelling als kunstenaar wel eens vergeleken met de onderzoekende aanpak van de patholoog, het beroep van je vader. Kun je daar iets over vertellen?

    Mijn vader is patholoog-anatoom in ruste. Een patholoog is een arts die zich gespecialiseerd heeft in het bestuderen van morfologische veranderingen en afwijkingen in weefsel. Dit onderzoek wordt gedaan op bioptiemateriaal van levenden (voor de analyse van ziekteprocessen) of op weefsels verkregen door middel van sectie op overledenen (voor het achterhalen van de doodsoorzaak).

    Ik beschouw de werkwijze van de patholoog als metafoor voor mijn werkwijze als kunstenaar Door het fileren van het inwendige en het onderhuids zoeken naar afwijkingen, ziektes, obsessies en onhebbelijkheden probeer ik te tonen wat wij liever niet horen of verborgen wensen te houden. Mijn werk getuigt niet alleen letterlijk van lichamelijke abnormaliteiten maar ook figuurlijk van ethische en morele ongewoonheden.

     

    Atelier Gijs Assmann

    Heb je een vaste routine als je op je atelier bent?

    Werkdagen zijn nooit identiek en vaak bepaald door projecten die op het moment spelen. Ik werk thuis vaak aan tekeningen en collages, in mijn atelier aan beelden en op locatie in werkplaatsen aan opdrachten voor werk in de publieke ruimte.

    In mijn atelier werk ik bij voorkeur aan meerdere werken tegelijkertijd. Door haast letterlijk van tafel naar tafel te bewegen en steeds aan wisselende projecten te werken ben ik in staat speelser, meer improviserend en lichtvoetiger werk te maken.

     

    ‘Unspeak (vrouwelijk)’ (2018), keramiek, ijzer, textiel, 70 x 70 x 221 cm, collectie Martin de Koning en Annelies van der Pauw, Amsterdam.

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?

    De vraag ‘Hoe kunnen we leven?’ staat centraal in mijn werk. Aanzet voor beelden en tekeningen ligt vaak in facts of life: vragen en situaties in het leven zelf. Ik probeer die op een zo indringende, ontwapenende, confronterende, persoonlijke en oprechte manier te verbeelden.

    Waar streef je naar in je werk?

    Ik denk dat de urgentie van mijn werk erin ligt tegenwicht te bieden aan de mens in al z’n onmacht en onhandigheid. Dat probeer ik te bereiken door mijn werk een luimig en aandoenlijk karakter te geven. Door humor te gebruiken probeer ik ieder met zachtheid naar zijn eigen falen en tekorten te laten kijken.

     

    Gijs poserend bij een portret van Emo Verkerk van Gijs Assmann

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars? 

    Zeker, van Lucassen, Emo Verkerk, Erik Mattijssen, Paul kooiker, Friso Keuris, Michel Scholten, Piet Dieleman, Ad Gerritsen, Ulrike Rehm, Beate Reinheimer, Seet van Hout, Uwe Poth, Gijs Frieling, Dieuwke Spaans, Paul de Reus en Koen Vermeule.

     

     

    De multiple van Gijs Assmann voor We Like Art is heel bijzonder omdat Gijs zelden werk in oplage maakt. Laat staan objecten zoals deze reeks werken van keramiek. De afmetingen van alle werken zijn 27 x 15  x 14 cm. Het materiaal is keramiek met textiel. Een prachtige reeks van dichterlijke vanitas stillevens.

    Prophetic message (IV) t/m Prophetic message (XXXIII), de speciale introductieprijs voor de stillevens is € 550,-.

    Uitzondering is Prophetic message (XXXI), deze kost € 1.000. En onderstaande Prophetic message (I). Je kunt in de webshop jouw favoriet uitzoeken en afrekenen.

    De werken zijn kwetsbaar, liefst ophalen in Amsterdam op ons kantoor. Verzenden kan in overleg.

    ‘Prophetic message (I)’ (2018), keramiek, 20 x 18 x 56 cm, Collectie BuZa (Buitenlandse Zaken)

  9. Multiples in koper en keramiek van Tanja Smeets

    Leave a Comment

    Nebula and the Soft Machine (2016) Collectie: TextielMuseum Tilburg

    Geweldig dat Tanja speciaal voor We Like Art een reeks van mooie – voor haar doen – kleine werken maakte. De fijngevoelige koper- en tegelwerken zijn nu te zien in onze stand op Art Rotterdam. We vroegen Tanja naar haar werk en de multiples.

    Tanja Smeets, Liquid Garden

    Hallo Tanja, kun je ons vertellen hoe deze reeks tot stand kwam?

    Voor een opdracht van de Rijksgebouwendienst wilde ik een werk maken, waarin de koperbuizen tevoorschijn zouden komen in een opening van het gebouw. Alsof ze overal in de muren verborgen zaten, maar juist in die opening even zichtbaar werden. Op sommige plaatsen verandert de koperen buis in een klein landschap, verderop is hij weer gewoon aan het systeem gekoppeld.

    Dit intrigeert me, zo’n systeem dat overal doorheen loopt, volgens een bepaalde logica en dan even “ontsnapt”. Het project ging niet door, maar ik ben bezig gebleven met dit werk. Ik heb het laatst laten zien in het Rietveldpaviljoen in Amersfoort (museum de Zonnehof). Dat gebouw heeft grijze stenen wanden, ik heb de koperbuizen uit de voegen laten komen, daarna veranderen ze in een landschappelijke structuur en verdwijnen weer in de muur.

    Tanja Smeets, Liquid Garden

    Was de uitvoering ingewikkeld?
    Het is heel precies, passen en meten.

    Je werk kenmerkt zich door woekering en ongewoon materiaalgebruik, hoe ben je tot je oeuvre van organische fremdkörpers gekomen?
    Ik ben gefascineerd door structuren, van heel klein, naar groot. Als ik die structuren als fractals verbind, lijkt het of een werk groeit, of zou kunnen groeien. Daarmee lijkt het een eigen leven te leiden op een plek en niet helemaal voorspelbaar te zijn. Dat schijnbaar oncontroleerbare vindt ik interessant, eigenlijk is het werk juist minutieus geregisseerd, om die ervaring te laten ontstaan.

    Ik gebruik vaak huis tuin en keukenmaterialen, die geven ook het gevoel dat een structuur op elke plek kan groeien. Juist onverwachte plekken in een museum, of de openbare ruimte, het trappenhuis, een blinde muur in een woonomgeving, een afvalstation, versterken het idee dat het werk autonoom, op die plek is ontstaan.

     

    Liquid Garden, Museum Vizcaya Miami, USA 
(2017) 
Foto: David Almeida

    Waar vind je je materiaal, ben je een goede klant van bouwmarkten?
    Ja, ik kan daar helemaal induiken en me laten verassen. De grijze bladvangers die ik heb gebruikt in de installaties in het Textielmuseum, het Centraal museum en in museum Vizcaya in Miami, worden helemaal onderdeel van de textielstructuren.

    De bladvanger brengt een prikkelende laag over de huid van textiel. Ik heb heel lang naar zoiets gezocht tijdens de collectie- opdracht die ik deed in het Textielmuseum. Alleen het lasergesneden vilt gebruiken, was niet genoeg. Te zacht, er moest een ander element in, dat prikkelde en minder “mooi” is. En dan in precies dezelfde kleur grijs….

     

    Silent Runner, Boijmans van Beuningen (2013), foto: Ernst Moritz

    Je werkt ook met meer gangbaar beeldhouwmateriaal zoals stoffen, keramiek en metaal. Grappig genoeg ziet het er nooit uit als klassieke sculptuur maar eerder als rijk koraal of als klimplanten uit een science fiction film. Waar streef je naar?

    Ik zoek een soort vanzelfsprekendheid… er is frictie, het beeld kruipt in de huid van zijn omgeving. Is een fremdkörper op die plek… toch is het geloofwaardig. Juist die plant-achtige structuren maken het logisch dat het werk groeit en infiltreert in zijn omgeving. Dat het kan dus een gebouw zijn, maar ook een koperbuis.

     

    Liquid Garden (2017) 
Collectie: Centraal museum, foto: Ernst Moritz

    Je maakt vaak ingrepen in gebouwen voor tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Reageer je op intuïtief op de situatie ter plekke of hoe gaat dat?

    Nee, ik ben heel lang met zo’n plek bezig en alle aspecten interesseren me. Van de wanden, het behang, de kelders, de geschiedenis, de verbinding met buiten, tot aan de mensen die er werken. Ik kijk naar de contrasten, de soms statische architectuur, waar de weefsels doorheen gaan bewegen. Dan ga ik een plan maken, schetsen, maquettes en langzamerhand begin ik met dat “verweven” van het werk met de plek. Uiteindelijk gaat dat proces verder op de plek zelf.

     

    Atelier van Tanja Smeets

    Beschouw je jezelf als atelierkunstenaar of werk je het liefst op locatie?

    Het werk begint vaak in het atelier, het onderzoek en later met behulp van assistenten, zetten we grotere stukken in elkaar. De metalen frames, keramiek stoken, lasersnijden, dat maak ik allemaal in andere werkplaatsen, met mensen met wie ik vaak al lang samenwerk. Daarnaast zijn werkplaatsen zoals het EKWC en het Textiellab ook belangrijk, voor nieuwe materiaalonderzoeken.

    Kun je iets vertellen over de 2 multiples die je maakte?

    Ik heb vier verschillende werken met koper gemaakt. De serie heet “Jardin Liquide” en het zijn 4 variaties op landschappen die uit de koperen buis groeien. Daarnaast heb ik structuren getekend, ovalen die uit zwarte puntjes bestaan. Daar heb ik keramische transfers van laten maken en die zijn op een tegel van keramiek gedrukt en gestookt in de oven. Daarop groeien kleine ovalen schalen van keramiek, ook weer met die tekening erop.

    ZONDER TITEL (2019), 20 x 25 cm, editie van 20 unieke werken, tegel van keramiek, schaaltjes porselein, keramische transfer tekening. Startprijs: € 475,- per werk

    Ik was gefascineerd, door het groeien van de schaaltjes op de platte tegel uit de bouwmarkt, als halve eierschalen. Door de doorlopende tekening, ontstond ook een groeistructuur. En alles is van keramiek, ook de zwarte puntjes…..

    Wat zijn je plannen voor komend jaar?

    Ik bereid een installatie in keramiekmuseum Princessehof in Leeuwarden voor. Ik ga ‘landschappen’ maken, waarin keramiek, textiel, rubber, metaal en tie-raps ‘versmelten’. En verder werk ik aan een performance en een korte film daarvan, en ga daarin weer werken met de lasergesneden viltstructuren.

    Portret Tanja Smeets door Anne Lakeman

    Tanja Smeets woont en werkt in Utrecht, Nederland. Ze is afgestudeerd in beeldende kunst van ArtEZ Institute of the Arts in Arnhem. Haar werk is tentoongesteld in tal van musea en galeries, waaronder het Henan Museum (Zhengzhou, China), TextielMuseum (Tilburg, Nederland), Centraal Museum (Utrecht, Nederland), Museum Boijmans van Beuningen (Rotterdam, Nederland), The Gyonggi International Ceramics Biennale, Icheon (Zuid-Korea) en het Museum of Arts and Design (New York, VS).

     

    Liquid Garden werken op Art Rotterdam 2019

    In 2017-2018 nam ze deel aan het CAP-programma van museum Vizcaya In Miami en ontwikkelt ze een nieuwe installatie voor de museumruimte. Smeets heeft deelgenomen aan een aantal residenties in Nederland, China en Zuid-Korea. Ze heeft werk in de permanente collecties van het Henan Museum (China), het TextielMuseum, het Centraal Museum, het Boijmans van Beuningen Museum en deed verschillende projecten in opdracht waaronder installaties voor de KF Hein-stichting, DIFFER, Enexis, DSM en de AkzoNobel Art Foundation.

     

  10. ‘Twelve times falling’ van TOM CALLEMIN

    Leave a Comment

    Tom weet met zijn sobere, tijdloze portretten steeds weer op mysterieuze wijze bewondering op te roepen. Eigenlijk vangt hij niet de persoon in het portret, maar een gedachte-experiment. Zijn fotosessies zijn vaak een beproeving voor zijn modellen: het zijn de momenten waarop ze uit balans raken waar hij naar op zoek is.

    De kunst van Tom Callemin zit ‘m in zijn eindeloze zoektocht naar het moment dat niet toevallig gebeurt, maar dat hij ensceneert, veroorzaakt of achtervolgt tot hij het op de gevoelige plaat vast heeft weten te leggen. In het geraas van ons hedendaagse bestaan zet Callemin de klok even stil, op een moment dat je niet verwacht had. We Like Art en De Kunstmeisjes blijven roerloos kijken.

    We presenteren dan ook met trots het werk Twelve times falling dat hij speciaal voor ons maakte.

    Tom Callemin, Twelve times falling (2019) (klik voor groot)

    Je vertelde ons dat je al een poosje rondliep om dit beeld te verwezenlijken. Hoe kwam je op het idee voor Twelve times falling?

    Ik maakte eerder een werk getiteld Freefall waarbij ik een model in het midden van een vrije val probeerde te fotograferen. Ik was nieuwsgierig naar dit kortstondige moment van ‘loslaten’ dat zich zo snel ontvouwt dat het oog het niet kan waarnemen. Het is enkel via de camera dat dit moment zichtbaar kan worden gemaakt. Tijdens de opname was het vrij moeilijk om net de goede houding te regisseren. De kunst van het vallen is namelijk het loslaten van elke controle. Als het lichaam zich opspant ontstaat er een risico op blessures.

     

    Freefall

    De paradox van een vrije val die geregisseerd wordt vond ik bijzonder fascinerend. Vanuit die ervaring kwam ik op het idee om twaalf keer dezelfde vrije val te proberen regisseren. Om telkens op het goede moment af te drukken, om het model steeds op hetzelfde moment in beeld te brengen, om het lichaam steeds in dezelfde houding te kneden, om de emotie op het gezicht telkens dezelfde te krijgen. Alsof je hetzelfde moment steeds probeert te herbeleven.

     

    Twelve times falling, no 12 (2019)

    Het lijkt een droombeeld of een filmstill van een tuimelende slaapwandelaar, ben je op zoek naar zulke associaties?

    Ik vertrek altijd vanuit een vrij technisch fotografisch onderzoek, naar een beeld dat ik zelf wil zien. Vaak weet ik nog niet echt hoe het beeld er moet uit zien, dat is een tweede fase in het project. Voor dit beeld wou ik de beweging van de val er zeker in hebben, vandaar de onscherpte. Ik zoek ook steeds naar een vorm die niet refereert naar een tijd en ruimte, waardoor de betekenis ook groter kan zijn.

    An unmarked incident as scenery, Tom Callemin bij galerie tegenboschvanvreden in 2017.

    Kun je iets vertellen over het proces van herhaling dat je vaker in je werk inzet?
    Na enkele projecten met film en video is het fotografische moment mij nog meer gaan bezighouden. Dat ene kortstondige moment waarop alles plots in elkaar past. Een moment dat nooit meer op dezelfde manier herhaalt kan worden. Net daarover wou ik iets vertellen, over die onmogelijkheid om hetzelfde moment opnieuw te beleven. Net door een herhaling kun je iets vertellen over die uniciteit.

     

    Tom Callemin in zijn studio

    Hoe ga je te werk bij de fotografiesessies met je modellen?

    Ik werk het liefst met mensen die ik goed ken. Ik vraag veel van mijn modellen en daarom is een goeie dialoog belangrijk. Ik heb vaak een welomschreven beeld in mijn hoofd maar ik vraag ook graag naar wat voor hen goed aanvoelt. Soms kan het model iets aanbrengen dat ik nooit in rekening had gebracht.

    Toch is het vaak een vrij strak scenario dat zich afspeelt, en dat ik al weken voorgekauwd heb. Daarom duurt een opnamesessie vaak niet langer dan een uur, ook omdat de concentratie hoog dient te blijven. Echter, het is niet uitzonderlijk dat ik twee, drie, vier keer dezelfde fotosessie houdt totdat het beeld helemaal geworden is wat ik gehoopt had.

     

    Testprints aan de wand van de studio

    De zorgvuldige manier waarop je werk geprint is lijkt heel belangrijk: de matte inkt, het bijzondere palet aan grijzen, het papier. Het draagt allemaal bij aan de wat onwereldse sfeer van je werk. Kun je daar iets over vertellen?

    Misschien is het te wijten aan mijn minimale beeldtaal, maar ik heb gemerkt dat een beeld compleet verandert als het op een bepaalde papiersoort gedrukt wordt, als het formaat verandert, als het lichter of donkerder wordt. In een tijd waarop we beelden vooral op scherm bekijken hecht ik veel belang aan de fysieke ontmoeting met een beeld. Ik tracht dan ook zo precies mogelijk een beeld te formuleren zodat het overbrengt wat ik voor ogen heb.

    Waar woon en werk je?
    Steeds op dezelfde plaats: Gent. Maar het zou eender waar kunnen zijn, als ik er maar een lange tijd ongestoord kan werken.

     

    Twelve times falling, no 4 (2019)

    Kun je je gemiddelde werkdag omschrijven?

    Een gemiddelde dag is er niet, een ideale dag wel. Een boek lezen, een film kijken, een radioprogramma horen, een artikel lezen, een idee voor een nieuw werk helder op papier zetten, en dan ontdekken dat je dat idee de week voordien al had. In de praktijk is het vooral praktisch dingen geregeld krijgen, ordenen, herordenen, alles weggooien wat er op tafel lag om het de volgende dag terug op te pakken.

    Je maakt maar een paar beelden per jaar, hoe komt dat?
    Aan de meeste beelden komt er veelal een grote voorbereiding aan te pas. Ik formuleer graag een zo’n precies mogelijk antwoord op een vraag die zich aandient. De camera komt pas te voorschijn op het moment dat ik het antwoord het scherpst voor mezelf heb omschreven.

    Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?
    Gestaag voortdoen.

    Model-III (2016)

    Wil je een werk uit deze bijzondere oplage uitkiezen? Dat kan, in de link naar de webshop hieronder zie je alle 12 beelden. De werken die al verkocht zijn – zijn als zodanig aangemerkt. Laat ons je keuze weten bij je bestelling en je ontvangt binnenkort de foto thuis!

     

  11. Een nieuwe editie van NIK CHRISTENSEN

    Leave a Comment

    Met schijnbaar gemakkelijke en snelle kwaststreken wordt een onheilspellende situatie neergezet. Gustave Doré meets de wereld van Electronic Arts. Bos- en waterlandschappen, soms overspoeld door een voor- of nawereldlijke zondvloed. We zijn heel blij met nieuwe We Like Art editie. Een abstract figuur in een bootje, met een reisgenoot uit een andere wereld, gaan ze het licht tegemoet of is hun lot de enorme donkere dreiging die we zien? Christensen stuurt ons een beetje in een richting, de titel van dit werk is: ‘A Memorable Escape Route is Only Found by Not Looking‘.

    We vroegen Nik naar zijn werk en atelierleven, en naar de speciale editie.

    Kun je iets vertellen over je atelierruimte?

    Mijn atelier bevind zich in een industrieel pand in de Pijp waar begin vorige eeuw rolluiken en zonneschermen werden geproduceerd. Hoge ramen met veel daglicht, een bijna on-Amsterdamse plek waar ik nu al 12 jaar zit. Ik woon zelf ook in de buurt dit maakt dat ik s’avonds vaak nog een paar uur kom werken.

    A Memorable Escape Route is Only Found by Not Looking (2017-2019), hoogwaardige pigmentdruk, oplage 15 (klik voor groot)

    Je werkt graag aan reeksen tekeningen die onderling verwant zijn. Kun je iets vertellen over dat seriematige werken?

    Veel van mijn tekeningen voeden elkaar, elementen die in het ene niet passen worden verplaatst of meegenomen naar het volgende. Hiermee ontstaat er bijna automatisch een narratief, een leidraad dat door de werken heen loopt en zo ook aan elkaar verbindt. Al gebeurde dit alles nooit echt bewust, in de afgelopen jaren probeer ik hier juist van weg te stappen en kijk ik meer naar een contrast in beeld en de tekeningen onderling.

    Is er een onderscheid tussen je monumentale en kleinere tekeningen?

    In de monumentale tekeningen schets ik composities met potlood op, deze blijven gedurende het proces onderhevig aan verandering en hier reageer ik op door nieuwe aanleidingen die zich presenteren. De kleinere tekeningen komen sneller tot stand, zijn vaak losser en kunnen fungeren als vertrek punt naar een groot werk.

    Solotentoonstelling The Wake, The Watch, The Walk, Drawing Centre Diepenheim (2018)

    Je werkt graag met sumi inkt op papier, hoe ben je hiertoe gekomen?

    Ik wou met snelheid te werk kunnen gaan, schilderen had voor mij teveel handelingen. Zwart-wit, omdat kleur me als zodanig niet interesseert. Het deels oncontroleerbare van de inkt, hoe deze aangelengd met water vloeit, dit fascineert me. Het permanente, je kunt niks weg of over schilderen en elke handeling blijft zichtbaar. In zijn simpliciteit heeft inkt iets heel directs. Papier idem.

    Je hebt een geweldig arsenaal aan tekenachtige technieken, kwaststreken, spatten, uitsparingen. Zet je dit planmatig in of juist intuïtief?

    Dit gebeurd meestal intuïtief, in het proces zelf zie ik meestal wat waar te doen. Vaak doe ik hier ontdekkingen die ik later in een nieuw/ander werk verder doorvoer.

    Je maakte een prachtige editie voor We Like Art waarin een gezelschap zich per boot in een onderaardse grot lijkt te begeven. Wat wil je over dit beeld kwijt?

    Dit werk was een reactie op- en ontstond als studie voor een groot werk waarin ik zocht naar een abstractie in mijn kwasttoets, in plaats van de geometrische vormen, die ik in de daaraan voorafgaande tekeningen hanteerde. Doordat de tekening vrij vluchtig is gemaakt heeft deze een openheid die mij zowel in beeld als techniek aanspreekt. Een referentieel werk in veel opzichten.

    A Memorable Escape Route is Only Found by Not Looking (2017-2019), hoogwaardige pigmentdruk, oplage 15

    Waar ben je monenteel mee bezig, en wat zijn je plannen voor de komende tijd?

    Afgelopen jaar heb ik steeds meer geëxperimenteerd met abstracte elementen. Onderdeel hiervan was om meer afstand te krijgen van de verhalende en figuratieve aspecten in mijn werk. De figuratieve benadering heeft me veel gebracht maar begon me ook te beperken. Ik ben benieuwd naar wat er zal gebeuren als dit helemaal niet meer aanwezig is. Dit is een voortgang van, en onderzoek naar iets waar ik eigenlijk al jaren naartoe werk. Het figuratieve laat ik hier dan ook los. Ook nieuw voor mij is dat ik binnen dit onderzoek bezig ben met sculpturale elementen. Ik wil hier verder nog niet al teveel over kwijt behalve dan dat dit ruimtelijk denken mijn tekeningen informeert en vice versa.

    Verder ben ik mij aan het oriënteren op nieuwe samenwerkingen met galeries in binnen en buitenland.

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Ik heb het geluk zo nu en dan werk te kunnen ruilen. Ook delen mijn vrouw en ik dezelfde liefde voor kunst, en op een enkele uitzondering na zijn het allemaal werken op papier die thuis aan de muur hangen. De meest recente aankopen zijn een editie van Jules de Balincourt en een kleine tekening van Donald Baechler. Deze laatste is een kunstenaar die ik van jongs af aan al bewonder en die mijn kunstenaarschap destijds zeker heeft geïnspireerd.

     

    Nik Christensen

    Nik Christensen heeft een mooie internationale staat van dienst. Zij werk is op talloze tentoonstellingen te zien geweest en is verzameld door diverse particuliere en bedrijfscollecties, ook het Gemeentemuseum in Den Haag en Museum Schiedam bezitten werk van Christensen.

  12. SNEAK PREVIEW We Like Art @ Art Rotterdam 2019

    Leave a Comment

    Met nieuw werk van Gijs Assmann, Jasper de Beijer, Tom Callemin, Nik Christensen, Hadassah Emmerich, Arjan van Helmond, Heringa/Van Kalsbeek, Lieven Hendriks, Hellen van Meene, Antoinette Nausikaa, Zaida Oenema, Niels Post, Eva Raeder, Misha de Ridder, Tanja Smeets, Martine Stig, Dagmar van Weeghel en Isabelle Wenzel.

    TIP: klik rechtsonder voor een schermvullende weergave.

    Als je al een werk wil bestellen dan kan dat met een bericht naar info@welikeart.nl.

    We zien je graag in Rotterdam!
    Michiel en Carolien

    ART ROTTERDAM
    7 – 10 februari 2019

    ART ROTTERDAM 2019
    Van Nellefabriek
    Van Nelleweg 1
    3044BC Rotterdam

    OPENINGSTIJDEN

    Donderdag 7 februari 2019
    11.00 – 19.00 uur
    Vrijdag 8 februari 2019
    11.00 – 19.00 uur
    Zaterdag 9 februari 2019
    11.00 – 19.00 uur
    Zondag 10 februari 2019
    11.00 – 19.00 uur

    Toegangsprijzen en bereikbaarheid: link

     

    Foto: Almichael Fraay

  13. KATRIN KORFMANN monumentaal in het Teylers Museum

    Leave a Comment

    Back Stages, Teylers Museum (2017) in de Tuinzaal van het Teylers, fotoprint, 300 x 430 cm

    De enorme foto van ruim drie bij vier meter laat van bovenaf een imaginair moment zien in Teylers Museum. Korfmann en Pfeifer maakten het werk als onderdeel van de serie Back Stages waarbij zij wereldwijd alle aspecten in beeld brengen van het maken en tonen van kunst en cultuur. Uit meer dan vijfhonderd losse foto’s van het museum stelden de kunstenaars een nieuwe gestolde werkelijkheid samen. Vaste bezoekers van het museum zullen stukjes Fossielenzaal herkennen gemengd met de Ovale Zaal.

    Het werk van Katrin Korfmann (1971, Heidelberg, Duitsland) is internationaal overal te zien, in de afgelopen jaren toonde ze haar werk op tentoonstellingen in de VS, Polen, Canada, Duitsland, Zweden, Nederland en in China. Haar werk ontstaat ook over de hele wereld. Overal waar mensen elkaar ontmoeten, al is het vluchtig, perrons, straten, pleinen, stations, deze locaties kunnen het begin van een foto zijn.

     

    Katrin Korfmann i.s.m. Jens Pfeifer, Back Stages, Teylers Museum (2017) Fotoprint, 300 x 430 cm

    Korfmann’s methode is om op één plek lange tijd veel foto’s te nemen, soms 500 maar ook weleens 2000 stuks. Locaties die haar fascineren, meestal passages in de openbare ruimte fotografeert ze vanuit een kraan of op een andere manier vanaf een hoogte. De foto’s voegt ze vervolgens samen tot één foto. Door het samenbrengen van vele foto’s in één lijkt er iets niet te kloppen. De gefotografeerde mensen zijn bij elkaar, maar tegelijkertijd voel je dat ze soms geen relatie met elkaar aangaan.

     

    Installatie in het Teylers met Katrin Korfmann en Jens Pfeiffer

     Vanaf vandaag tot en met 2 juni is in de Tuinzaal van het Teylers Museum in Haarlem een groot werk van jou te zien, een bijzondere fotoprint van 300 x 430 cm. Is het bijzonder voor jou dat het werk nu voor enige maanden in het Teylers te zien is?

     Ja, dat is natuurlijk heel speciaal. De serie Back Stages gaat over het maken en conserveren van kunst, het maakproces wordt dus het kunstwerk zelf en nu hangt het kunstwerk op de plek van het maken. De cirkel is rond.

    Kun je aangeven hoe je op het idee kwam om juist in het Teylers Museum een nieuw werk te maken. En wanneer was dat?

     We waren opzoek naar een museum of archief waar kunst en cultuur wordt geconserveerd. Het mooie aan het Teylers is dat het museum kunst natuurhistorie en wetenschap verbindt en in die zin en breed beeld van de opvatting van kunst en cultuur laat zien. Ook hebben ze de prachtige vitrines die speciaal gemaakt zijn voor de collectie. Het getoonde werk, de verzameling en de architectuur worden één met het gebouw – dat inmiddels ook geschiedenis is geworden. In die zin gaat het nog verder dan een “gewoon” museum.

     

    Installatie in het Teylers

    Hoe gaat dat praktisch in zijn werk als jij en Jens op zo’n locatie aan het werk zijn?

    Ten eerste moeten we toestemming hebben van de locatie waar gefotografeerd wordt. Dat kan heel snel gaan maar kan ook tegenvallen. We kunnen aan de slag als het licht goed is. Met een lang statief en onze equipement worden ter plekke opnames gemaakt, soms nemen we figuranten mee.

    Zoals in het geval van het Teylers figureren Jens zijn studenten, want de opnames moesten buiten openingstijden gebeuren. In het museum zijn de mensen wel degelijk onderdeel van het gebouw, dus ook belangrijk voor de foto. Het fotograferen is meestal binnen een paar uurtjes klaar, het echte werk zit in het samenstellen van het werk.

     

    Installatie in het Teylers

    Uit de vijfhonderd losse foto’s van het museum stelden jullie een nieuwe gestolde werkelijkheid samen. We herkennen stukken uit de Fossielenzaal maar ook uit de Ovale Zaal met zijn planken vloer. Weet je nog welke beslissingen je nam in de ‘montage’ van het beeld?

    Vaak is het het beste om de oorspronkelijke locatie uit het geheugen te wissen en te proberen met onbevangen blik naar het ruwe beeldmateriaal te kijken. Zo komt een nieuwe interpretatie van de ruimte tot stand. Het is veel uitproberen, schetsen, en kijken naar licht en kleur of juist geen kleur. En het ook even laten liggen.

    De verbeelding op de foto van het Teylers heeft nauwelijks iets te maken met de “echte” ruimte van het museum, alhoewel het natuurlijk alsnog door veel mensen direct herkend wordt.

    Is het maken van zo’n monumentaal beeld – dat van dichtbij haarscherp is – een uitdaging?

    Het is een technisch proces, een ontwikkeling waar ik al jaren mee bezig ben. ik denk dat het werk juist op groot formaat heel goed tot zijn recht komt, want dan ontvouwen zich alle details.

     

    De speciale editie Teylers (Ghost) in lijst

    De wonderlijke ‘stofuitdrukking’ van de fossielen en vitrines en de mozaïekvloer spelen een grote rol in de speciale editie die je maakte. Kun je hier iets over vertellen?

    De vloer was een cadeau. De steentjes in het zwart wit worden op de print opeens digitale ruis of pixels, maar het tegendeel is het geval. Het is ambachtelijke Terazzo van bijna 200 jaar geleden. De fossielen en stenen opgegraven uit de grond worden in speciale vitrines getoond, uit hun context gehaald – wat de ingreep van de mens en de waardering voor de evolutie verbeeld.

    Je gebruikt vaak een bijzondere printtechniek, de piezografie. Kun je vertellen waarom je voor deze manier van printen kiest?

    De piezografie kent een zeer hoge detaillering met een uitgesproken hoog kleurbereik. Op het papier wordt de print bijna drie dimensionaal. Ik werk met Bernard Ruijgrok, hij is een geweldiger printer met heel veel ervaring. Door de lange samenwerking weet hij inmiddels ook heel goed waar ik op zoek naar ben tijdens het printproces.

    Het is een werk uit een reeks, de serie Back Stages, waarbij jij en Jens Pfeifer wereldwijd alle aspecten in beeld brengen van het maken en tonen van kunst en cultuur. Kun je hier iets over vertellen?

    In deze serie werken Back Stages focussen we ons op het proces dat aan de het tonen van kunst voor- en achteraf gaat. We leggen hierbij de nadruk op de productie van kunst en conservering. Niet zozeer in het individuele atelier maar op de werkvloer van bijvoorbeeld musea, grote steenhouw werkplaatsen in China en verfbaden in Marokko.

     

    Installatie in de Tuinzaal van het Teylers

    Met Back Stages presenteren we een visueel manifest van het artistieke en culturele maakproces. Ons manifest vindt plaats in een lokale, mondiale en digitale context. Wij zijn gefascineerd door systemen van vervaardiging voor kunst en cultuur, dit in tegenstelling tot het romantische begrip van de kunstenaar die in zijn studio in eenzaamheid werkt.

    Artistieke betekenis is niet alleen te vinden in een afgewerkt kunstwerk. Het is ook terug te vinden in planning en uitvoering; in elke fase van het de fabricage. De werken in de reeks Back Stages onderzoeken hoe culturele tradities kunnen worden uitgedrukt in de verschillende processen van maken, verzamelen en bewaren.

    Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

    In het voorjaar 2019 verschijnt een publicatie bij Onomatopee over dit project. Naast het realiseren van verschillende exposities van Back Stages in de komende maanden ben ik bezig met een nieuw fotoproject dat nog in de onderzoeksfase zit. Het wordt weer een internationale aanpak, een onderzoek dat ingaat op een maatschappelijk thema dat onze toekomst sterk gaat beïnvloeden.

     

    Katrin Korfmann, Teylers (Ghost), 2019 – klik voor groot

    Tot en met 2 juni is in de Tuinzaal van het Teylers Museum in Haarlem de monumentale print te zien van Katrin Korfmann. Speciaal voor deze gelegenheid maakte ze met We Like Art een nieuwe speciale editie. Een variant op de grote versie getiteld: Teylers (Ghost), 2019. Het is een hoogwaardige piezografie met een oplage van 50, de afmetingen zijn 40 x 32 cm.

    Het werk is op de achterzijde genummerd en gesigneerd. Een gesigneerd en genummerd label (voor achterop de lijst) wordt bijgeleverd. Check het werk hieronder in de webshop. De prijs is uiterst sympathiek: € 400.

  14. Twee nieuwe edities van MARTINE STIG

    Leave a Comment

    After, 100 x 120 cm, oplage 5

    Een ander mooi project is ‘Men’. In La Paz, de hoofdstad van Bolivia, viel het de kunstenaar op hoe alle – veelal – mannen hun gezicht beschermden tegen de laag hangende zon. Vaak met een krant of aktetas. Door met de zon mee te lopen en de passanten te fotograferen, lijken de personen zich te verschuilen. Als kijker word je door Stig een beetje voor de gek gehouden, ons referentiekader zorgt ervoor dat wij beroemdheden denken te zien, die niet herkend willen worden.

     

    Uit de serie Men, 60 x 90 cm, oplage 5

    Stig stormde de kunstwereld binnen na haar opleiding aan de Koninklijke Academie in Den Haag. Ze had mooie solotentoonstellingen in het Fries Museum, Centraal Museum en Museum Jan Cunen en werd door diverse particuliere en openbare collecties in binnen- en buitenland aangekocht. Onder meer door het Fries Museum, het Nederlands Fotomuseum, Museum Jan Cunen en Het Frans Hals Museum.

    Martine Stig werkte afgelopen jaar aan een bijzonder project dat gaat over nieuwe zichtlijnen in een tijd van cameratoezicht, surveillance en gezichtsherkenning. Tegenover het klassieke portret perspectief zet ze een alternatief gezichtspunt, dat van de bewakingscamera of de drone: het vogelperspectief, the God-shot. Ze neemt een voorschot op een toekomst waarin ‘en profile’ en ‘enface’ ruimte maken voor een aanzicht van bovenaf.

     

    Study for Profiles #1 (2019), inkjetprint op Hahnemuhle papier, oplage 20, 33 x 53 cm

    De nieuwe editie van Martine Stig voor We Like Art bestaat uit twee werken uit deze nieuwe serie. Het is een prachtig tweeluik, maar ook individueel heel fraai. De titel is Study for Profiles. Wij zijn zo gewend aan het portret recht van voren of van opzij – gezien op ooghoogte – herkennen we de ander ook vanuit een heel ander perspectief? Recht van boven, schuin van bovenaf? Het gezichtspunt waarbij je over het voorhoofd via de neus het gezicht ziet, is vrij ontregelend. Je eerste indruk is eerder een landschap of het profiel van een dier. De prachtige diep zwarte achtergrond benadrukt dit.

     

    We vroegen Martine naar haar nieuwe reeks werken.

    Kun je ons iets meer vertellen over je recente project Vertigo?
    Vertigo is een visueel onderzoek naar de invloed van technologie op ons kijken, denken en afbeelden. In verschillende werken, video en fotografie, onderzoek ik hoe bijvoorbeeld drones en satellieten onze blik uitbreiden en hoe dit onze beeldtaal verandert.

     

    Duo-expositie met Stephan Keppel; DEEP / FLAT, Kadmium in Delft 2018

    Wat is ‘Machine Vision’?
    Machine vision, het kijkende apparaat. Interessant is dat waar we gewend zijn dat ‘het kijken’ aan ons lichaam gekoppeld is, dit bij machine vision niet langer het geval hoeft te zijn.

     

    Study for Profiles #2 (2019), inkjetprint op Hahnemuhle papier, oplage 20, 33 x 53 cm

    Was er voor jou een een persoonlijk startpunt om aan het project te beginnen?
    Mijn projecten beginnen vaak met een observatie. Al langere tijd ben ik gefascineerd door het topshot, het God perspectief. Door een beeld recht van boven te nemen, ontstaat er een bepaalde abstractie, die je vaak in Science Fiction films ziet bijvoorbeeld. Door de opkomst van drones en satellieten zien we deze beelden steeds meer. Ik wilde meer weten over deze ‘blik van boven’ en begon het onderzoeksproject Vertigo, dat ik uitvoer onder Caradt, het research center dat verbonden is aan de academie waar ik lesgeef.

    Startpunt in mijn werk is eigenlijk altijd het fotografische beeld als medium. Ik vind het interessant om na te denken over hoe de manier waarop we de wereld afbeelden invloed heeft op hoe we over de wereld nadenken. Vertigo is een voortzetting hiervan.

     

    Profiles #4, Project Vertigo (2017), C-print, 93 x 71 cm, oplage 3

    Een toekomst waarin we onbeperkt zijn te observeren vanuit allerlei verschillende hoeken is niet echt een geruststellend idee. Jouw project laat zien dat er ook abstracte en ontregelende schoonheid bestaat in die alternatieve gezichtspunten. Hoe zie je dit zelf?
    In mijn serie Profiles probeer ik het menselijk gezichtsprofiel te herdefiniëren. Het is een vormstudie naar het zo herkenbare contour waaraan je een mens kunt herkennen. Ik vraag mij af of we in de toekomst (of nu eigenlijk al) de mens gaan herkennen aan deze nieuwe vorm, die we nu eerder zouden associëren met een sprookjesfiguur of een beestje. Ik denk overigens dat in schoonheid altijd iets ontregelends zit!

     

    Duo-expositie met Stephan Keppel; DEEP / FLAT, Kadmium in Delft 2018

    Hoe werk je eigenlijk, nodig je modellen uit op je studio?
    Voor de serie Profiles heb ik mensen, met een naar mijn mening interessant profiel, uitgenodigd in mijn studio. Ik begin ze en profile te fotograferen, klassiek, met daglicht en een achtergrond, vanuit ooghoogte. Langzamerhand breng ik het camerastandpunt omhoog en vraag ik het model om kleine wijzigingen in houding aan te nemen, op zoek naar alternatieve vormen in het gezichtsprofiel.

    Kun je voor ons je studio omschrijven?
    Ik heb een (gedeelde) studio met een plek waar ik kan fotograferen, hoog plafond en daglicht van een hoog zijraam.

     

    Martine Stig in haar studio

    Heb je zoiets als een gemiddelde werkdag? Hoe ziet die eruit?
    Ik zit toch meer achter de computer dan ik zou willen. Ik geef één dag per week les en de rest van de tijd bestaat uit research doen, voorbereidend werk of post-productie, printen, afspraken etcetera.

    Wanneer is voor jouw een werk of serie af?
    Als ik zelf niet meer nieuwsgierig ben naar het resultaat.

    Heb je thuis werk van collega-kunstenaars?
    Te weinig! Ik heb momenteel werk hangen van Roy Villevoye en Scheltens Abbenes en Koos Breukel.

     

    Studio van Martine Stig

    Bekijk en bestel de werken van Martine Stig in onze webshop. De prijs per editie is € 550,-. Koop je beide werken van Martine Stig, als tweeluik, dan zijn ze samen niet € 1.100, maar € 975. De werken kunnen als losse print besteld worden, maar we kunnen ze ook voor je laten inlijsten met Artglass. Check de info in de webshop hieronder.

     

    Study for Profiles #1 en #2 (2019), inkjetprint op Hahnemuhle papier, oplage 20, elk 33 x 53 cm

  15. Struthof (2018) een nieuwe editie van MISHA DE RIDDER

    Leave a Comment

    Angels Landing (2009), C print, 28 x 35 cm

    Sinds zijn afstuderen aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht is zijn werk te zien geweest in een mooie reeks tentoonstellingen onder andere bij Juliette Jongma Gallery in Amsterdam, Noorderlicht Fotofestival, Stedelijk Museum Amsterdam, Foam Amsterdam, The Museum of the City van New York en het FotoMuseum in Antwerpen. Zijn bijzondere fotografie is inmiddels opgenomen in collecties in binnen- en buitenland.

    Wij schreven op We Like Art al eerder over Misha de Ridder, onder ander over zijn ‘Angels Landing’. Het kleine werk lijkt het een tastbaar bewijs van het bestaan van de hemel. Het lila-roze-mildgroene kleurenpalet ligt als een zachte zweem over het landschap. Perfectie met een extreem gevoel voor het juiste moment, het sublieme licht en de ultieme plek.

    De nieuwe speciale editie voor We Like Art heet Struthof. Een bijna abstract werk in vele blauwen, met een rafelige lichtstreep midden boven. Het zijn de koplampen van een auto op weg omhoog op de mistige winterse berg die leidt naar het voormalig kamp Struthof, waar verzetstrijders uit Europa gevangen werden gehouden vanaf 1941. De regen en mist zorgen voor een subtiel kleurenpalet in blauw en groen. De scherpte en onscherpte tussen de bomentoppen en de mistflarden maken het een ongrijpbaar beeld met ongelooflijk veel details.

     

    Misha de Ridder, ‘Struthof’ (2018), Gliclée print, 40,4 x 50,5 cm

    We vroegen Misha naar de achtergrond van dit werk.

    Kun je iets vertellen over deze speciale editie ‘Struthof’?
    Het werk is gemaakt in de Vogezen in de winter. De algemene opinie is dat bossen op hun mooist zijn in de herfst met alle prachtige herfstkleuren. Of in de zomer als alles lekker sappig groen is. Het bos in de winter, als de bladeren van de bomen zijn, wordt vaak gezien als saai of zelfs somber. Maar dat is verre van waar.

    Hoe meer je kijkt, hoe meer je ziet. En als je goed kijkt zie je dat in de stammen en takken ook veel kleur zit, alleen veel beheerster, ongrijpbaar. En de fotocamera is een goed middel om dit zichtbaar te maken. Maar niet alleen de bomen geven kleur aan het boslandschap. Grijs winterweer geeft ook subtiele kleuren en is bovendien vaak atmosferisch interessant.

     

     

    De foto is gemaakt toen de zon net onder was terwijl het hard regent, het licht in het blauwe spectrum overheerst. De regen en de mist in combinatie met een hele lange sluitertijd zorgen ervoor dat de camera dit blauw registreert. Let wel, het is de camera die dit ziet, als een kijkmachine met zijn eigen perceptie van realiteit, die me in staat stelt aspecten van de werkelijkheid te tonen die anders onzichtbaar blijven.

    Door de lange sluitertijd wordt ook de weg zichtbaar die naar boven kronkelt, een lichtspoor van de koplampen van een auto maakt een heldere streep op de donkere helling. Deze weg leidt naar voormalig Nazi concentratiekamp Natzweiler-Struthof waar voornamelijk zogenaamde ‘Nacht und Nebel’ gevangenen zaten, politieke activisten, in de meeste gevallen verzetstrijders. De foto ’Struthof’ ontleent zijn titel aan deze plek.

     

    ‘Misha de Ridder aan het werk in Death Valley’ foto: Victoria de Ridder, 2017

    Hoe vind je steeds die zeldzame landschappen voor je werk?
    De landschappen die ik fotografeer zijn eigenlijk niet zo zeldzaam, het komt meer door de manier waarop ik ze in beeld breng dat ze zeldzaam lijken. Ik heb bijvoorbeeld ook een boek gemaakt in de Hollandse duinen ‘Dune’. En gewerkt in een wilgenbos in de Flevopolder. Mijn werk gaat over kijken, en vooral over anders kijken. Het ‘opnieuw’ beleven van het magische van de werkelijkheid. Fotograferen wat niet gefotografeerd kan worden. Het erkennen van het sacrale in de natuur.

     

    Portret-Misha-de-Ridder-3-(c)-Marleen-van-Veen_bw We Like Art

    Misha de Ridder, bij de opening van zijn solo-tentoonstelling ‘Solstice’ in Foam in 2011, foto Marleen van Veen

    De plekken zelf vind ik intuïtief. Vaak maak ik gebruik van topografische kaarten en satellietbeelden om me te oriënteren. Op gevoel ga ik naar deze plekken toe, vaak heb ik al een soort van beeld voor ogen. Eenmaal daar, dan ga ik lopen, dat is de beste manier om in contact te komen met het landschap.

    Vaak bezoek ik plekken meerdere malen als ik het idee heb dat er een beeld ergens in steekt. Het licht en het weer zijn de bepalende factor. Wat ik vastleg zijn juist die speciale kortstondige momenten waar de werkelijkheid onwerkelijk wordt.

     

    De speciale editie van Misha de Ridder is in de webshop te bestellen als losse print. Wil je het werk door ons laten inlijsten, dat kan! Het werk wordt dan door Profilex Lijsten ingelijst. Struthof (2018), 40,4 x 50,5 cm, Gliclée print op Hahnemuhle Ultra Smooth. De oplage van de editie is 20.

  16. De Kunstmeisjes over de magie van Jasper Hagenaar

    Leave a Comment

    De Kunstmeisjes geven wekelijks – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen op hun website, Instagram en Facebook. Speciaal voor We Like Art spitten ze elke maand al onze edities door en kiezen ze hun favoriet. Waarom zouden zij dit werk het liefst aan hun eigen muur zien?

    In de laatste maand van het jaar blikken wij altijd even terug en kijken we graag vooruit. Twee bezigheden die het mooist zijn om te doen wanneer het buiten koud en binnen extra gezellig wordt. Terwijl we onze Sinterklaascadeautjes bewonderen en ons verheugen op het familiediner met Kerst, voelen we ons weer een beetje kind. Daarom kozen we dit keer een heel symbolisch en passend werk uit de We Like Art-collectie: een Feniks (2018) van Jasper Hagenaar.

     

    Jasper Hagenaar, speciale editie ‘Phoenix’ (2018) – (klik voor groot)

    Bijna iedereen kent dit magische wezen wel, misschien uit de Harry Potter-boeken (en films) of uit Griekse mythen en traditionele Chinese verhalen. Deze vogel heeft het wonderlijke vermogen om uit zijn eigen as te herrijzen en opnieuw te beginnen.

    In de Harry Potter-saga was deze fantasievogel de vaste kameraad van Albus Perkamentus en zat hij parmantig in zijn kantoor. In de Griekse mythologie geloofden ze dat de Feniks in een kruidenboom zijn nest zou maken, waarin hij verbrandde; door de geur van de kruiden zou hij opnieuw geboren worden. Maar wij vinden de traditionele Chinese overlevering toch het leukst: daar schrijft men namelijk dat de Feniks staat voor de vrouwelijk sekse.

     

     

    Jasper Hagenaar heeft naast zijn opleiding aan de Rijksakademie in Amsterdam ook een jaar geschiedenis gestudeerd; geen wonder dat er zo veel verwijzingen schuilgaan in zijn kunst. Qua vormentaal, kenmerken zijn werken zich echter door een een minimale indeling, vaak met maar één voorwerp tegen een eenvoudige achtergrond.

    Meestal lijken dit voorwerpen die we in een museum tegenkomen, zoals de voorstelling van de feniks hier. De schetsmatige schildering van de vogel zou zo passen in een archeologisch museum, waar we prehistorische grotschilderingen of beschilderde vazen uit de klassieke oudheid tegenkomen.

     

     

    Het doek is echter geen muur in een grot of amfoor, maar een hand – that’s something new. Hagenaar wil er zelf niet teveel over vertellen, omdat hij hoopt dat je er je eigen fantasie en associaties op los kunt laten. Het doet ons in ieder geval meteen denken aan vroeger, toen wij in het donker schaduwspelletjes speelden en met behulp van onze handen en een beetje maanlicht vogels op de muur lieten verschijnen. Best magisch, net als deze tijd van het jaar.

     

    Tekst: De Kunstmeisjes

     

  17. Een speciale editie van HANS BROEK

    Leave a Comment

    Hans Broek, San Fernando Valley / Mulholland Drive (1997), 60 × 100. cm, Collectie Stedelijk Museum, Amsterdam

    Hierna werkte hij onder meer aan een reeks werken geïnspireerd op de wereld van de film. Intense portretten en scenes ontleent aan klassieke (cult)films. En aan een serie stadslandschappen naar aanleiding van de black-out tijdens Hurricane Sandy in 2012. Ontregelende stadsdecors, de straten als duistere ravijnen tussen uitgedoofde wolkenkrabbers.

     

    Hans Broek, Washington (2015), olieverf op linnen, 150 x 200 cm

    Een paar jaar geleden ontdekte Broek dat zijn eigen familie betrokken was bij de slavenhandel. Als lid van het bestuur van twee Nederlandse marines, was een verre 17e-eeuwse voorouder betrokken bij de bescherming van de handel, waaronder de handel in mensen uit Afrika. In zijn project ’Atlantic Coasts’, onderzoekt Hans Broek onder andere de rol die zijn voorouder speelde in de slavenhandel en de rijkdom die hij vergaarde.

    Voor zijn project bezocht Broek onder meer slavenforten en plantages in Curacao, Suriname en Ghana om de geschiedenis van de Nederlandse slavenhandel te onderzoeken. In Dakar, Senegal werkte hij afgelopen jaar aan een nieuwe reeks schilderijen. In onderstaand interview vertelt Broek over zijn project, en zijn werkperiode in Dakar.

     

    Kun je iets vertellen over je tijdelijke atelier in Haarlem?

    Na 24 jaar, bijna mijn halve leven in de VS te hebben gewoond zette ik een advertentie voor een tijdelijk atelier op Facebook waar Harrie Peters, een van mijn docenten aan de kunstacademie, op reageerde. De cirkel was rond. Het is een prachtig atelier en ik ben dankbaar voor zijn generositeit. Verder is er mooi licht hier, zoals dat bij Vermeer altijd wordt geroemd. Weer helemaal terug in Holland.

     

    Je hebt deze serie deels op een andere locatie gemaakt?

     Ik heb deze hele serie in Dakar, Senegal gemaakt, een ‘locus delicti’ van het slavernijverleden. Zo’n locatie heeft een bijzondere energie die de schilderijen beïnvloedt. Ik had deze schilderijen niet in Nederland kunnen maken. Het was geweldig om een half jaar in Afrika te werken.

     

    De entree van de ‘Village Des Arts’, waar Hans Broek afgelopen jaar een aantal maanden werkte. Het portret naast de entree is van Leopold Sedar Senghor, de eerste president na de onafhankelijkheid van Senegal. Hij was zelf een kunstenaar (een dichter) en een stimulans voor de kunst, Senegal heeft een bloeiende ‘contemporary art scene’.

    Hoe zag je gemiddelde werkdag in Senegal er uit?

    ’s Ochtend 4 mijl hardlopen naar de zee en daarna een baguette halen bij ‘le magazin’; ondertussen beloerd door ‘bandits’ vanuit onaffe nieuwbouw. Soms verf en katoen kopen op Sandaga, de grote markt. Dan aan het werk in een klein donker atelier of onder de boom op het zandveld tegenover mijn atelier. Na zonsondergang vuur, vis, brood, muziek en humor met m’n dorpsgenoten.

     

    Kun je iets vertellen over deze nieuwe reeks werken, over het project en hoe je hieraan begon?

    Een voorvader uit de 17e eeuw was als bestuurslid van de toenmalige marine betrokken bij de slavenhandel. In het Amsterdam Museum bezocht ik het schuttersstuk waarop hij is afgebeeld en kreeg een heel interessante uitleg door de curatoren Imara Limon en Tom van der Molen. Daarna heb ik zijn geschiedenis nog verder onderzocht en mij tegelijkertijd verdiept in de geschiedenis van het Nederlandse slavernijverleden.

     

    Op een reis rond de Noord Atlantische oceaan heb ik architectuur en plekken bezocht die in bezit zijn geweest van Nederland en ten dienste stonden van de Nederlandse slavenhandel en slavernij. Deze architectuur en plekken zijn de onderwerpen van mijn schilderijen. Ik heb in 2018 Curaçao, Amsterdam, Ghana, Senegal en Suriname bezocht.

     

    Hans Broek, Gorée (2018), 29 x 110 cm, piezografie, oplage 20 (klik voor groot)

    Kun je iets vertellen over het onderwerp van de editie die je voor ons maakte, het eiland Gorée voor de kust van Dakar, Senegal?

    Het eiland Gorée was een handelspost waar hard en veelvuldig om gestreden werd, onder andere door Michiel de Ruyter. Het was tijdens de slavenhandel een belangrijk eiland vanwege de ligging tussen Afrika en het Caribisch gebied. Gevangen mensen uit West Afrika werden hier verzameld en door privé ondernemingen verkocht aan handelaren die daar met hun schepen aankwamen. Deze handel heeft 4 eeuwen lang geduurd. Volgens sommige historici zijn hier vandaan 20 miljoen tot slaaf gemaakten naar de ‘Nieuwe Wereld’ vervoerd. Over de aantallen verschilt men van mening.

     

    Nederland vond dit eiland zeer belangrijk en bouwde direct na het veroveren van het eiland op de Portugezen Fort Oranje (zichtbaar aan de rechterkant van het eiland) en Fort Nassau (op de heuvel), om het te verdedigen tegen andere Europese naties. Het is een eiland met een lange geschiedenis van misdaden tegen de mensheid, onder andere door de Nederlandse staat.

     

    Ben je als landschapsschilder nu op een andere manier betrokken bij je onderwerp vergeleken bij je vroegere Californische en Noord Atlantische landschappen?

    Armando schilderde ‘schuldige landschappen’: waarom deed die boom of die bosrand niets? In mijn geval schilder ik, waarom deed de zee niets, waarom deed de zon niets, waarom deed de wind niets, maar vooral, waarom deed ons hart niets. De onderwerpen van mijn schilderijen zijn beladen landschappen en architectuur. Het is een onderzoek naar de duistere kant van de identiteit van Nederland. Als ik aan mijn Californische (stads)landschappen denk, dan zie ik een connectie tussen de ‘middle class’ en slavernij.

     

    Tentoonstelling in De Pont 1997 (fotograaf: Henk Gerardts)

    Je werkt graag in series, je hebt jaren in Los Angeles en New York gewoond en gewerkt. Heeft elke locatie een specifiek effect op de series werken die je gemaakt hebt?

    Los Angeles was voor mij de plek van ‘less is more’, of zoals ik het soms noemde: reduceren tot het maximum. In New York bracht ik emotie en drama terug in mijn werk. In Afrika kwam mijn vroegere nonchalance, ‘the devil may care’, weer terug.

     

    Hans Broek, Colorado Boulevard (2004), collectie Dordrechts Museum

    Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

    Ik ben van plan om grote museale werken te maken. De onderwerpen hiervan zijn duister. Maar dat duistere, sinistere is het centrale gegeven in mijn nationale zelfonderzoek, en iets wat nu eindelijk eens uitgesproken moet worden in de hedendaagse schilderkunst.

     

     

    De speciale editie van Hans Broek Gorée (2018) is groot, maar liefst 29 x 110 cm. Het is een pigment druk van een prachtige kwaliteit, een piezografie, de oplage is 20. De introductieprijs voor de eerste exemplaren is 550,-. Bestel hieronder je exemplaar. Wij adviseren je graag voor wat betreft de mooie lijst met artglass zoals op de foto’s.

     

     

  18. KOEN DELAERE – 66 unieke werken op papier

    Leave a Comment

    Koen Delaere, Zonder titel, #24 (2018), grafietstift, oilstick, carbonpapier en olieverf op papier, 50 x 30 cm.

    Een mooie kans voor al die liefhebbers die de vorige keer misgrepen toen we op We Like Art een reeks van 40 werken op papier toonden van Koen Delaere. Nu een prachtige reeks van maar liefst 66 werken op papier. Deze nieuwe serie is onder meer gemaakt in Abu Dhabi, New York, Mallorca, Midsland aan Zee en in Basel. Het zijn weer gruizige pareltjes. Elk blad is doorwerkt en zwaar van de olieverf, grafisch en zinnelijk tegelijk. UPDATE: alle werken uit deze reeks zijn verkocht.

    Delaere hoort bij de generatie kunstenaars die opnieuw de mogelijkheden van abstractie en expressie onderzoeken. Om zichzelf op het doek maximale vrijheid te geven, hanteert hij bij elke serie een aantal vaste voorwaarden in de keuze van materiaal, gereedschap, drager en handeling. Hij gebruikt alleen standaardformaten doek en papier, alleen kleuren rechtstreeks uit de tube en legt een vooraf bekend ritme in zijn bewegingen. Muziek speelt daarbij ook een grote rol.

     

     

    Koen Delaere woont en werkt in Tilburg. Zijn werk is in veel musea en tentoonstellingsruimten te zien geweest zoals in New York, Brussel, Düsseldorf, Berlijn, Amsterdam, Utrecht, Tilburg, Japan en Brazilië. Eerlijk gezegd gaat het als een speer met zijn internationale carrière. Zijn werk is inmiddels opgenomen in de collecties van musea, bedrijfscollecties en privé-collecties over de hele wereld.

    Prachtig dus dat je nu voor een mooi bedrag een uniek werk van Koen Delaere kunt bemachtigen. De werken kunnen opgehaald worden in Amsterdam of ze kunnen verpakt in een kartonnen doos aan je verzonden worden.

     

    We maakten een online catalogus van deze prachtige reeks. Hierin kun je alle werken en overzichtsfoto’s van de reeks bekijken. Blader door de catalogus, tip: rechts onderaan zit een button voor een schermvullende weergave.

    De werken zijn gemaakt met grafietstift, oilstick, carbonpapier en olieverf op papier. Ze zijn allemaal circa 50 x 30 cm. De beschikbare werken uit de reeks staan in onze webshop, zie onderaan deze pagina.  Op deze pagina zie je alle werken uit de reeks.

    16 werken uit de reeks van 66

     

    In de afgelopen anderhalf jaar heb je gewerkt aan een speciale serie werken op papier voor We Like Art. Kun je iets vertellen de totstandkoming van deze reeks?

    Ik heb tijdens reizen steeds een pak papier bij me in mijn bagage. Tekenen is voor mij iets heel vanzelfsprekends en directs. Ik reageer steeds op het moment waar ik in zit. Dit kan  gaan over het verwerken van allerlei stimuli of het tegenovergestelde daarvan, totale verveling.

    Aan de ene kant zou je kunnen zeggen dat je voortdurend onderhevig bent aan allerlei ‘sensaties’. Merleau Ponti beschrijft dat mooi in zijn tekst over Cézanne. Cézanne schildert steeds die Mont Saint Victoire en legt daarin de basis voor abstracte schilderkunst. Tegelijkertijd schildert hij ook domweg die berg, hij staat daar buiten in de zon in het veld naar die berg te kijken. Dat contrast vind ik interessant.

     

    Atelierbezoek aan Delaere, november 2018

    Die frictie tussen een conceptuele, formele manier van werken en dat romantische poëtische dat daar ook in zit. Dus dat was zeker aan de hand, gedeeltelijk zijn de werken bijna field recordings, directe verslaglegging van ergens ter plekke zijn. De werken zijn onder andere gemaakt in Abu Dhabi, New York, Mallorca, Midsland aan Zee, Basel.

    Maar verveling speelde ook een rol. Ik zie verveling niet als iets negatiefs. Het is eerder een ruimte tussen activiteiten in. Het stimuli respons model is niet altijd nodig om op ideeën te komen . Volgens de neuroloog Oliver Sachs maken we een verkeerd onderscheidt tussen bewustzijn en onderbewustzijn. Hij maakt in een interview in het boek ‘Een schitterend ongeluk’ korte metten met het stimuli response model.

    De hersenen hebben helemaal geen input nodig om output te genereren, die genereren juist heel de tijd output uit zichzelf. Sachs zegt dat we juist het hoogste bewustzijn hebben tijdens de slaap, omdat we dan niet afgeleid worden door de werkelijkheid. Hij ziet dat ook terug in de natuur, alle objecten om ons heen zijn in een voortdurende staat van activiteit, het is alsof de hele wereld droomt. Ik hou wel van dat soort momenten tussen activiteiten in, die hebben juist een groot potentieel omdat ze niet ingevuld zijn.

     

     

    Kun je iets vertellen over de invloed van muziek op je werk? Het lijkt soms of je werk juist heel erg over muziek gaat, een visuele mix van riffs en beats…

    Ik ben in mijn werk erg geïnteresseerd in het idee dat er verschillende stemmen tegelijkertijd spreken in een werk. Verschillende krachten die tegelijkertijd actief zijn in hetzelfde veld. Mijn manier van werken is aan de ene kant heel erg ingekaderd, binnen een aantal vooropgestelde parameters moet het gebeuren.

    Maar ik wil deze formele uitgangspunten juist maximaal laden met leven. Er zijn denk ik duidelijke parallellen met muziek hierin. John Maus heeft het over de fysieke moleculaire realiteit van sound als alles bepalende factor in de beleving van Live muziek als hij optreedt. Hetzelfde zou je kunnen zeggen over kleur. Kleur is even ongrijpbaar als concreet.

     

    Koen Delaere, Zonder titel, #51 (2018), grafietstift, oilstick, carbonpapier en olieverf op papier, 50 x 30 cm.

    Ik draai altijd muziek tijdens het maken van werk. Het geluid schept een ruimte waarin ik beter functioneer, ik sta ineens niet meer in een atelier, maar in de ruimte van de muziek met al zijn formele en emotionele associaties en kenmerken. Muziek maakt mijn ruimte groter. Muziek en vooral live muziek zijn altijd belangrijk voor me geweest. Zolang ik mij herinner heeft het altijd een rol gespeeld in mijn leven, dus fijn dat je dat ook in mijn werk ziet.

    In je atelier zien we een vloer bezaaid met potten en tubes, een clean atelier werkt voor jou niet?

    Clean of rommelig speelt niet echt een rol, ik ben daar niet heel erg mee bezig. Opruimen zou inderdaad een ritueel kunnen zijn, voor dat je aan het werk begint, ruimte scheppen. Maar ik gebruik andere rituelen. Lopen werkt voor mij goed, je hoofd leeg maken, muziek.

     

     

    Een keer in de zoveel tijd ruim ik op, laat ik het werk fotograferen. Ik kan er goed doorheen kijken door die rommel, ik zie alleen goede of slechte schilderijen die er staan. Een vel papier dat rondslingert in het atelier en waarop allerlei vlekken en voetafdrukken zitten kan ook nieuwe ideeën triggeren voor een werk. Zoals Bruce Nauman schreef ‘pay attention motherfucker!’

     

     

    Wat zijn je plannen voor de komende tijd?

    Ik heb in januari 2019 een tentoonstelling in Park in Tilburg met Ide André , hij was een student van mij op Artez in Arnhem, dus daar verheug ik mij op. Een aantal nieuwe werken gaan we daar ter plekke maken. In het voorjaar heb ik mijn tweede solotentoonstelling bij Van Horn Gallery in Düsseldorf met nieuw werk, en ik ben bezig met een project dat in Basel te zien zal zijn.

     

    Koen Delaere, Zonder titel, #31 (2018), grafietstift, oilstick, carbonpapier en olieverf op papier, 50 x 30 cm.

    UPDATE: Alle werken uit deze reeks zijn inmiddels verkocht!

    Op deze pagina zie je alle werken uit de reeks.

     

  19. Blue Cloud, een nieuwe editie van SCARLETT HOOFT GRAAFLAND

    Leave a Comment

    Blue Cloud (2010), Analoge C-print, oplage 30, 40 x 32 cm

    Scarlett Hooft Graafland (1973, Maarn) ziet haar werken eerder als sculpturen dan als fotografie. Ze reisde inmiddels voor haar projecten naar Israël, New York, IJsland, Bolivia, China, Canada, Madagaskar en Vanuatu. Ze bedenkt ter plekke wat ze wil fotograferen, zoekt naar materialen en improviseert met situaties.

    Ze spreekt over sculpturen die ze in het landschap plaatst. Hoewel Hooft Graafland veel foto’s ensceneert met objecten, speelt toeval een grote rol. Ze werkt met een analoge camera en ziet thuis in Amsterdam pas – na het ontwikkelen van de rolletjes – het resultaat van de foto’s. Ze gebruikt geen Photoshop of bewerking achteraf, ze laat bewust zien hoe de fotowerken tot stand zijn gekomen.

    In samenwerking met lokale kunstenaars, bij wie zij vaak verblijft, laat zij de beelden in haar hoofd werkelijkheid worden. In maar een paar uitgekiende opnamen legt ze de sculpturale performances vast.

     

    Altiplano, Bolivia

    Het werk van Scarlett is speels, intelligent, geestig, genereus, vreemd en beeldschoon. Door haar waanzinnige kleurgebruik knallen de werken van de wand in al hun intensiteit. Met haar dichterlijke ingrepen voorziet ze het landschap van een nieuwe betekenis. In dit geval zorgde ze voor een kleine cyaanblauwe wolk aan de voet van een cactus op een ‘eiland’ in de zoutvlakte van Bolivia onder een hemel van diep ultramarijn.

     

    Detail van Blue Cloud

    We vroegen Scarlett naar het verhaal achter Blue Cloud.

    Wanneer heb je dit werk gemaakt en waar?

    Ik heb Blue Cloud gemaakt in 2010 op een van de kleine eilandjes midden in de Salar zoutwoestijn van Bolivia.

     

    Instant sculptures van opgeblazen porselein

    Ik wilde al langer iets doen met wolken, in combinatie met kleur. Ik had in China gewerkt aan een project ‘Instant Sculpture’ waarbij ik natte net gedraaide porseleinen vazen liet ontploffen met vuurwerk. Mooi om het moment vast te leggen in materie Dit keer niet in het medium fotografie; ik vond het sterker om de verstolde knal zelf te laten zien in het porselein. Al had de knal zelf en al de rook ook iets raadselachtigs en wilde daar wel iets mee gaan doen, met de suggestie dat her iets staat te gebeuren, en dan in combinatie met landschap.

     

    Instant Sculpture (2010)

    Begin 2010 had ik een tentoonstelling in EastLink gallery met dat ‘Instant Sculpture’ project, en ook bij de World Expo die toen plaats vond in Sjanghai liet ik in een groepstentoonstelling een aantal van die vazen zien. Met het Chinese geld wat ik had verdiend aan enkele verkopen van de opgeblazen vazen heb ik toen met de hulp van de galeriehouder speciaal vuurwerk gekocht om mooie wolken te maken. Want waar kun je nou beter vuurwerk kopen dan in China!

    Cloud on the roof of East Link gallery

    De eerste testen hebben we op het dak van de galerie gedaan, te midden van al de wolkenkrabbers. Toen is het idee ontstaan om deze ‘gekleurde wolken’ mee te nemen naar een hele surrealistische omgeving bij de zoutvlakte van Bolivia, waardoor het contrast nog groter zou worden.

    Het leek simpel; een doos vol vuurwerk verschepen naar Bolivia, maar helaas aangekomen in Bolivia werd het een heel project om de doos vrij te krijgen uit de douane. Want explosieven kun je niet invoeren (behalve met het toestoppen van een stapel Boliviaanse bolivianos).

     

    Zijaanzicht Blue Cloud, analoge c-print dibond met diasec

    En eenmaal aangekomen op de zoutvlakte bleek het vuurwerk toch minder krachtig te zijn dan ik had gehoopt. Van alle wolken die we daar hebben gemaakt bleek alleen de blauwe echt mooi te werken. Wat ook wel weer goed is, vind de tegenstelling van wit-blauw wel sterk.

     

    Desert Rose, Socotra, Yemen (2014)

    Baobabbomen, drakenbloedbomen en cactussen komen vaker voor in je werk als motief, kun je hier iets over vertellen?

    In mijn werk gebruik ik vaker hele oude bomen, zoals de paar honderd jaar oude Renala Baobabbomen in Madagascar, de reden dat ik destijds ben afgereisd naar Madagaskar. Ook ben ik speciaal voor de hele oude drakenbloedbomen naar het Jemenitische eiland Socotra gereisd en de hele oude cactussen die groeien op de eilandjes midden op de zoutvlakte vind ik fascinerend. Het idee dat zoiets al zo lang bestaat, een stille getuige van het landschap, generaties mensenlevens hebben doorstaan, dat vind ik een prachtig idee. De torenhoge cactussen daar zijn net raketten, die ieder moment afgevuurd kunnen worden de lucht in.

     

     

    Je bent een aantal keren naar Bolivia teruggekeerd om nieuw werk te maken, wat bevalt je zo aan Bolivia? 

    Bolivia geeft me een groot gevoel van vrijheid. Het zijn de uitgestrekte hooglanden van de Altiplano, de surrealistische landschappen, je waant je in schilderijen van Magritte. En daarnaast werk ik daar met een groepje Boliviaanse kunstenaars wat heel inspirerend is, door hun andere, vaak lossere kijk op de wereld.

     

    Salt Steps (2004)

    Hoe zag zo’n werkperiode er uit voor jou?

    In de periode 2010 tot en met 2012 ben ik een aantal keren in Bolivia geweest. Ik woon daar dan intern in La Paz bij een van de bevriende kunstenaars, Gaston Ugalde, met wie ik vele reizen heb gemaakt. In die periode hebben we ook samen de duo tentoonstelling ‘Zouten Zielen’, ‘Almas de Sal’ gemaakt in Museo Nacional de Arte in La Paz. Dat was mooi, zo kon ik de werken die ik in de Altiplano gemaakt heb ook aan het Boliviaanse publiek tonen.

     

     

    Meestal heb ik dan vage ideeën van wat ik wil gaan doen op de vlaktes en bereid ik me voor in La Paz, daar zoek ik alle materialen, want eenmaal op weg zijn er eigenlijk bijna geen winkels meer. En dan nemen we alle materialen mee op het dak, vaak reizen we met een groepje in twee 4wheel drives, want je kan het je niet veroorloven met autopech vast te komen te staan in de immense zoutvlakte, dat is te link.

    Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?

    De komende tijd werk ik aan een project in het Midden Oosten, Oman en de Verenigde Emiraten. Ook bereid ik mijn overzichtstentoonstelling voor bij fotomuseum Fotografiska in Stockholm, dat opent in juni. En later in het jaar krijg ik een tentoonstelling bij Flowers Gallery in New York.

     

    Speciale editie Blue Cloud, analoge c-print dibond met diasec

    OVER DE SPECIALE EDITIE

    Blue Cloud (2018), Analoge C-print, oplage 30, 40 x 32 cm, introductieprijs: € 575,-

    Dit is een werk dat nog niet eerder getoond is, de editie is alleen via We Like Art te bestellen. Je kunt het werk bestellen in onze webshop (zie onder). De editie (als losse c-print in een envelop) kan bij ons in Amsterdam worden opgehaald of het werk kan aan je verzonden worden in een stevige envelop voor € 15,-.

    Klaar om op te hangen: het werk kan worden afgewerkt op dibond met glanzend diasec met op de achterzijde een ophangstrip, zoals op bijgaande foto’s, dit kost € 100,- extra, het werk kan bij ons opgehaald worden in Amsterdam of voor € 20,- aan je worden verzonden.

    We kunnen het ook voor je inlijsten met artglass in een witte Profilex lijst, zie hieronder in de webshop.

     

    Scarlett Hooft Graafland, Blue Cloud

    Scarlett Hooft Graafland, Blue Cloud in een Profilex lijst

  20. Kwetsbare rock chicks van LILIAN ELIENS

    Leave a Comment

    Met de vlugge virtuoze toets van de schilder die zo mooi de vluchtige modewereld karakteriseert. Stukjes opengelaten of spaarzaam beschilderd wit linnen suggereren catsuits, jurken en bloesjes. Er sluipt iets gruizigs in het opgepoetste photoshop domein van perfectie en verleiding.

    Atelierportret Lilian Eliens door André Smits

    Eliëns portretteert de wereld van de haute couture en de modeglossy en haar tengere hoogbenige werkneemsters. De modewereld als fijnzinnige echoput van gebaren, poses en houdingen. We schreven op We Like Art al eerder over de schilderijen van Lilian Eliëns. De modellen zijn in de vloeiende acrylverf de glossy ver voorbij.

    We maakten samen met Lilian Eliëns een speciale editie. We vroegen haar naar haar werk, atelierleven en de editie.

     

     

    Waar werk je?
    Mijn atelier ligt in Amsterdam-Noord. Ik werk er nu bijna zeven jaar. De omgeving is erg stil en dat bevalt me goed aangezien ik zelf midden in de oude Pijp Amsterdam met al z’n hectiek woon (ook prima). Het is een sobere maar erg lichte ruimte met veel ramen. We werken in het pand met zes kunstenaars en er hangt een goede werksfeer.

     

     

    We zien een stapel oude glossy’s – bieden deze jou inspiratie?
    Zeker, overigens zijn het oude en recente glossy’s – aangezien ik al een jaar of 20 veel glossy’s koop zitten er zeker oude exemplaren bij. Momenteel koop ik het liefs de Italiaanse Vogue, die is erotischer en dramatischer dan de wat bravere Nederlandse Vogue.

     

    Girls & guns – nr.4 (2005), 35 x 25 cm, acryl op papier

    De modewereld fascineert me. Ik ga met name op zoek naar de non-verbale taal van de lichamen van de modellen. Met een beperkt aantal verfstreken probeer ik zoveel mogelijk gelaagdheid neer te zetten. De ontmaskering die daar op volgt maakt de modellen tot mensen van vlees en bloed. Ik probeer kwetsbare momenten te pakken.

     

    Young Woman (2018), acrylverf op doek

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?
    Fietsen naar CS, het pontje naar de overkant en nog een stuk fietsen, ik ben een dik half uur onderweg naar mijn atelier. Meestal eerst bij binnenkomst thee, omkleden, verf mengen en in de tussentijd vooral kijken naar wat ik de voorafgaande dag, dagen heb gedaan.

    Op sommige dagen gaat het schilderen bijna vanzelf maar er zijn ook zeker dagen dat het stroever verloopt. Van tevoren is nooit duidelijk hoe mijn focus die dag zal zijn. Dat houdt het spannend. Laatst had ik een aantal dagen dat er niets uit mijn vingers kwam en toen ik op het punt stond te stoppen schoot er in een keer een prachtig werk uit mijn handen. Mooi is dat, na al het geploeter.

     

     

    Kun je iets vertellen over de reeks werken, die we hier op WLA tonen?
    In mijn eerdere werk was het me vooral te doen om te werken aan de lichaamshoudingen, ledematen van de modellen. Het gezicht was altijd een beetje afwezig. Hieraan voorafgaand heb ik een serie gemaakt met dikke lagen verf waar de modellen van je af kijken of juist omlaag en dat leverde erg ingetogen, intieme verstilde beelden op. Het deed sommige mensen aan voyeurisme denken.

     

    Girls & guns – nr 3 (2005), 33 x 25 cm, acryl op papier

    Vanuit die serie ontstond de behoefte om schilderijen te maken die veel opener en dynamischer zijn en waar het model je juist wel aankijkt. Indringend, met sterke expressie, soms bijna dierlijk zoals het werk ‘Kerchief’. Aan die serie werk ik nu nog steeds.

     

    Kerchief (2018), 35 x 30 cm, acryl op papier

    Je werkt graag met transparante acrylverf die je met vlotte toetsen aanbrengt, nat als in een aquarel. Hoe komt een schilderij tot stand?
    Ik werk eigenlijk op 2 manieren. Heel direct, zonder er al te veel bij na te denken. Daarvoor moet ik heel gefocust zijn en ik zet ook alles om me heen uit. Het werk moet dan in één keer goed zijn, alles moet kloppen. Soms mislukken er meerdere werken achter elkaar en dan in één keer is het goed, klaar.

    Een andere werkmethode is laag op laag op laag, veel afstand nemen en kijken. Dan kan ik soms weken achtereen werken aan een schilderij en heeft het schilderij een dikkere huid gekregen dan de transparantie die de andere werkmethode met zich meebrengt. Beide werkwijzen zijn interessant voor mij.

    Posture, speciale editie, 29 x 22 cm, hoogwaardige pigmentdruk, oplage 15

    Je maakte voor We Like Art een speciale editie, van een frêle model, hoe heet dit werk?
    Het werk heet ‘Posture’ en heeft voor mij een rafelig karakter. Ook dit werk is in een keer gemaakt. Het model poseert een beetje onhandig en kwetsbaar – maar oogt ook stoer met een rockchick voorkomen, een heel suggestief werk. Het zwart met roze vind ik zelf erg mooi in dit werk.

     

    foto: Marjolijn Heijnen

    In je werk lijken de modellen en de parade op de catwalk zowel zelfverzekerd als kwetsbaar, hoe zie je dat?
    Wanneer laat je jezelf werkelijk zien? Dat is een centrale vraag die ik mezelf steeds weer stel. We zijn allemaal onderdeel van een systeem vol verwachtingspatronen. Dat geldt al helemaal voor de modellen op de catwalk . Ik probeer juist de kwetsbare momenten te vangen en ook de krachtige, het liefst met zo weinig mogelijk middelen.

     

    Summer Show Winnaars @ Francis Boeske Projects Amsterdam, foto: Francis Boeske

    Wat zijn je plannen voor de komende tijd?
    Nu nog even door met deze serie en dan heb ik het plan om voor de KunstRAI komend jaar grotere werken te maken. Van modellen weer helemaal van top tot teen op de transparante manier van schilderen. Lekker los en ruig.

     

    Smoke – nr.4 (2016), 30 x 24 cm, acryl op doek

    Hieronder zie je de werken van Lilian Eliëns die we online aanbieden, ook de speciale editie kun je in onze webshop aankopen. De werken kunnen opgehaald worden in Amsterdam of aan je verzonden worden.

     

  21. JASPER HAGENAAR – ‘Feniks hand’ – een nieuwe editie

    Leave a Comment

    Ha Jasper, kun je iets vertellen over je atelierruimte in Utrecht?

    Ik werk in een groot en licht atelier in de binnenstad van Utrecht. Het bevindt zich in een oud schoolgebouw uit het begin van de 20ste eeuw op de eerste verdieping. We delen het pand met twee crèches en een dansschool, waardoor het eigenlijk nooit stil is. Ik heb hier in het begin aan moeten wennen, maar vind het nu eigenlijk wel prettig; een zeker besef van de buitenwereld. Ik kijk uit op de achtertuinen van de villa’s aan de Maliebaan, die wel wat weghebben van een verborgen park in de stad.

     

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?

    Ik ben meestal tussen 8 uur en half negen in mijn atelier.  Ik houd van de ochtend en ben dan meestal het productiefst. Het eerste wat ik doe als ik binnenkom is water koken voor thee en muziek aanzetten. Als ik bezig ben voor een tentoonstelling of midden in een serie werken zit, begin ik het liefst zo snel mogelijk. Vaak weet ik dan ook precies hoe en waarmee ik verder moet. Ik werk dan meestal door tot een uur of 5, soms onderbroken door een wandelingetje naar de supermarkt om lunch te gaan halen. Dagen dat ik niet midden in een proces zit, zijn wat losser. Dan zit ik soms een paar uur te lezen of muziek te luisteren en tussendoor maak ik schetsen of modellen.

     

    Je werkt graag aan reeksen schilderijen die onderling verwant, haast familie zijn. Zo werk je al een paar jaar aan een series van vitrines, vazen en reliëfs. Kun je hier iets vertellen over dat seriematige werken?

    Ik werk zeker in reeksen en ze als familie benoemen is ook juist, maar ik wil een groep werken schilderen die qua stemming met elkaar verwant zijn. Niet zozeer het onderwerp van de werken schept de samenhang, maar de stemming die ze uitstralen. Ik begin zo’n groep werken meestal met een vaag idee in mijn hoofd waar het ongeveer heen moet en vervolgens, ergens halverwege begint dit thema / deze stemming concrete vormen aan te nemen.

    Tentoonstelling Negen Vazen bij Galerie Althuis Hofland fine arts

    Binnen deze manier van werken heb ik inderdaad een aantal onderwerpen die mij zeer dierbaar zijn en die ik op verschillende manieren inzet. Zo kan een vaas of vitrine in de ene tentoonstelling een andere rol spelen dan in een andere. Als je bepaalde onderwerpen vaak geschilderd hebt, worden het een soort goede vrienden. Je weet wat je aan ze hebt, waar de moeilijkheden zitten en wanneer ze op hun best zijn, en toch blijft het interessant.

     

    Ook lijkt het alsof je je graag verhoudt tot de antieke wereld, maar dan misschien meer met de antieke wereld zoals die heel individueel beleefd wordt?

    Ik heb natuurlijk ooit nog een jaar geschiedenis gestudeerd. Het bleef echter bij een jaar omdat ik het me allemaal iets romantischer had voorgesteld. De romantiek van het verleden is zeker een element binnen mijn werk. Maar het gaat mij vooral over het gevoel dat ik had als kind toen ik tussen de fossielen liep in het Natural History museum in Londen, of door de zalen van het Teylers in Haarlem. Deze verwondering, gecombineerd met een jeugdige zucht naar avontuur (het waren de jaren van Indiana Jones) is het werkelijke thema van deze werken.

     

    De reliëf schilderijen zijn eigenlijk op een soortgelijke manier ontstaan. Ik werd door mijn ouders veelvuldig meegenomen naar allerhande musea en als kind is er toen een bepaald beeld in mijn hoofd ontstaan hoe ‘moderne’ kunst er uit hoort te zien. De geschilderde reliëfs zijn direct hier uit voortgekomen.

     

    Rendez Vous met Frans Hals, in Frans Hals Hof, foto: GJ van Rooij

    Afgelopen zomer had je een mooie dubbeltentoonstelling met Anton Henning in het Frans Hals Museum, waarbij jullie beiden reageerden op werk van Frans Hals. Hoe heb je dit experiment ervaren?

    Ik merkte dat het echt begon te leven toen ik daadwerkelijk de collectie van het museum ben ingedoken. Toen ik eenmaal bepaald had welke werken uit de collectie ik wilde gebruiken, ging het eigenlijk allemaal vrij soepel. Ik heb natuurlijk veel met Anton kunnen sparren over de ideeën die ik had. Dat we drie zalen hebben gekregen van het museum was ook niet onbelangrijk; hierdoor konden we ook daadwerkelijk iets neerzetten.

    Ik vond het te gek om toch weer op een andere manier naar mijn eigen werk te moeten kijken.  Al met al was het best een complexe opdracht die we onszelf hebben gegeven. Het is namelijk een dunne lijn tussen citeren en kopiëren. Daarnaast wil je je eigen werk recht doen en vooral niet te plat gaan reageren op de gekozen werken en uiteindelijk moet het geheel ook nog een goede show vormen. Maar ik heb er met heel veel plezier aan gewerkt en ben erg blij met het resultaat.

    Rendez Vous met Frans Hals, Frans Hals Hof, foto: GJ van Rooij

    Je maakte een raadselachtige editie voor We Like Art waarin een beschilderde hand centraal staat. Wat wil je over dit beeld kwijt?

    Niet te veel haha. Ik wil niet te veel uit leggen, omdat het juist zo mooi is om als kijker te worden meegenomen; om je eigen verhaal erbij te kunnen verzinnen. Het idee van het lichaam, of een lichaamsdeel, als canvas vind ik mooi. Het refereert natuurlijk aan tribale schilderingen en tatoeages. Maar door  de vorm en zeker ook het onderwerp van de schildering op de hand, ontstaan allerhande nieuwe associaties.

    Deze Feniks, maar ook bijvoorbeeld de Batman op de onderkant van de voet  in een eerder werk, brengen naar mijn idee precies de juiste mate van verwondering in het beeld. En de Feniks is natuurlijk sowieso een prachtig onderwerp.

    Speciale editie ‘Feniks hand’ (2018), piezografie/pigment druk, 40 x 30 cm

    Je werkt kenmerkt zich door een gedempt kleurgebruik en een vaardige toets. Hoe is dat zo gekomen?

    Ik ben jaren terug op de Rijksakademie begonnen met het maken van aquarellen op papier. In deze werken zit een zekere losheid en een gestuurd toeval. Ook maak je bij aquarellen gebruik van het wit van het papier. Ik heb deze techniek vertaald naar olieverf.  Waar weinig mensen bij stilstaan is het belang van de ondergrond waarop je schildert.

    Verf gedraagt zich op elke ondergrond anders. Ik ben jaren op zoek geweest naar de geschikte drager  om op te schilderen. Ik werk momenteel bijna altijd op paneel dat ik zelf op een bepaalde manier prepareer.  Het uiteindelijke resultaat is een samengaan van al deze factoren. Ik ben altijd op zoek naar een hoge mate van concentratie in mijn schilderen, Ik zie te veel werk om me heen dat dit mist. Het gedempte kleurpalet is iets wat ik altijd heb gebruikt. Het past bij de onderwerpen die ik schilder, maar ook bij mij als mens; ik houd van de herfst.

     

    Batman’s left foot (2016), olieverf op paneel, 56,8 x 35 cm, collectie centraal museum

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk, een nieuwe serie? 

    Ik heb hier eerder al het een en ander over gezegd; hoe een groep werken langzaam vorm krijgt. De aanleiding kan van alles zijn. Een boek dat ik heb gelezen of een filmscène. Soms zelfs een enkel woord, of een bepaalde herinnering.  Haven, de titel van mijn tentoonstelling uit 2012 heeft jaren daarvoor op een post it, boven mijn bureau gehangen.

    Meestal maak ik dan een of twee werken die een directe relatie hiermee hebben en vervolgens komen er nieuwe associaties. Het lijkt op die momenten alsof ik veel scherper naar mijn omgeving kijk en opeens zie ik overal mogelijke schilderijen. Daarnaast ga ik dan ook gericht op zoek naar beelden die ik kan gebruiken, of ik maak nieuwe modellen die ik kan schilderen. Juist het samengaan van deze uitermate geconstrueerde beelden en toevallige vondsten vind ik mooi.

     

    Wanneer is een werk voor jou af en geslaagd?

    Als je net met een schilderij begint, ligt alles nog open, langzaam groeit zo’n werk en  merk je dat je steeds dichterbij komt en daardoor steeds voorzichtiger gaat handelen, tot je op een punt komt dat je weet dat je moet ophouden. Een enkele keer weet ik dan direct dat het goed is, vaker moet ik het dan een tijdje laten voor wat het is.

    Ik moet dan opnieuw een zekere afstand tot het werk opbouwen, zodat ik er wat objectiever over kan oordelen. Als je net heel intensief een aantal dagen aan een schilderij hebt gewerkt, wil je niet altijd toegeven dat het eigenlijk toch niet zo goed is geworden.

     

    Speciale editie ‘Phoenix Hand’

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Ik heb een bescheiden collectie. De meeste werken heb ik geruild met collega’s en hebben daarom een persoonlijk verhaal. Een enkel werk heb ik gekocht.  Ik word er nog steeds elke dag blij van om ze om me heen te hebben.

     

    Jasper Hagenaar

    Jasper Hagenaar heeft een mooie staat van dienst. Hij was onder meer winnaar van de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst. Zijn werk is in allerlei museale, bedrijfs en particuliere collecties opgenomen. Kunstcriticus Hans den Hartog Jager gaf zelfs in NRC Handelsblad een verkapt koopadvies naar aanleiding van een solotentoonstelling die hij bezocht had. Hij omschreef de panelen van Jasper als “kleine, ongrijpbare herinneringen. Zo klein en krachtig dat je ze het liefst meteen onder je arm zou meenemen om ze op een beschut plekje in je huis te hangen en daar als geheime schat te koesteren. Niet te veel blikken. Afzondering. Intimiteit.”

  22. Exclusief: COEN VUNDERINK | 20 unieke werken op papier

    Leave a Comment

    Coen Vunderink met de nieuwe werken

    Coen Vunderink, ‘Only dead fish go with the flow’ (2018), unieke werken op papier, 100 x 70 cm, prijs: € 500,-

    Coen Vunderink maakte speciaal We Like Art 20 nieuwe werken op papier. In de flow van zijn laatste tentoonstelling Only dead fish go with the flow in Melklokaal Heerenveen ging hij voor ons aan de slag op groot formaat zwaar papier. Het resultaat, 20 grote werken op papier, is indrukwekkend. De werken zuigen je met hun diepe, fluweel-achtige zwarten in de compositie. De schuine lijnen en meer figuratieve elementen sturen je blik door het werk. Het lijken vroege fotogrammen waarbij positief en negatief stuivertje wisselen. De soms volgelopen vitragerasters geven prachtig fijnzinnige röntgen details.

    Detail Multiple Coen Vunderink

    Deze werken hebben dezelfde titel gekregen als zijn tentoonstelling. Voor Coen staat de titel niet zozeer voor tegendraads gedrag, maar heeft het veel meer te maken met alles wat hem bij het tegen de stroom ingaan juist verder brengt. Zoals roofvissen tegen de stroom inzwemmen omdat het voedsel, de prooi, hen dan tegemoet komt.

    Zo ook met de vrije manier van werken van de kunstenaar. Als hij zijn vaste routines los laat, ontstaan er nieuwe dingen, en valt het hem toe. In onderstaand interview vertelt Coen over het maakproces – bewegend tussen alle werken op de ateliervloer – tegelijkertijd werkend aan meerdere vellen. We vroegen de kunstenaar naar zijn werk en atelierleven in de prachtige Biotoop van Haren (Groningen).

    Wat een prachtig atelier heb je, kun je iets vertellen over de ruimte en deze locatie in Haren?

    Dank je. Het complex waar ik mijn atelier heb heet de Biotoop. Het is het voormalig biologisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen, nu in beheer bij Carex. (leegstandsbeheer) We hebben werkvleugels en woonvleugels. Het bevalt mij heel goed om met andere kunstenaars en ondernemers samen in een pand te werken. De open dag die jaarlijks georganiseerd wordt in mei trekt wel 2.500 bezoekers.

    Mijn atelier is een voormalig laboratorium lokaal. Ik heb alle tafels en dergelijke verwijderd, alsook het verlaagde systeemplafond. Wat overbleef is een mooie grote hoge studio met over de gehele breedte ramen met daglicht. In de ruimte heb ik in het midden een doorzichtige wand geplaatst zodat ik een ‘spuit’ cabine heb. In deze cabine maak ik het werk en in de andere ruimte hang ik het dan op om het te bekijken / af te kijken.

    Coen in zijn atelier, met de nieuwe werken

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?

    Vaak begin ik met mailtjes en dergelijke. Dan als dat klaar is bereidt ik een schilderssessie voor. Omdat ik ook met ei tempera werk kost het tijd om de verf aan te maken die ik ga gebruiken. Als dat klaar is start ik het schilderen in de cabine. Ik werk aan meerdere werken tegelijk zowel op doek als op papier. Meestal duurt de sessie ongeveer een uur. Daarna pauze, kijken wat ik heb gedaan en even naar buiten. Dan volgt er nog een sessie van een uur en begint het opruimen en schoonmaken. Het spuiten met de verfspuit en tempera kan wel maar vereist dat het iedere keer grondig schoongemaakt wordt.

    Je werkt graag all-over, tot op de wand zijn patronen te zien. Experimenteren lijkt aan de basis te staan van je kunstenaarschap.

    Ik houd van het ‘toevallig’ ontstaan van schilderijen. Toen ik op de academie zat kwam ik erachter dat -terwijl ik erg mijn best deed goede schilderijen te maken- dat de plaat waar ik de verf op mengde vaak veel interessantere beelden opleverde dan het daadwerkelijke schilderij. In de cabine die ik nu tot mijn beschikking heb doet alles mee in het zoeken naar schilderkunst. De vloer, de wanden en uiteraard de werken. Omdat ik veel met sjablonen krijg ik automatisch restmateriaal. Het a4-tje wat ik gebruik om een blok in een schilderij af te dekken tijdens het overspuiten krijgt ook een patroon of kleur. Deze restjes gebruik ik weer in collages of andere werken.

    Tentoonstelling Only dead fish go with the flow in Melklokaal Heerenveen

    Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?

    Ik heb altijd veel verschillende dingen gedaan. Op de kunstacademie en de jaren daarna verontruste mij dat wel eens. Zo van wanneer vind ik mijn eigen stijl/geluid? Nu ik wat langer bezig ben kom ik er steeds meer achter dat experimenteren en verandering bij mij hoort en dat al die verschillende gedaantes die mijn werk aanneemt onderdeel zijn van mijn handschrift. Terugkijkend hoort het er allemaal bij.

    4 van de 20 unieke werken uit de reeks Only dead fish go with the flow

    Vitrage en spuitverf zijn belangrijk in jouw werk, is dit vanaf de Ateliers al onderdeel van je werk?

    Toen ik op de Ateliers begon schilderde ik met olieverf grote ‘venster’ schilderijen. Ramen in met uitzicht op abstracte landschappen. Om stappen te zetten in deze manier van werken heb ik tijdens mijn periode in Amsterdam allerlei andere dingen gedaan. Onder andere heb ik grote sculpturen gemaakt.

    Toen ik voor een nieuwe sculptuur gekleurde latjes nodig had legde ik de latten op een klaarliggend groot schildersdoek. Over de latten gooide ik wat jute (wapening van het gips) en spoot er met tempera overheen. De latten werden mooi gekleurd met een raster erop echter toen ik ze van het doek verwijderde was het eerste ‘spuit’ schilderij een feit. Wat er te zien was (overbleef) leek op luxaflex met een prachtig licht wat erdoorheen viel. Een nieuwe manier van vensters schilderen was geboren. Tot nu en dat is al weer zeven jaar werk ik voortbordurend op deze ontdekking.

    Multiple #15 in lijst

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk/nieuwe serie?

    Vaak gaat een nieuwe serie gelijk op met het werken naar een tentoonstelling toe. Met de ruimte in gedachten bekijk ik hoeveel werken ik nodig heb en dan bestel ik de spielatten. Gedurende het werken naar de show maak ik veel foto’s en schrijf ik potentiële titels op. Dit is een dynamisch proces waarin van alles mag gebeuren. Uiteindelijk neem ik beslissingen en komt het naar de tentoonstelling toe tot een samenvatting.

    Kun je iets vertellen over de serie van 20 werken op papier die je voor ons maakte.

    Ik ben begonnen met de zwart-witte werken. Ik heb de werken tegelijk gemaakt – eigenlijk als een groot schilderij. De papieren vellen lagen op de grond van het atelier. Ik heb er verschillende sessies aan gewerkt en allerlei materialen gebruikt. Het zijn eigenlijk ‘palet’ werken. Ik deed een aantal ingrepen op de papieren en wat er gebeurde wat mij aanstond paste ik weer toe in nieuwe schilderijen waar ik mee aan het werk ben.

    Ik probeer niet al te veel bewust toe te passen van wat ik weet maar meer onderzoekend te werken op zoek naar nieuwe verschijnselen binnen de werken. Alle achtergebleven sporen vertellen in elk vel een eigen verhaal en toch zijn ze alle familie van elkaar. De gekleurde werken zijn familie van een serie genaamd Paradise. Deze zijn gemaakt met een sjabloon (vitragegordijn) met palmbomen. De vlakken fungeren als vensters op een felkleurig landschap.

    Hoe kwam je aan de titel van deze serie unieke werken – kun je daar iets over vertellen?

    Mijn laatste solotentoonstelling in Melklokaal Heerenveen in april 2018 had als titel Only dead fish go with the flow. Uitgangspunt voor deze tentoonstelling was tegen regels en gewoontes – die door de jaren heen in mijn werk waren geslopen – in te gaan. Bij deze tentoonstelling is ook een publicatie verschenen met dezelfde titel.  In het boek heb ik foto’s van mijn atelier, schilderijen en natuur/vis foto’s gecombineerd. Ik ben graag aan de waterkant en maak daar ook veel foto’s. De natuur en het water zijn absoluut een inspiratie.

    Tentoonstelling in Melklokaal Heerenveen – foto: Linus Harms

    We zijn heel blij met deze prachtige reeks van 20 unieke werken op papier. Je kunt de individuele werken hieronder bekijken (klik voor groot). Geef je favoriete werk aan ons door dan maken we je aankoop graag in orde. Mail ons.

    Coen Vunderink, ‘Only dead fish go with the flow’ (2018), acrylverf op papier, 100 x 70 cm. Prijs: € 500,- | prijs ingelijst: € 700,-, ingelijst met Artglass: € 790,-

    Coen Vunderink, multiple #1 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #2 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #3 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #4 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #5 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #6 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #7 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #8 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #9 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #10 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #11 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #12 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #13 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #14 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #15 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #16 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #17 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #18 (2018)

     

    Coen Vunderink, multiple #19 (2018) VERKOCHT

     

    Coen Vunderink, multiple #20 (2018)

     

    Even resumeren: Geef je favoriete werk aan ons door, we maken je aankoop graag in orde. Mail ons.

    Coen Vunderink, ‘Only dead fish go with the flow’ (2018), acrylverf op papier, 100 x 70 cm. Prijs: € 500,- | prijs ingelijst: € 700,-, ingelijst met Artglass: € 790,-. Ingelijste werken kunnen alleen opgehaald worden in Haarlem bij lijstenmaker Mark Keppel. Losse werken kunnen opgehaald worden bij ons in Amsterdam, verzenden kan in overleg.

     

    Multiple Coen Vunderink detail

     

     

  23. De Kunstmeisjes over ‘waardevol en weerloos’ én weergaloos

    Leave a Comment

     

    De Kunstmeisjes geven wekelijks – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen op hun website, Instagram en Facebook. Speciaal voor We Like Art spitten ze elke maand onze collectie door en kiezen ze hun favoriet. Waarom zouden zij dit werk het liefst aan hun eigen muur zien? Dit keer zijn dat ‘Neutral Zone #09 (Lucebert’s Ladder)’ & ‘Neutral Zone #10’ van Arjan van Helmond.

     

    ‘Neutral Zone #10′ en ‘Neutral Zone #09 (Lucebert’s Ladder)’

    In Luceberts oude huis in Bergen kunnen tegenwoordig kunstenaars een residency doen; een soort langdurige logeerpartij in een andere omgeving dan hun eigen atelier om extra inspiratie op te doen en lekker door te kunnen werken. Lucebert (1924-1994) was een dichter en kunstenaar die bekend stond als voorman van de Vijftigers: een groep van dichters die het experiment aangaan.

     

    Luceberts voormalige atelier, schilderij: Arjan van Helmond, wandtekeningen: Lucebert

    Veel mensen, waaronder praktisch alle Rotterdammers, kennen hem misschien het beste van zijn dichtregel:  ‘Alles van waarde is weerloos’. Deze zin in Rotterdam in neonletters op een gebouw aan de Blaak te lezen. In de jaren 50 vestigde Lucebert zich in het kunstenaarsdorp Bergen, samen met zijn echtgenote Tony Koek. Een naam die ons meteen doet verlangen naar een reep Tony Chocolonely’s gecombineerd met biscuitjes, maar dat terzijde.

     

    Luceberts voormalige atelier met schilderijen van Arjan van Helmond

    Een van de residenten in Luceberts voormalige atelier is Arjan van Helmond (1971). Van Helmond schildert doorgaans de meest alledaagse onderwerpen. Vooral de omgeving waarin we ons dagelijks bevinden: ons huis en alles wat daarin voorkomt. De objecten zijn herkenbaar, maar Helmond wil meer dan alleen de werkelijkheid nabootsen. Hij probeert ons aan te zetten om ons emotioneel te verplaatsen in plekken en voorwerpen. Wat is er bijvoorbeeld gebeurd in een kamer? Wat hebben de voorwerpen allemaal meegemaakt? Ze zijn stille getuigen van verhalen, die vervolgens helemaal door de kijker kunnen worden ingevuld.

     

    Je zou misschien verwachten dat het oude atelier van Lucebert de ultieme plek is om nog veel meer verhalende interieurs te scheppen. Bergen heeft Van Helmond echter naar een heel nieuwe plek toe geleid: de zee. Hij heeft het atelier niet helemaal verlaten: sommige objecten uit het atelier heeft hij verwerkt in de zeegezichten. In zijn werk ‘Neutral Zone #09 (Luceberts ladder)’ zien we, de titel verraadt het al, een ladder drijven. Deze heeft normaal gesproken een prominente plek in het atelier, maar heeft nu een mysterieus nieuw doel op zee gekregen.

     

    Wij vinden het bijzonder om te zien hoe Van Helmonds residency in het oude huis van Lucebert een volledig nieuwe richting voor hem heeft betekend. Waar hij eerste hele afgebakende ruimtes schilderde, heeft hij door zijn verblijf in Bergen voor een onderwerp gekozen dat bijna eindeloos is. Zijn werken zijn de belichaming van ‘waardevol en weerloos’ én weergaloos.

     

    Palmtree and Gasstation #2 en Palmtree and Gasstation #5

    NB Beide edities Neutral Zone en de serie Palmtrees and Gasstations zijn op dit moment te zien in onze tijdelijke ruimte aan de Van Diemenstraat. Van harte welkom tijdens het OPEN HUIS zondag 21 oktober as tussen 14 en 17 uur om deze (en veel meer) te komen bekijken!

    Tekst: De Kunstmeisjes

     

     

  24. BAS VAN DEN HURK – Drinkin’ White Rum in a Portugal Bar

    Leave a Comment

    Bas van den Hurk, ‘Drinkin’ White Rum in a Portugal Bar’ (2018), multiple, nagellak, foundation, lipstick, oogschaduw op pigment print, oplage 15, 56 x 38 cm (in lijst 60 x 42 cm), prijs: € 475,- | prijs ingelijst: € 625,-

    We zijn heel blij dat Bas van den Hurk speciaal voor We Like Art een multiple maakte. Drinkin’ White Rum in a Portugal Bar’ is een serie van 15 werken op papier. Op een pigment druk op papier heeft Bas met make-up toevoegingen gedaan. De 15 werken verschillen dus van elkaar want ze hebben elk een specifieke behandeling gekregen. De werken zijn genummerd en gesigneerd aan de voorzijde. Het resultaat is mooi en raadselachtig. In onderstaand interview vertelt Bas over het maakproces – op locatie in Portugal. We vroegen de kunstenaar naar zijn werk en atelierleven.

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk? 
    Meestal werk ik aan een bepaalde tentoonstelling en het eerste wat ik dan doe is de ruimte gaan bezoeken waarin de tentoonstelling is. Wat is het voor plek? In welk land, in welke stad? Wat is er voor sfeer? En dat koppel ik aan vragen waar ik mee bezig ben.

    Heel vaak komen die voort uit teksten die ik op dat moment lees. Momenteel bijvoorbeeld werk is aan een driemans-tentoonstelling en daarvoor gebruik ik een tekst van Celine Condorelli over vriendschap. Deze tentoonstelling komt in een ruimte die bestaat uit verschillende geschakelde ruimtes waarbij je hele mooie zichtlijnen hebt.

    Het is interessant om te zien hoe je met z’n drieën dan omgaat met zo’n ruimte, en hoe een onderliggend motief over vriendschap daarin een rol kan spelen. Tegelijk heb ik de afgelopen maanden gewerkt met theatercollectief Lars Doberman aan een voorstelling over de vrouw.

    Bas van den Hurk, LA BREA Residency, foto Danny First

    Daarvoor hebben we ook veel gelezen en geëxperimenteerd, maar in een theaterzaal. Ik ben benieuwd hoe ik de ervaringen die ik daar heb opgedaan mee kan nemen en vertalen naar een presentatie in de beeldende kunst, van de black box naar de white cube. Van een periode waarin je iedere dag samen met anderen aan iets werkt naar een periode waarin ik allereerst weer alleen in het atelier aan het werk ben en pas daarna in een tentoonstelling dingen samen ga brengen.

    De titels van jouw werken (schilderijen en installaties) zijn bijzonder, kun je daar iets over vertellen?
    Eerder haalde ik mijn titels vaak uit films, bijvoorbeeld in Amerika heb ik een tijd lang alle werken naar personages van Uma Thurman genoemd, zoals Beatrix Kiddo uit Kill Bill. Maar de laatste jaren komen de titels meestal van songteksten, uit muziek waar ik op dat moment in mijn studio naar luister. Heel vaak teksten van Bob Dylan.

    Ik destilleer dan uit zijn teksten zinnen die ik koppel aan de beelden die ik op dat moment maak. Daarbij wil ik dat het niet narratief is en ook dat het niet niet-narratief is. Het moet er ergens tussenin zweven. Zodat het een veld van associaties opent, het werk nog een extra ruimte geeft. Of zoals Duchamp zei: een extra kleur.

    Stoffen zijn belangrijk in jouw werk, losse stoffen, opgespannen stof, maar ook toevoegingen als kralen, takjes en kettingen, is dit vanaf de academie al onderdeel van je werk?
    De stoffen hebben een meerledige achtergrond. Allereerst was mijn vader etaleur. Hij maakte grote etalages voor grote bedrijven, in die tijd was dat nog echt een vak. Als kind ging ik vaak met hem mee en ik denk dat ik daar al dingen opgepikt heb, een gevoel voor omgeving, een voorkeur voor schikking van uiteenlopende elementen in een ruimte.

    Daarom werk ik meestal met installaties, schilderijen houden vaak het midden tussen een autonoom werk en onderdeel zijn van een groter geheel. Verder was Tilburg van oudsher een textielstad. En omdat ik daar woon en vandaan kom, en ook in de oude textielbuurt woon en werk heeft dat ook invloed. Mijn atelier ligt tussen het Textielmuseum en de Pont in, en de Pont is zoals je weet ook gevestigd in een oude textielfabriek.

    Wat betreft de toevoegingen aan het schilderij dat is iets dat ik zo’n vijftien jaar geleden langzaam heb ontwikkeld. Eerst in samenwerking met Wouter Verhoeven met wie ik toen een duo vormde. Later alleen. De toevoegingen zijn, naast de stoffen, onderdeel van het bevragen van het schilderij. Het maken van assemblages en collages geeft aan dat er botsende elementen zijn in een werk, zoals ook in de wereld an sich het geval is. We leven in een tijd die vol tegenstrijdigheden waarin dingen in onbegrijpelijke constellaties bij elkaar komen, dat wordt gereflecteerd in het werk.

    Wanneer is een werk voor jou af en geslaagd?
    Zolang de werken in het atelier zijn, zijn ze permanent onaf. Als ik aan een bepaald werk bezig ben staan en liggen er vaak veel andere werken om me heen. Vanuit mijn ooghoeken kan ik dan ineens zien dat er op die omliggende werken nog iets gedaan moet worden. Of iets geslaagd is zal meestal de tijd bepalen. Vaak pas later als je terugkijkt op een bepaalde periode met werken zie je dat.

    Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?
    Daar heb ik heel lang naar gezocht. En nog. Dat gaat altijd door. Ik zwerf tussen het verlangen om me volledig te richten op het maken van autonome schilderijen en het maken van installaties waarin werken onderdeel van een groter geheel worden.
    Ik leef met fragmenten, denk langs sporen. Ik beweeg me op en neer tussen de autonomie van de werken – en het verlangen dat daar aan gekoppeld zit om ook als mens zo autonoom mogelijk te zijn – en het bewustzijn dat een werk – en ook een mens – onderdeel is van een geheel van netwerken en contexten waarin werken functioneren.

    De heteronomie van een kunsthistorisch, kunsttheoretisch, filosofisch discours, maar ook de fysieke ruimte waarin een werk hangt of staat en de relatie die het daarin aangaat met andere werken en met de toeschouwers die er rondom bewegen.
    Het spanningsveld tussen die autonomie en die heteronomie vind ik het allerbelangrijkste aan kunst. En leven. Soms neig ik meer naar de ene kant en soms meer naar de andere, dat hangt af van mijn gemoed, van het moment in het leven waarin ik me bevind.

    Hoe ziet je gemiddelde werkweek er uit?
    Ik doe veel verschillende dingen. Ben niet een kunstenaar die iedere dag van 9 tot 5 in zijn atelier zit. Voor mij is dialoog heel belangrijk, ik werk veel samen, vaak met jonge mensen. Naast mijn eigen werk heb ik met Koen Delaere in 2008 Whatspace opgericht. Daarmee hebben we de afgelopen jaren een groot aantal projecten gedaan, variërend van ruige eendags-acties tot langlopende museum-presentaties.

    Daarnaast run ik mede Gastatelier LEO XIII, een residentie-plek met een groot atelier dat gelegen is in de voormalige school waarin ik ook mijn atelier heb. Ik geef les aan AKV/St. Joost en ben ik coach van mijn dochters hockeyteam.

    Afgelopen maanden heb ik – zoals gezegd – samengewerkt met theater collectief Lars Doberman dat onderdeel is van Orkater. Ik heb de kostuums gemaakt voor het stuk ‘De Vrouw’ dat momenteel door Nederland op tournee is, waarbij ik dan weer samenwerk met Sanne Jansen, een modeontwerper om de kleding te maken. En voor dit stuk heb ik ook veel samengewerkt met Jochem van Laarhoven, een oud-student, die onderdeel is van Lars Doberman voor het decor en de scenografie.

    De afgelopen weken bestonden voor mij veel uit het op- en neer rijden naar Amsterdam, dan met 8 mannen in een donkere ruimte jezelf opsluiten van 10 uur ’s morgens tot 10 uur ’s avonds om te experimenteren met theatrale vormen rondom een onmogelijke thematiek en daarin te zien wat de rol van beeldende kunst kan zijn. Ontzettend interessant, inspirerend en leerzaam om een tijd deel uit te maken van een dergelijk collectief, om even helemaal uit je comfort zone te zijn.

    Kun je voor ons je atelier omschrijven?
    Dat is een groot, licht, voormalig klaslokaal met heel mooi Noorderlicht. Het atelier is altijd in beweging. Ik werk veel met schragen en klaptafels zodat ik de opstelling snel kan veranderen. Het zeefdrukken vraagt om een andere opstelling als het schilderen. Tijdens het schilderen zelf werk ik afwisselend op de grond en aan de muur.

    Kun je meer vertellen over de multiple die je speciaal voor We Like Art maakte?

    De multiple heeft als basis een tekening die ik in 2016 als onderdeel van een grotere serie tekeningen gemaakt heb in de La Brea residentie in Los Angeles. Dat was een hele grote, ruige industriële ruimte.

    Tekenen is voor mij een snelle manier van denken. Uit die serie is een werk gekozen dat ergens die energie van Los Angeles, van die omgeving, van die studio in zich draagt. Nu heb ik de tekening als multiple meegenomen naar Portugal afgelopen zomer. En daar heb ik buiten op een balkon met uitzicht op zee in de zon elke dag met make-up toevoegingen gedaan aan het oorspronkelijke werk.

    Ik werk wel vaker met andere materialen en met make-up, maar dit was wel de eerste keer dat make-up het enige materiaal was wat ik had. Zoals met de stoffen vind ik het mooi dat een materiaal refereert aan decoratie, aan het opmaken, aan maquillage, alsof het om een personage gaat waarbij de persoonlijkheid benadrukt wordt door de manier waarop de make-up is toegevoegd. Bijvoorbeeld door veel glitter te gebruiken voor een extraverte versie of juist meer ingetogen kleuren voor een standvastig karakter.

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?
    Ja, zeker! Maar niet heel erg veel. Ons huis is in een voormalige gymzaal, die ook onderdeel is van het voormalige schoolgebouw waar mijn studio in zit. Het is een hoge, lichte ruimte, en als gezin hechten we aan die lichtheid, die openheid, die door het hele huis zit. Daarom hangen er niet zo heel veel werken. De werken die er hangen zijn van onder andere Koen Delaere, Rene Daniels, Marijn van Kreij, Remco Torenbosch, Joost Sicking, Tyrell Kuipers, Thomas Rameckers en Dan van Severen. We zijn aan veel van die werken erg gehecht en de meesten hangen er dan ook al heel lang. Soms voegen we wat toe, maar we halen niet veel weg.

    Bas van den Hurk, ‘Drinkin’ White Rum in a Portugal Bar’ (2018), multiple, nagellak, foundation, lipstick, oogschaduw op pigment print, oplage 15, 56 x 38 cm (in lijst 60 x 42 cm)

    Prijs: € 475,- | prijs ingelijst: € 625,-

     

  25. De portretten van MIRJANA VRBASKI

    Leave a Comment

    Mirjana bekijkt haar werk (foto: Mišenka)

    Hoe vond je destijds als jonge kunstenaar je eigen geluid?

    Ik heb portretteren bij toeval ontdekt. Ik wilde in die tijd eigenlijk alles behalve mensen fotograferen. Maar ik moest een portret maken voor een school opdracht (ik studeerde toen aan de kunstacademie in Den Haag). Het resultaat verbaasde me. Ik kreeg erkenning. Ik vond het proces van een mens voor de camera hebben bijzonder, een uitwisseling vol spanning en ongemakkelijkheid. Portretteren gaat voor mij over dat spanningsveld. Het is een strijd die ik met elk portret opnieuw aanga. Toen ik deze emotionele lading ontdekte, en vooral toen ik stopte met conceptueel na te denken, voelde ik dat ik deze weg moest blijven volgen.

    Mirjana Vrbaski, portret door Carla van de Puttelaar

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?

    Mijn grootste uitdaging is om niet te veel na te denken over wat de logische volgende stap zou zijn. Inmiddels weet ik dat dat een valkuil is. Ik dwing me dan om simpelweg te experimenteren, ongeacht het resultaat. Het voelt dan alsof ik weer een student ben en niks weet. Maar ergens tijdens dat proces ontstaat altijd een spoor, dat me intrigeert. Soms levert dat iets interessants op, soms zijn het dingen die ik laat rusten, hopend dat ze op een dag deel van nieuw werk gaan worden. Mijn proces is altijd een zoektocht naar de essentie. En vanuit die veelheid aan experimenten ontstaat dan meestal een kleine selectie van beelden die de kwaliteit hebben die ik nastreef.

    Hoe kies je de modellen voor je bijzondere portretfoto’s?

    Ik kies heel intuïtief en weet binnen een paar seconden of iemand een model voor me is of niet. Visueel zijn heel veel mensen interessant. Maar ik ben altijd op zoek naar die mensen die iets hebben wat me ontroert…een onvermogen om te verstoppen dat ze in hun eigen innerlijke universum leven, dat ze tegelijkertijd geborgenheid en eenzaamheid biedt. Mijn werk is soms als streng omschreven. Toch is het eerder uitdrukking van zusterlijke liefde.

    Nare (2008)

    Kun je iets vertellen over de portretten Nare en Jessica?

    Nare is het allereerste Verses of Emptiness-portret die ik ooit gemaakt heb en is daardoor heel dierbaar voor me. Ze is duidelijk het begin, waar alles nog ongedefinieerd was en ik alleen nog het vermoeden had dat achter zo’n beeld iets universeels schuilt.

    Jessica is 5 jaar na Nare gemaakt. Het is een van mijn lievelings Verses of Emptiness-portretten, omdat ze het meest in haar innerlijk wereld geankerd is. Ik heb Jessica tijdens mijn eerste jaar in Berlijn gemaakt, toen ik moeder werd en ik zelf een sterke innerlijk kompas nodig had.

    Jessica (2013) in het midden

    Is het maken van een portretfoto voor jou een geregisseerd iets of laat je je verrassen?

    Het is een combinatie van de twee. Ik begin door alles te regisseren…de setting, het licht, de kleding. Maar uiteindelijk is dat maar ‘context’, het ‘exterieur’, zo gezegd. Het belangrijkste komt van ‘binnen’, uit het model zelf en haar uitdrukking. Het komt uit de authenticiteit en geloofwaardigheid die ze uitstraalt. Daar gaat het om. Mijn modellen zijn vaak onherkenbaar op mijn portretten omdat het mij niet per se om hun persoonlijkheid ‘vangen’ gaat. Toch is het essentieel dat ze iets heel echts en heel kwetsbaars laten zien.

    Wanneer is een werk voor jou af en geslaagd?

    Voor mij is een werk geslaagd als het beroerd. En als niks in dat werk — noch de techniek noch de expressie — bedacht voelt.

    Mirjana aan het werk (foto: Stroxy)

    Hoe ziet je gemiddelde werkweek er uit?

    Ik maak voortdurend foto’s. Van allerlei onderwerpen die wel of niet aan de serie waar ik op dat moment aan werk gerelateerd zijn. Sommige van die foto’s deel ik op mijn Instagram, andere gebruik ik als schetsen. Daarnaast doe ik veel onderzoek: tentoonstellingen bezoeken, beelden bekijken en lezen. Ik heb in Canada Engelse Literatuur gestudeerd en sinds kort heb ik mijn liefde voor poëzie herontdekt. Natuurlijk gaat er ook veel tijd zitten in administratieve zaken: de communicatie met tentoonstellingsplekken en fotowedstrijden. Om daar de balans te vinden organiseer ik residenties voor mezelf, waarin ik me volledig op mijn werk kan storten.

    Vrijwel lege studio van Mirjana in Berlijn

    Kun je voor ons je atelier/studio omschrijven? Bevalt het leven in Berlijn je?

    Ik heb een kleine studio in het gebouw waar we wonen en nog nooit heeft een ruimte me zo veel rust en vrede gebracht. In tegenstelling tot onze zonnige woning is deze ruimte wat meer knus, en vooral veel leger. Ik heb het expres leeg gelaten…ik wou daar geen input hebben, geen afleidingen…alleen veel solitude en veel stilte. Het kan binnen een paar minuten een volledige foto studio worden maar het kan ook een meditatie ruimte zijn. Ik heb alleen een buro, een bank waarop ik ook soms slaap, een mooie lamp, en een tafeltje met een vaas. Het licht komt ’s ochtends door de groene struiken voor het raam de kamer in en het patroon dat het op de vloer tekent vult me met een bijkans mediterraan gevoel. Ik heb in deze simpele, witte ruimte alles wat ik nodig heb: stilte, zon en vrijheid.

    Vrijwel lege studio van Mirjana in Berlijn

     

    In de tentoonstelling B is for Bird in Museum Kranenburgh in Bergen zijn nu de drie ‘vogel-werken’ uit de serie Tier van Mirjana Vrbaski te zien (de expositie is nog tot en met 30 september te bezoeken!). De vogel was eeuwenlang een inspiratiebron voor kunstenaars en schrijvers. “In B is for Bird eren hedendaagse kunstenaars de vogel als een symbool, in fantastische mythen en in kunst waarin de vogel opnieuw drager is van de menselijk ziel. Via hun schilderijen, tekeningen, collages en foto’s komen we het nodige over onszelf te weten, want ieder werk gaat evenzeer over vogels als over mensen.”

    Museum Kranenburgh – in de tentoonstelling ‘B is for Bird’ – rechts Tier

    Wat is het vertrekpunt voor de dierenfoto’s die te zien zijn in Kranenburg? Hoe kwamen deze werken tot stand?

    Ze zijn resultaat van het experimenteren, waarover ik zojuist sprak. Ik was te serieus in mijn werk geraakt en moest meer speels aan de slag. Uit pure nieuwsgierigheid vroeg ik me af of een portret van een dier hetzelfde emotionele gewicht kon hebben als een portret van een mens. Toen ik de eerste beelden zag, liet ik deze vraag echter weer los. Het was irrelevant geworden omdat die beelden zo’n eigenheid hadden, iets ongrijpbaars dat mijn intellect te boven gaat. Dat vind ik spannend aan ze, dat ik ze niet helemaal begrijp.

    Museum Kranenburgh – in de tentoonstelling ‘B is for Bird’

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Vroeger fantaseerde ik over een huis vol imposante kunstwerken van grote namen die ik niet persoonlijk ken. Ik idealiseerde kunst en kunstenaars. Toen ontdekte ik hoe goed ik me voelde in het huis van een vriendin die toen 86 jaar oud was, iemand die ik als mens erg waardeerde. Aan haar muren was niks ‘for the show’, alles had een persoonlijke verhaal, van een vriendschap of een herinnering, of het kwam ergens te hangen puur uit liefde…stripfiguurtjes naast schilderijen, familieportretten van vrienden naast beelden uit kranten die voor haar een betekenis hadden. Je voelde zo veel persoonlijkheid in dat huis, ook veel moed. Ze was niet bezig met hoe het hoort en dat inspireerde mij.

    Dus bij ons thuis vind je ook een bonte mix aan beelden, dierbare herinneringen naast inspiratiebeelden en overwegend werk van vrienden. Ik ruil ook heel graag met collega’s…ik vind het spannend en zie het als wederzijdse erkenning. En soms maken mijn man en ik samen een ‘kunstwerkje’ dat ergens komt te hangen. Niet met de intentie om al te series genomen te worden. Eerder zijn dat werken die ‘voor ons’ zijn, die we maken omdat we daar simpelweg van genieten.

     

    De prachtige portretten, van zowel ‘Nare’ en ‘Jessica’, maar ook Crow, Monkey, White Sparrow en Marabou, zijn in onze webshop te koop. Klik hieronder door, voor meer afbeeldingen.

  26. EMO VERKERK – speciale Museumtijdschrift editie

    Leave a Comment

    In de wonderlijke portretten van Emo Verkerk (1955) buitelen de associaties over elkaar heen. Zijn portretten zijn een ode aan persoonlijke helden als Picasso, Berlage en, in dit geval, de zeer getalenteerde, joodse schrijver Joseph Roth. Roth is afgebeeld onder een burg bij de Seine, zoals de dakloze hoofdpersoon uit zijn postuum verschenen roman Die Legende vom heiligen Trinker (1939). Ook Roth was verslaafd aan alcohol en overleed 45 jaar jong in ballingsoord Parijs.

    De speciale editie ‘Joseph Roth aan de Seine’, 1999, 54 x 42 cm, lithografie/steendruk, oplage 35.

    Eerst even over de editie:

    Alleen abonnees van Museumtijdschrift kunnen de editie aanschaffen. Mocht je nog geen abonnee zijn, dan kun je via deze link, met speciale We Like Art-korting een abonnement nemen, nu voor € 37,50. Niet gek, voor minder dan € 400,- ontvang je dus deze speciale editie en 8 keer Museumtijdschrift! En je staat vooraan bij speciale lezersaanbiedingen zoals deze 4 edities, er zijn nog enkele exemplaren van deze editie van Maria Roosen en van Loes Koomen. NB – de editie van herman de vries is inmiddels uitverkocht.

    Certificaat: Het werk is op de voorzijde gesigneerd en genummerd
    Prijs: € 350,- inclusief btw, exclusief lijst en exclusief verzendkosten.
    Levering: Het kunstwerk ontvang je binnen 3 weken na betaling in huis
    Verzendkosten: € 17,50 binnen Nederland. Het is ook mogelijk het werk op afspraak op te halen bij ons op kantoor in Amsterdam.

    Wil je het werk bestellen? Mail naar info@welikeart.nl

     

    Marina de Vries van Museumtijdschrift interviewde Emo Verkerk, hij vertelt over zijn atelierleven en over de speciale editie.

    Je woont en werkt al 24 jaar in ‘marinestad’ Den Helder, hoe ben je daar beland?
    “Een belangrijk argument destijds was financieel: ik had een groter huis nodig en werkruimte. Den Helder is nog altijd de goedkoopste stad van Nederland. Wat meespeelde: mijn toenmalige galerie, Art & Project, zat in de buurt, in Slootdorp. En ik ben opgegroeid aan zee, daar blijf je altijd een hang naar houden. Soms kijk ik ’s avonds een half uur uit over zee. Prettige bijkomstigheid: veel kunst is hier niet, ik werk graag in de luwte.”

    Op welk uur van de dag werk je het best?
    “Eigenlijk toch wel tussen 4 uur en half 7 ’s-middags. Dan wordt de druk om te presteren groter. Voordat de dag voorbij is moet er wel iets staan. En ik word impulsiever, vaak met verrassend resultaat.”

    Wat doe je als eerste in je atelier om in de juiste stemming te komen?
    Stilte. Dan: “Ik zou niet weten of ik daar een speciaal ritueel voor heb. Soms kijk ik eerst of er e-mail is, maar zeker niet altijd. Ik ga niet de vloer vegen, heb thuis al koffie gehad. Ik ga gewoon door waar ik de vorige dag ben gebleven. Soms is dat kijken. Als een werk voltooid is, zit ik wel vier dagen te kijken of het wat voorstelt. Die tijd heb ik ook nodig om een mentale aanloop te maken naar een volgend werk.”

    Je hebt een blauwe maandag filosofie gestudeerd, wilde timmerman worden, maar bent uiteindelijk kunstenaar geworden. Bevalt dat?
    “Pff, lastige vraag. Toen ik jong was, dacht ik ‘dit is een mooi beroep’, omdat je als kunstenaar via zelfonderzoek en andere studie ook je eigen persoonlijkheid kunt ontwikkelen en zo een aardiger en wijzer iemand kunt worden. Maar of je wilt of niet, dat uitgangspunt raakt gaandeweg geperverteerd door de competitie in de kunstwereld. Anders dan een timmerman wordt een kunstenaar gekweld door de vraag of je iets hebt bereikt. Dat is moeilijk, vind ik.”

    In feite ben je ook timmerman geworden, want je hebt een heel eigen stijl tussen knutselen en schilderen in. Hoe heb je die ontdekt?

    “Eigenlijk ben ik autodidact. Ik ging weliswaar naar Ateliers ‘63, een kunstopleiding destijds gevestigd in Haarlem. Maar daar heb ik nooit naar model leren tekenen of met verf leren omgaan. Door gebrek aan kennis moest ik alles uitvinden. Ik werk nog altijd volkomen intuïtief. Bij het portret van Tony Hillerman, een Amerikaanse detectiveschrijver met veel begrip voor de cultuur van de Navajo’s, begon ik gewoon te schilderen op doek met een hemel van lucht. Vervolgens heb ik die lucht weggesneden, er lucht uit een schilderij van mijn schoonmoeder overheen geplakt, het doek op hout gezet, daar weer een deel van weggesneden. Soms neemt een schilderij wel vijf of zes gedaantes aan. Net zo lang tot het karakter klopt.”

     

    Voor het 30-jarig jubileum van Museumtijdschrift is de litho ‘ Joseph Roth aan de Seine’ te koop. Wie is Joseph Roth?
    “Het korte antwoord: een journalist en vooral schrijver uit Galicië, tegenwoordig de Oekraïne. Roth kwam in Wenen terecht en maakte het einde van de dubbelmonarchie mee. Zijn thematiek is de rampspoed na de Eerste Wereldoorlog, hij voorzag al vroeg de opkomst van het naziregime. Een groot schrijver. Zeer empathisch en sociaal geëngageerd.”

    Je hebt een sterke voorkeur voor uitzonderlijke schrijvers als Edgar Allan Poe, Truman Capote, Samuel Beckett, portretteer je ze als helden of als underdogs?
    “Goede vraag. Ik bewonder ze zeer, maar ze hebben allemaal wel iets. Ze hebben veelal alcoholische trekjes, dat is wel een van de rode draden in mijn werk. Afgezien van een onderzoeksserie gewijd aan Belle van Zuylen heb ik in mijn leven trouwens niet heel veel vrouwen geschilderd. Ik heb meer affiniteit met mannen.”

     

    Elsie Clews Parsons

    Je laatste werk gaat over een vrouw, van wie en waarom?
    “Elsie Clews Parsons (1875-1941) was een Amerikaanse antropoloog en feminist, ik ben haar gaan schilderen en tegelijk haar biografie gaan lezen. Zij heeft begin twintigste eeuw veel onderzoek gefinancierd en gedaan naar de invloed van de Spaanse cultuur op de indiaanse. Zij vond dat je je gekleurde bril moest afzetten, met open blik naar een ander moet kijken en vooral goed moet luisteren. Dit doek gaat over de ander, in hoeverre kun je een ander echt kennen en uit je eigen kleine universum treden. Dat is voor mij een existentiële vraag.”

    Is het af?
    “Ik denk het wel. Wat me bevalt: de armoedigheid van de verf en van de kleuren, het mooie contrast tussen het eenvoudige lemen huisje en de uit de rijke Spaanse cultuur afkomstige madonna. Dat moeder en kind is een nieuw thema, vermoed ik, daar zie ik zomaar een hele tentoonstelling mee ontstaan.”

    Vanwege het dertigjarig jubileum biedt Museumtijdschrift in samenwerking met We Like Art kunst te koop aan voor een vriendelijke prijs. De litho ‘Joseph Roth aan de Seine’ uit 1999 van Emo Verkerk, oplage 35.

     

  27. De Kunstmeisjes: “Gelokt met speelse composities, maar vervolgens…”

    Leave a Comment

    De Kunstmeisjes geven wekelijks – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen op hun website, Instagram en Facebook. Speciaal voor We Like Art spitten ze elke maand onze collectie door en kiezen ze hun favoriet. Waarom zouden zij dit werk het liefst aan hun eigen muur zien? Deze keer is dat ‘Veil’, van Thirza Schaap.

    Thirza Schaap – Veil (2018) – 60 x 40 cm, oplage 15

    We weten niet hoe dat met jullie zit, maar wij huilen bij het zien van filmpjes over de gevolgen van plasticvervuiling. Neem bijvoorbeeld het schildpadje, Peanut genaamd, dat mismaakt is omdat zijn schild in de vorm van een pinda is gegroeid nadat hij door een plastic verpakking voor blikjes was gezwommen. Kom maar op met de tissues.

    Er zijn kunstenaars die deze vreselijke ontwikkeling blootleggen met behulp van esthetiek. Zo is er bijvoorbeeld de foto van een zeepaardje in de oceaan met een wattenstaafje in zijn staartje vastgeklemd. Alhoewel we liever een takje zeewier zien, levert het een mooi beeld op. Maar het is niet schoonheid om de schoonheid zelf: deze esthetiek draagt een boodschap met zich mee. Een soort paard van Troje: door de pracht blijf je kijken, waardoor het besef kan indalen.

    Misschien is het wel daarom dat wij zo verheugd zijn met het werk van Thirza Schaap. Ze laat ons prachtige stillevens van plastic gebruiksvoorwerpen zien, vaak tegen een pastelkleurige achtergrond. Dit idee startte in Zuid-Afrika waar ze begon met het opruimen van plastic op het strand. Zo vangt ze twee vliegen in één klap. Het plastic verdwijnt van het strand en Thirza gebruikt het plastic voor haar foto’s, waarmee ze meer awarenesswil creëren.

    Thirza Schaap – Musselmania (2017) – 60×40 cm, oplage 15

    De foto ‘Veil’ is een abstracte compositie van een wit stuk rond plastic met daarop een klein bouwsel van gebogen rietjes. De gekleurde rietjes zijn in elkaar geschoven, waardoor het geheel heel vrolijk oogt! Daarnaast is de achtergrond zachtgeel en de ondergrond zoet roze: je gaat er vanzelf van glimlachen. En dat is nu juist de kracht van dit werk. Je wordt gelokt met blije kleuren en een speelse compositie, maar vervolgens geconfronteerd met de schaduwzijde van onze productiemaatschappij en de enorme hoeveelheid single-useplastic die daaruit voortkomt. Zo heb je niet alleen een mooi kunstwerk boven de bank, maar ook een verantwoorde!

    Tekst: De Kunstmeisjes

    Thirza Schaap

  28. Loes Koomen – speciale Museumtijdschrift editie

    Leave a Comment

    Twee jaar geleden gaf Loes Koomen haar succesvolle carrière als artdirector en grafisch ontwerper op voor een andere liefde: fulltime schilderen. Ze trok zich terug in haar atelier en kwam daar weer uit met abstracte, grafisch getinte schilderijen. Die zijn een mix van het vrijheidsgevoel en optimisme van de jaren zestig en het uitbundige kleurgebruik van Jeroen Bosch. Nog t/m 21 juli is bij Salon Bart (boven galerie Bart) de solo-tentoonstelling Room To Move van Loes Koomen te zien.


    De speciale editie ‘Kind of Blue’ en ‘I Didn’t Know … (Red)’, 2017, tweeluik, elk: 37,5 x 37,5 cm, hoogwaardige piëzografie in twee lijsten.

    Eerst even over de editie:

    Alleen abonnees van Museumtijdschrift kunnen de editie aanschaffen. Mocht je nog geen abonnee zijn, dan kun je via deze link, met speciale We Like Art-korting een abonnement nemen, nu voor € 37,50. Niet gek, voor minder dan € 400,- ontvang je dus deze speciale editie en 8 keer Museumtijdschrift! En je staat vooraan bij de laatste komende editie van Emo Verkerk, en er zijn nog enkele exemplaren van deze editie van Maria Roosen. NB de editie van herman de vries is inmiddels uitverkocht.

    Certificaat: Het werk is op een bijgeleverd etiket gesigneerd en genummerd
    Prijs: € 350,- inclusief btw, exclusief lijst en exclusief verzendkosten.
    Levering: Het kunstwerk ontvang je binnen 3 weken na betaling in huis
    Verzendkosten: € 17,50 binnen Nederland. Het is ook mogelijk het werk op afspraak op te halen bij ons op kantoor, Leliëndaalstraat 4, Amsterdam.

    Gelijk bestellen? Klik dan hier.

    Marina de Vries van Museumtijdschrift interviewde Loes Koomen, ze vertelt over haar atelierleven en over de speciale editie.

    Heb je een vast ritueel om je werkdag te beginnen?
    “Zeker. Het eerste dat ik doe als ik in mijn atelier ben, is mijn schilderkleren aantrekken. Vervolgens zet ik muziek aan en beginnen de gewone rituelen: de mail checken, schetsen op de computer, een nieuwe kleur of witte onderlaag opzetten.”

    Liever muziek dan stilte?
    “Altijd muziek. Het haalt de ruis weg van het omgevingsgeluid. Voorkeuren? Dat is heel verschillend. Soms is het niets-aan-de-hand-popmuziek, soms de melancholische liedjes van Barbara, dan weer Led Zeppelin. Als ik echt lekker aan het schilderen ben, heb ik behoefte aan harde, aanwezige muziek.”

    Je hebt een droomcarrière achter de rug als artdirector en grafisch ontwerper, onder meer van Museumtijdschrift. Maar je eerste liefde, de vrije kunst, bleef trekken, waarom?
    “Ik kon als kind leuk tekenen, wist vanaf mijn achtste dat ik daarmee verder wilde. Maar toen ik als zeventienjarige naar de Academie voor Beeldende Kunst Sint-Joost ging om te schilderen, dacht ik: ‘ik ben te jong, heb nog niks te vertellen’. Grafisch ontwerp paste destijds beter bij mij. Maar ik ben nooit opgehouden te schilderen, beeldhouwen en fotograferen.”

    Wat is zo fascinerend aan het ‘ouderwetse’ schildermetier?
    “De traagheid. In eerste instantie moet je erachter komen wát je wilt schilderen: wat zijn je fascinaties, wat maakt dat een schilderij echt van jou wordt, dat was een proces van jaren. Mijn werk werd steeds abstracter en minimalistischer. Elke stap in het schilderproces vraagt om een zorgvuldige afweging, om concentratie en is vaak onomkeerbaar. Ik hou van dat fysieke proces. Daarnaast ben ik dol op het schilderen op grote formaten, bijvoorbeeld 160 x 160 centimeter.”

    Het duurde even voordat jij je onderwerp had gevonden. Daarbij was ‘Tuin der Lusten’ van Jeroen Bosch een eyeopener, leg uit.
    “Bij de grote Boschtentoonstelling in Madrid zag ik met wat voor lef hij zijn kleuren naast elkaar zette, hoe het roze en groen naast het blauw met elkaar gingen werken. Ik realiseerde me daar dat dat al jaren mijn favoriete kleuren zijn: roze, oranje, rood en een bepaalde kleur blauw. Sinds die tijd durf ik te kiezen voor dit beperkte kleurenpalet en ben ik verder gaan puzzelen tot ik mijn vormentaal vond. Doordat ik de kleuren veel feller ben gaan gebruiken dan Bosch, ontstond aansluiting bij die van de jaren ’60: ze brengen het gevoel van vrijheid over waarnaar ik op zoek ben.”

    In hoeverre voel je je verwant aan het abstract-geometrische werk van Jan van der Ploeg, die we voor Museumtijdschrift 2018/5 hebben geïnterviewd?
    “Ik bewonder zijn werk. En hoewel er oppervlakkig gezien misschien een relatie is met mijn werk, verschilt het inhoudelijk hemelsbreed. Mijn schilderijen gaan over menselijkheid, over menselijk gedrag. Ik streef niet naar een zo vlak en perfect mogelijk schilderij. Mijn schilderhuid moet juist wat morsig zijn, zoals het leven ook is. Ik ben eerder getroffen door het werk van Philip Guston (1913-1980), een Amerikaanse schilder die eerst abstract werkte en later figuratief, vanuit een politieke en maatschappelijke betrokkenheid. Hoe hij zwaarmoedige onderwerpen op een luchtige manier schildert, prachtig.”

    Hoe is het tweeluik ‘Kind of Blue’ en ‘I Didn’t know … (Red)’ ontstaan?
    “Beide maken deel uit van een serie, ik werk vaak aan meerdere series tegelijk. De titel ‘Kind of Blue’ verwijst naar een songtitel van Miles Davis, dat schilderij is wat melancholisch. De andere titel verwijst naar een tekst van Gary Glitter, koning van de glamrock. Die titels zijn puur associatief en iedereen mag en kan er natuurlijk het zijne of hare in zien. Maar voor mij, als kind van de jaren zestig en zeventig, gaat het altijd over in- en uitsluiting, over er wel of niet bij horen, over optimisme en vrijheid.”

    Naast het beperkte aantal vormen valt je werk op door krachtige kleuren. Hoe krijg je dat voor elkaar?
    “Ik heb lang gezocht naar de precieze kleuren en het juiste merk verf. Ik wil de felste kleuren zonder dat het fluor wordt. Om de juiste diepte, glans en intensiteit te krijgen breng ik na vier of vijf lagen witte ondergrond zo’n vier of vijf lagen kleur aan. Het gaat er natuurlijk ook om hoe de kleuren naast elkaar staan. Af en toe gebruik ik drie kleuren tegelijk, meestal een of twee, naast zwart en wit. De uitdaging is om met die minimale middelen de dynamiek, de energie erin te krijgen. Daar kan ik lang mee bezig zijn.”

    Heb je een boodschap met je werk?
    “Ik heb zeker geen boodschap, maar ik hoop wel iets optimistisch over te brengen. Dat je blij wordt van mijn werk, vind ik belangrijk.”

    Hoe zie je je toekomst?
    “Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog zou stoppen met schilderen. Ik zit momenteel in zo’n flow: ik heb mijn eerste solotentoonstelling, mijn eerste grote kunstopdracht voor een nieuwe biënnale volgend jaar, heb net een schilderij op de post gedaan voor een koper in Seattle, die mijn werk op instagram heeft gezien. Wat nu allemaal gebeurt, is al toekomst genoeg.”

    Lees het hele interview op de site van Museumtijdschrift: link

    Wil je de editie bestellen? Klik dan hier.

  29. Onderwater visioen van MAURA BIAVA

    Leave a Comment

    Sacha Bronwasser schreef vorige zomer in de Volkskrant naar aanleiding van een eigen inspannende duikervaring over het maakwerk van onderwaterkunst:

    “Onderwaterkunst; er gaapt een abyssale afgrond tussen wat je ziet – die gewichtloze staat, dat moeiteloze – en de inspanning die het kost om dat te bereiken. Voortaan zie ik, nee vóél ik al die uren voorbereiding en nazorg, het gesleep met flessen, de herrie van de ademhaling, de begrenzing van de duikbril voor de fotograaf, de pijn in de oren van het model. En dan al die luchtbellen die er later uit gefotoshopt moeten worden.”

     

    De sterke beelden van Maura Biava blijven op je netvies gegrift als je ze eenmaal gezien hebt. De sierlijke houdingen, het onwezenlijke licht en de stilte van de onderwaterwereld. Als vanzelfsprekend doemt ze op als een figuur uit een oeroud verhaal. Als uitgebleekte Sirene – als een sea creature uit een andere wereld.

    She sang beyond the genius of the sea” dichtte Wallace Stevens in The Idea of Order in Key West. De beelden die Biava oproept zijn soms sprookjesachtig, soms spiritueel of zoals in de speciale We Like Art editie meer dromerig. Voor haar is de onderwaterwereld een compleet andere wereld dan die waar wij dagelijks in zijn, zoals ook de kunst een andere wereld is. Het is de wereld van de verbeelding. “Er is geen geluid, je moet communiceren door vorm en gevoel.” Ze is geïnteresseerd in onzichtbare communicatie. De foto is in de Rode Zee genomen in Egypte, als onderdeel van een grotere reeks werken.

     

    Hi Maura, where have you studied and when did you find your voice as an artist?
    I grew up in Trieste by the sea in Italy. I studied at the academy of Brera in Milan and after that at the Rijksakademie in Amsterdam.

    Already during my studies I started working underwater. The underwater isn’t a place that we can inhabit, I consider the underwater as another space – just like the one for art, like a gallery or my studio. A space to work and to perform. I had my first solo show at Nicolai Wallner in Copenhagen in 1996 with the first series of underwater photographs.

    Underwater a word becomes a biomorphic shape, a bubble, a abstract shape. This was one of the reasons I started to think about how communication can be done through different kind of languages and different kind of shapes. I started to work on the idea of communication, and how that informs and transforms what we see.

    In my early works, I explored those same subjects through interactive installations and websites. Later on I started to work with mathematics. I see this as a language that can inform and give form to reality.

    These works are dedicated to mathematical formulas that have a graphical representation. I like the lightness of those mathematical curves. To evoke a sense of freedom and as a contrast at the same time a sense of tradition. It raises questions about what we see – connecting the visible with the invisible.

    Can you tell us about your pioneering years making your artworks underwater?
    The underwater photo works are what I have been doing since I started working as an artist. It’s my biggest passion. I’m lyrical about it even after all those years. You have to imagine that when I started this project, in the beginning of the nineties, there where no artists working underwater. There were no images of the underwater to be found with the exception of few mermaid paintings, or some tv-documentaries.

    When I took part at the World Wide Video Festival in the Stedelijk Museum in 1999 with an underwater video, people didn’t know what to think about it. Now finally it’s appreciated and it’s something that is present in the cinema and many other areas as well. I’m proud to say I was the first artist that created a body of work underwater. And this is why – even if I have been working on many projects – people know me best for my underwater photos.

    Can you tell us something about the making of an ‘underwater’ work?
    First I make a drawing to envision how I wish my idea looks like. After that it is time to undertake my trip to the seaside. I look for the underwater location that fits my idea. This I do by diving.

    When I know where the work will take place, I go there with a diver, a photographer and the props and costumes I’ll need for the photo. The photographer and the diver are often my best friends. I think that to make art it’s a bit like making music. It’s done best when you form a band of great artist with whom to explore.

    When it’s time to really get things done; I set up the frame of the picture and all that needs to be installed. Finally when everything and everyone is ready, I dress and I act. The diver brings me air every minute. The photo shoot takes about an hour. I often use two cameras and I shoot on colour negative film – unless it’s a video work.

    When do you consider a work finished?
    For me a work is finished when it works. Some of my works I had to make over and over again. Some of my best underwater works I had to remake so many times that it took a few years, and my friends and partners thought it would never work out. And then finally it did, they had reached that touch that elevated them.

    When it comes to an art piece I think that perfection and spontaneity are like the devil and the angel. They both need to play a role to balance each other out. Then the work is alive and that’s when it’s finished.

    Through Dimensions (2018), 40 x 53 cm, handprint op epsylon op aluminium, oplage 15

    A part of your work is dedicated to the beauty of mathematical formulas, the beauty of the abstract. What is your fascination?

    I feel attracted to the hidden geometries in nature. The lightness of mathematical curves is something wonderful. I wish to evoke a sense of freedom and at the same time a sense of tradition. To connect the invisible to the visible, to raise questions on what we see.

    New Frequency Curve & Tractrix (2018), 45 x 45 cm, handprint op canson rag op aluminium, oplage 10

    For instance all my ceramic sculptures relate to mathematics. The forms I create with mathematic recall shapes that we know, like shells and other natural formations. Often I use mathematics to study and reconstruct shapes like ice creams or plants.

    Can you tell us about your work in ceramics?
    I had started as a participant at the Rijksakademie to work with ceramic, initially to create props for my underwater photographs. I started loving the material and his natural connection to mud, nature and his transformative qualities. This made me decide to make it one of the main materials I like to work with.

    Since many years I also teach ceramic at the Royal Academy of Art in The Hague and I have been teaching also a couple of years at the in the ceramic department of the Rietveld Academy in Amsterdam.

    Do you have any artworks at home?
    Yes I do, I have few works of artists that I like. I love especially works that have a sense of adventure. I have 3 small photo works of the Icelandic landscape that Olafur Eliasson made during his hikes. A small work of Elspeth Diederix of sunflowers on fire. A rising sun in porcelain by Sigurour Gudmundsson. I also have a work of Marjolein Rothman, we exchanged works a while ago. And in the entrance I have a painting of my eyes by Dike Blair. I’m so lucky to be able to see all those wonderful works every day.

     

    Maura Biava (Reggio Emilia, Italy, 1970) woont en werkt in Amsterdam. Ze is opgeleid aan de Academy of Brera in Milaan en was deelnemer aan de Rijksakademie in Amsterdam. Ze was artist in residence bij het European Ceramic Work Center in Den Bosch (2008); bij de American Academy in Rome (2010-2011); bij het Museum Carlo Zauli, Faenza in Italie (2013); en bij het ISCP in New York (2014) en Le Maupas, A.I.R. France (2017).

    Het werk van Biava is te zien geweest in talloze tentoonstellingen over de hele wereld. Haar werk is onder meer verzameld door het Stedelijk Museum Amsterdam en Stedelijk Museum De Domijnen in Sittard, Akzo Nobel Art Foundation, Amsterdam en De Nederlandsche Bank in Amsterdam. 

    VIDEO, bekijk het portret van Maura Biava bij de NPO: link

     

    Beide speciale edities zijn bij ons in de webshop te bestellen:

    New Frequency Curve & Tractrix (2018), 45 x 45 cm (l), handprint op canson rag op aluminium, oplage 10
    Through Dimensions (2018), 40 x 53 cm (r), handprint op epsylon op aluminium, oplage 15

    Op verzoek kunnen we de edities voor je laten inlijsten met Artglass.

     

    Met dank aan Sander Tiedema

     

  30. EVA RAEDER: een nieuwe editie

    Leave a Comment

    De schilderijen van Eva Räder zijn soms complex en volledig doorwerkt en omgeploegd. Andere werken lijken in 1 sessie van een aantal gebaren klaar. Je kunt soms het aantal kwaststreken tellen. Werk dat virtuoos en stroef tegelijk is en heerlijk intens geschilderd – het knalt ondanks zijn bescheiden formaat van de wand. Er sluimert een bijzonder persoonlijk universum door haar werk dat je niet snel loslaat.

    Wij zijn dol op haar gruizige kleuren en haar vlot-stugge manier van schilderen, een soort harkerige schwung zoals in de gitaarsolo’s van Neil Young. IJzersterk.

    Meme (2018), speciale editie, piezografie op aquarelpapier, 35 x 26 cm, oplage 10

    Eva Räder (1978) studeerde aan de kunstacademie in Berlijn onder Georg Baselitz en Daniel Richter. In 2006-2008 doorliep ze De Ateliers in Amsterdam. Haar schilderijen zijn op allerlei plekken in de wereld tentoongesteld, haar werk is vertegenwoordigd in talloze collecties, vooral Duitsland, België en Nederland. Eva woont en werkt in Berlijn.

    Eva Raeder, Hand After T (2016)

    Eva werkt vaak in series aan schilderijen. Zo was er vorig jaar in een groepstentoonstelling ONDER SOORTEN bij PARK in Tilburg een reeks grote werken te zien elk met een klassiek tafereel van figuren in vlammend maanlicht.

    “Het was mijn intentie om mensen in hun omgeving te schilderen. Ze zijn in een half aanwezige en half dromerige staat. Ze communiceren amper met elkaar, misschien wachten ze op iets.”

    5 Figures with dog (2017), 140 x 200 cm

    De figuren zijn losjes geschilderd op het ruwe linnen in een mooi palet waar El Greco van zou smullen. Voor deze werken was Eva ten dele geïnspireerd door Tinder profielen. De schilderijen hebben genoeg aan zichzelf, de klassieke baadsters lijken in een permanent voorgeborchte van de schilderkunst te vertoeven. Een limbowereld van schoonheid en onthechting.

    Onder Soorten, PARK Tilburg, 2017

    Haar inspiratiebronnen kunnen oude meesters zijn maar ook, zoals in haar nieuwste serie in wording, foto’s van celebrities en sterren uit Duitse roddelbladen. Het is de blik of houding die de kunstenaar raakt die aanleiding kan zijn om aan een nieuw werk te beginnen. ” The images are superficial, we think we know these ‘Stars’. Their images have a big impact – they touch us, interest us, and I feel sad for them and sometimes upset. That these people should be our heroes.” Een gelijkend portret zal het niet snel worden want al schilderend ontstaat er een nieuw beeld dat onder haar handen op scherp gezet wordt.

    “Each painting is a little universe for itself, a“silent poetry”,  zegt ze. “Painting is a door that opens up to both the inside and the surrounding world.”

    Studio 2016 Eva Rader

    Studio Eva Räder 2016

    Hoe ziet jouw gemiddelde atelierdag er uit?

    I come in, I sit, I see, I paint, I form shapes and colours. I am always trying to find solutions to reach “a sacred harbour”.

    Je woont en werkt in Berlijn, bevalt dat?
    You can find my studio in a colossus built in the 60’s which used to be part of the Humboldt-Universität in Eastern Berlin, today it is still owned by the City of Berlin. There is a park-like garden and the house itself is so huge, that if you’re not careful, you can easily get lost in there!

    Berlin is not the most beautiful city on earth, but it is my city now. I still find it stimulating, even after knowing it for so many years.

    Kun je iets vertellen over je manier van werken?
    Before I begin to work I try to focus as much as I can, I need to be very sure and feel strong, otherwise I cannot start. The idea I have of the work leads me through the process, but how the way will actually look like is not always clear at the beginning. It is just like when you want to reach the top of a mountain, you have a slight idea about where the journey will lead you, but you need to really ascend it to make it real.

    Kun je iets vertellen over het werk dat je uitkoos voor de speciale editie?
    I made the work after I had read the only novel by Ingeborg Bachmann which is called „Malina“. It is the story of an unnamed female intellectual who explores her existential situation as a woman and writer in Vienna during the second half of the 20th century after the horrors of the Second World War, both through personal reflection and in dialogue form. The story about this intriguing character struck me and touched me a lot, so I decided to make a painting.

     

    De speciale editie Meme (2018) is een piezoprint op aquarelpapier, 35 x 26 cm, oplage 10 (+4 Artist Proofs).

    Interesse in meer beschikbaar werk van Eva Raeder? Bekijk haar kunstenaarspagina: link.

     

  31. CELINE VAN DEN BOORN – Weggeschilderde selfies en de rafelranden van Europa

    Leave a Comment

     

    Als kritisch beeldredacteur kiest ze bewust foto’s uit onze hedendaagse beeldbank waar de mens prominent in de natuur aanwezig is. Bijvoorbeeld als toerist op vakantie, als militair in oorlogsgebied of als vluchteling in niemandsland.

    Vervolgens schildert ze die menselijke aanwezigheid weg, waardoor je aandacht verschuift van mens naar het landschap. Toch – als je goed kijkt – blijf je menselijke sporen in de schijnbaar ongerepte natuur zien. De geest van het ontbrekende – weggeschilderde – onderwerp is voelbaar en subtiel zichtbaar.

    Celine van den Boorn, Paradise Beach 6 (2014) (klik voor groot beeld)

    Zo daagt haar werk je uit om verder te kijken dan de eerste indruk. De reflectie van het licht die op het werk speelt is belangrijk. Doordat het handbeschilderde werken zijn, worden sommige delen wel of niet zichtbaar als je langsloopt. Bij nadere beschouwing zie je de ‘menselijke’ partijen die met een piepklein penseeltje zijn omgezet naar een voortzetting van het landschap.

    Wat zien we eigenlijk, wat is verf en wat is foto, hoe verhoudt het landschap zich tot de menselijke aanwezigheid? Het werk is gelaagd en een genot om te ontraadselen, en naar te blijven kijken.

    Celine van den Boorn, Awesome view 1 (2013)

    12 Handbeschilderde foto’s

    We tonen hier op We Like Art een serie kleine handbeschilderde foto’s van watervallen, berglandschappen en stranden. Deze serie is ontstaan als reactie op de hedendaagse selfie-cultuur. Bij de gekozen beelden is het landschap een dienstbaar decor voor de mens die centraal staat en zelfbewust in de camera kijkt. Haast in tegenstelling tot de eenzame wandelaar in de romantische schilderkunst die de nietigheid van de mens symboliseert ten opzichte van de grootse natuur.

    Celine van den Boorn, Amazing waterfall 8 (2013)

    De selfiemaker is in deze serie zorgvuldig weggeschilderd, slechts een schaduw of kledingdetail herinnert nog aan de fotomaker. Hij is verdwenen door het monnikenwerk van de kunstenaar met een enkelharig penseeltje.

    Het formaat van de werken (10 x 15 cm) verwijst naar de afgedrukte foto, die lijkt uit te sterven. Deze werken zijn nog amper getoond en – leuk detail – 9 stuks uit de totale serie zijn aangekocht door het Fries Museum in Leeuwarden.

    De foto’s worden geleverd in een door de kunstenaar uitgekozen lijst met museumglas. Bekijk alle 12 de foto’s hier in onze webshop. De foto’s zijn op aluminium verlijmd en daarna bewerkt met acrylverf, de fotomaat is 10 x 15 cm, de lijstmaat is 22,5 x 31 cm, € 550,-.

    Celine van den Boorn – Near the European border #7, speciale editie

    Near the European Border

    Speciaal voor We Like Art maakte Celine van den Boorn een speciale editie. Twee grote werken (60 x 90 cm) over een actueel gegeven: de vluchteling langs de grenzen van Europa.

    De editie Near the European Border gaat over de aanhoudende vluchtelingenstroom naar Europa. Het vertrekpunt zijn nu persfoto’s van mensen die in hun zoektocht naar een beter en vrij leven massaal stranden in modderig niemandsland aan de Europese grenzen.

    Van den Boorn was getroffen door het contrast tussen de troosteloosheid van de situatie en het grauwe landschap en de felgekleurde tenten, bagage en kleding van de vluchtelingen. Zo begon ze ook hier het onderwerp uit de foto’s weg te schilderen.

    Celine van den Boorn – Near the European border #4 – speciale editie

    Alleen gekleurde doorkijkjes naar de oorspronkelijke foto werden gespaard. Zo ontstaat er spanning tussen actualiteit en tijdloosheid, tussen werkelijkheid en hoop, tussen stagnatie en beweging.

    De speciale editie is een hoogwaardige piezografie op zijdeglans barietpapier, verlijmd op aluminium met ophangframe, 60 x 90 cm, in een oplage van 15. De introductieprijs is € 750,- De speciale edities zijn hier en hier te bekijken in onze webshop.

    Celine van den Boorn – detail van de Speciale editie Near the European Borders #7 (klik voor groot)

    We vroegen Celine van den Boorn naar haar werk en studioleven.

    Ha Celine, waar ben je opgeleid en hoe vond je je eigen geluid?

    Aan de HKU Utrecht en Vrije Universiteit Amsterdam. Op de HKU bleek al vrij snel in al mijn werk de verhouding tussen mens en natuur een hoofdrol te spelen. Na deze opleiding wilde ik mij zowel in mijn beeldend werk als vanuit de wetenschap verder verdiepen in deze thematiek. Ik vormde daarom een individueel studieprogramma rondom dit thema en studeerde in 2007 af als cultureel antropoloog.

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?

    Vaak heb ik een foto in de krant gezien die mij triggert, dan moet ik die zien te vinden bij de juiste beeldbank, zoals het ANP of Reuters. Of ik zoek in beeldbanken door duizenden foto’s naar die ene die mijn blik vasthoudt en voor mijn gevoel tot een goed werk kan leiden. Dan koop ik de rechten van het beeld, laat het afdrukken en in mijn atelier begin ik met schilderen.

    Hoe ziet je gemiddelde werkweek er uit?

    Gemiddeld werk ik drie dagen in mijn atelier in Amsterdam en één dag als docent aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.

    Celine van den Boorn – detail van de Speciale editie Near the European Borders #4

    Kun je voor ons je atelier/studio omschrijven?

    Mijn atelier is de gymzaal van een prachtige oude school vlakbij Amsterdam Centraal. Een hoge, lichte ruimte met een goede vibe.

    Werk je graag met muziek of in stilte?

    Bij grote concentratie heb ik behoefte aan stilte, tijdens het minitieus werken ligt bij mij een gespannen houding op de loer en werkt radio of klassieke muziek rustgevend

    Heeft het ‘wegschilderen’ van de mens voor jou iets meditatiefs of is het vooral een artistieke daad?

    Het ‘wegschilderen’ van de mens is ontstaan uit mijn behoefte om vragen te stellen bij onze verhouding tot natuur en landschap. Het gevolg is inderdaad wel dat ik monikkenwerk lever, iets dat voor mij echt een uitdaging is. Ik doe ditomdat ik het gevoel heb dat veel tijd en aandacht besteden aan iets belangrijks en tegelijk vluchtigs als nieuwsbeelden de lading van het uiteindelijke werk versterkt

    Je werken over vluchtelingen die in limbo verkeren langs de grenzen van Europa zijn beeldschoon en aangrijpend tegelijk. Is dat je bedoeling?

    Ik wil graag beelden maken die subtiel gelaagd zijn. Ik vind het belangrijk dat er onder de mooie eerste indruk van mijn werk een voelbare en zichtbare inhoudelijke tweede laag zit die je pas door hebt als je beter kijkt.

    courtesy galerie dudokdegroot, Amsterdam

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Ja, er hangt bij ons een vroeg werk van Berndnaut Smilde dat hij en ik destijds geruild hebben, en ook een aantal tekeningen uit Rosemarijns Westerings betoverende ‘Garden’ serie. Soms schaf ik een werk aan waar ik op slag voor val, zoals een tekening van Robbie Cornellissen en van Sandra Kruisbrink.

    Celine van den Boorn (Heerlen, 1978) studeerde aan de HKU, de kunstacademie in Utrecht en aan de UvA (culturele antropologie). Haar werk is al in talloze tentoonstellingen te zien geweest. Ze heeft onlangs een monumentale opdracht afgerond: 16 werken voor de NAVO in Brussel. 9 Werken uit de serie Tourist Works zijn aangekocht door het Fries Museum in Leeuwarden.

    Check hieronder voor de details van de beschilderde selfies en de speciale editie in de webshop.

  32. De Kunstmeisjes tippen Koen Vermeule

    Leave a Comment

    De Kunstmeisjes geven wekelijks – met een kritische blik – tips voor tentoonstellingen op hun website, Instagram en Facebook. Speciaal voor We Like Art spitten ze elke maand onze collectie door en kiezen ze hun favoriet. Waarom zouden zij dit werk het liefst aan hun eigen muur zien? Deze keer is dat ‘TATE’ van Koen Vermeule.

    Koen Vermeule, Tate (2017), Piezografie, hoogwaardige print op aquarelpapier, oplage 40, 74 x 46 cm

    Koen Vermeule is een kunstenaar met een centraal thema in zijn werk: observeren. Wanneer hij naar het buitenland reist of zoals elke dag in zijn eigen leefomgeving, hij is de allerbeste observator. Wat zijn de mensen aan het doen? Hoe gedragen ze zich in de openbare ruimte? Hoe schieten landschappen voorbij als wij er met volle vaart doorheen reizen?

    Hij pikt de ogenblikken die hem raken eruit, fotografeert ze en vereeuwigt ze voor ons vervolgens in verf. Speciale aandacht in zijn werk is gereserveerd voor mensen. Mensen in de stad, in de natuur of te midden van architectuur. Ze lijken verzonken in hun eigen gedachten, onbewust van de priemende blik van de kunstenaar. Zo ook deze twee dames die Vermeule in de TATE (Londen) tegenkwam.

    De meiden staan in een grote hal en zijn verzonken in hun telefoons en merken niet eens wat er om hen heen gebeurt. We can’t help but wonder: zijn wij ook zo? Telefoons en social media zijn onlosmakelijk verbonden met ons dagelijks leven. Ga eens even na: hoe vaak kijk jij op je telefoon? En wanneer je in het museum bent? Neem je foto’s? Deel je deze direct op Instagram? Hoe belangrijk is het eigenlijk om anderen te tonen wat jij net hebt gezien?

    Wijzelf zijn groot voorstanders van het genieten van kunst met je ogen, niet via je telefoon. Dat gezegd hebbende: wij zijn ook dol op social media. Want zodra wij iets moois hebben gezien, willen wij dat nog vele anderen de hoogte zijn. Misschien zijn de twee jongedames niet afwezig of ongeïnteresseerd, maar willen ze – net als wij – hun nieuwste ontdekking aan hun vrienden tippen. Ons mogen ze in ieder geval appen, want sharing is caring, and we love to share!

    Tekst: De Kunstmeisjes

     

  33. MARIEKE GELISSEN – Something to hold

    Leave a Comment

    Marieke Gelissen (Nijmegen, 1970) is in 2012 afgestudeerd aan de Rietveld Academie. Sindsdien is ze al op talloze plekken te zien geweest. Haar werk herken je meteen. Het gaat over verwondering, maar het heeft iets heel nuchters en lichamelijks tegelijk. Het gaat over fysieke handelingen die zij aangaat met objecten. Dat klinkt wat abstract, maar haar werk is juist heel aanstekelijk. Waar houd je lichaam op, waar begint de wereld? Het geconcentreerd bevoelen, betasten, aanraken van de dingen die ons omringen als het vertrekpunt van een mooi klein oeuvre van neutraal vastgelegde handelingen.

    Marieke Gelissen, Something to hold (2018), linkerfoto

    Wij zijn al jaren fan van het werk van Marieke en hebben op onze tentoonstellingen al meerdere video’s en foto’s getoond. We zijn heel blij dat we nu ook een speciale editie kunnen tonen van Marieke: het tweeluik Something to hold (2018). Een stereobeeld van een volmaakte houten bal in wording. Je voelt haast het gewicht en het oppervlak als je de foto’s ziet. En de moeite die het gekost moet hebben om uit een blok hout een kleine gladde Jupiter te maken. De korrelige zwart-wit fotografie op bariet-papier klopt helemaal bij de documentaire vastlegging van het werk.

    Marieke Gelissen, Something to hold (2018), rechterfoto.

    Ha Marieke kun je ons vertellen over dit nieuwe werk Something to hold?

    Tot nu toe was mijn werk altijd vrij direct en snel. Soms zelfs impulsief. Ik merk dat mijn werk nu vertraagt. Dit nieuwe tweeluik is het meest langzame werk dat ik tot nu toe heb gemaakt. En eerlijk gezegd voelt dat erg goed.

    Kun je tijd vastpakken? Kun je de tijd die door je vingers glipt, en waar je de vat op verliest, op enige manier weer vastgrijpen en toeëigenen? En kun je dat materialiseren?

    Die vragen brachten me uiteindelijk naar een houtwerkplaats. Daar heb ik wekenlang gewerkt  aan het snijden van een bol uit een stuk iepenhout. Fysiek werk was het. En in de kern ook een onmogelijke opgave, want een perfect ronde bol met de hand snijden is een illusie. Tijdrovend was het ook. Die traagheid had een functie, want met het verstrijken van de tijd veranderde ook de manier waarop ik mij tot het object verhield. Niet het resultaat, het object an sich, stond op de voorgrond, maar de relatie met het object. En dan worden andere dingen ineens heel belangrijk.

    Marieke Gelissen, Something to hold (2018)

    De omvang van het object, bijvoorbeeld, en hoe dat in je handen past. Het gewicht dat je voelt als je het object vasthoudt, en hoe dit mede bepaalt hóe je het vasthoudt. De structuur van het oppervlak, met de snijsporen van de beitel, die je voelt als je vingers er overheen glijden. Je neemt niet alleen het object waar, maar ook je eigen lichaam in relatie tot het object.
    Op dit punt vond ik weer naadloos aansluiting bij mijn eerdere werken, waarbij ik het lichaam gebruik als instrument om de wereld waar te nemen, en me tot die wereld te verhouden.

    Kun je voor ons je werkplek omschrijven?
    Ik zit nu op een prachtige plek, midden in de stad, in een pand met allemaal andere beeldend kunstenaars. Ik ben de laatste tijd minder in het atelier; steeds vaker werk ik op locatie. Het liefst op een plek waar ik het werk ook kan exposeren. Dan kan ik de ruimte, en de eigenschappen van die ruimte, betrekken in het werk.

    Marieke Gelissen, Tight

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag eruit?
    Ik begin om een uur of negen. Als ik binnen kom begin ik het liefst meteen met iets maken of uitproberen. Koffie komt later wel. En regeldingen bewaar ik tot het eind van de dag, anders verzand je daar maar in. Ik vind het fijn om aan het eind van de dag alles weer op te ruimen. Niet omdat het per se moet, maar het is een soort afsluiting: terwijl de materialen waarmee ik gewerkt heb, nog een keer door m’n handen gaan, kan ik er in mijn hoofd nog mijn gedachten over laten gaan…

    mariekegelissen_expositie_02

    Welke thema’s zijn belangrijk in je werk?
    Het lichaam als ‘t uitgelezen instrument om de wereld waar te nemen; dat is het belangrijkste uitgangspunt in mijn werk. Ik ben constant aan het onderzoeken wat de fysieke dimensie is bij het ervaren van de wereld, bij het begrijpen van die wereld en het omgaan met diezelfde wereld. Ik onderzoek mijn relatie met materialen en objecten, en de handelingen die daaruit voortkomen. En dan werk ik die handelingen verder uit en onderzoek ik hoe ze een eigen betekenis kunnen krijgen..

    Performance Lead Of A Pencil

    Waar ben je opgeleid?
    Ik heb aan de Rietveld Academie gestudeerd. Daar ben ik in 2012 afgestudeerd.


    Fragment van de video Small Change (full length 3’40), (2013), geluid aan!

    Wat inspireert je?
    Dagelijkse objecten. Dingen die je vastpakt zonder dat je erbij nadenkt. En handelingen van mensen. Vooral ook onbewuste handelingen, of routinematige handelingen. Tijdens een recente residencyperiode in Japan kwam ik in een noedelfabriek: dan zit daar een dame met een ritmische handeling de handgemaakte noedels bundelen. Prachtige beweging. Geweldig geluid. Gelukkig had ik een camera bij me en kon ik ‘t opnemen. Maar meestal sla ik het op in m’n hoofd. Dan komt het op een ander moment, in een aangepaste vorm, vaak weer terug in mijn werk.

    Ukiha, Japan

    Kun je iets vertellen over hoe je begint aan een nieuw werk. Start je met een idee, een verhaal of een beeld?
    Vaak begin ik met een beeld, met een observatie van een handeling of beweging. Dat kan een handeling van mezelf zijn, of iets wat ik iemand anders heb zien doen. Of soms begin ik met een object of materiaal materiaal. Vanuit de verkenning met het materiaal komen dan weer nieuwe ontdekkingen, nieuwe associaties, nieuwe gedachten…. Aan het eindresultaat zie je vaak helemaal niet meer hoe het ooit begonnen is. Daar hebben zoveel gedachtestappen tussen gezeten…

    Marieke Gelissen

    Werk je graag met muziek of in stilte?
    Liever stil.

    Marieke Gelissen, Parallel Paper Tunnel, Zurich, 2014, inktjet print op truckzeil, 16 x 2,15 meter, gerealiseerd in samenwerking met Gert Jan van Rooij.

    Met welk materiaal werk je graag?
    Je zou kunnen zeggen dat m’n lichaam het belangrijkste materiaal is. Mijn handen vooral, omdat je daarmee de dingen vastpakt en voelt… In de media die ik gebruik wordt ik steeds vrijer. Bij mijn afstuderen werkte ik voornamelijk met fotografie en video. Nu kan mijn werk ook een live performance zijn, een geluidswerk, een object of een sculptuur. Dat ik die vrijheid neem, heeft ook te maken met het feit dat ik nu meer risico durf te nemen. Dat voelt goed.

    mariekegelissen_atelier_02

    Wanneer is een werk voor jou af?
    Een werk is voor mij pas af als ik het getoond heb. De wijze van presenteren en de plek kunnen een wezenlijk onderdeel van het werk zijn. Bij mijn foto’s kan ik bijvoorbeeld nog lang bezig zijn met het vaststellen van het juiste formaat. Door dat uit te proberen, zie je wat er dan gebeurt, en wordt vaak snel duidelijk welke keuze klopt bij het werk: zo werd bij Stacking (een recente serie met kegelstapelingen) heel duidelijk dat de foto’s het ware formaat van de kegels moesten weergeven.

    Marieke Gelissen, Study For Dripping

    Heb je thuis werk van collega-kunstenaars?
    Ik heb een mooi geschilderd paneeltje van Flore de Koning thuis. Ik zag het in de galerie hangen en heb het gewoon gekocht. Echt een impulsaankoop. Misschien is dat ook wel de beste manier om kunst te kopen: dat je er bij de eerste ontmoeting zo sterk op reageert dat je het graag wilt hebben, ook al weet je niet meteen waarom.

     Marieke Gelissen, Something to hold (2018)

    Laten we afsluiten met een mooi poëtisch werk dat je op verzoek bij klanten thuis installeert: Instant sculpture. Hoe gaat dat in zijn werk?

    Kunst hoeft niet altijd iets te zijn wat je aan de muur kunt hangen. Het werk is in dit geval een actie, een handeling die ik verricht: ik kom naar je huis om een broodje in een van de stopcontacten te steken. Dat zachte witte puntje moet met een zekere directheid en lompheid erin worden gestoken. De fysieke handeling blijft achter in het vervormde broodje, soms zelfs met letterlijk de afdruk van de hand erin. Dit werk heb ik eerder uitgevoerd bij kunstenaarsinitiatief Autocenter in Berlijn, op de jubileumexpositie van de Rietveld Academie en bij We Like Art in de Westergasfabriek in 2014.

    Marieke Gelissen, Instant Sculpture

  34. THIRZA SCHAAP – Plastic Ocean

    Leave a Comment

    “In Afrika ben ik voor het eerst in de natuur plastic gaan rapen. Simpelweg om op te ruimen, want ook daar werden de paradijselijke stranden verpest door de zooi. Maar ook om het te fotograferen. Aanvankelijk nog enigszins doelloos maakte ik die eerste periode een paar fotoseries over de vervuiling.”

    Maar al snel vond ze haar vorm. Met de serie de serie Plastic Ocean maakt Thirza stillevens van het plastic dat ze vindt op het strand en in de natuur. De vanitas stillevens doen denken aan aanstekelijke product-fotografie. Alleen is het onderwerp heel hedendaags. Wrang en verleidelijk tegelijk.

     

    Thirza Schaap

    Thirza Schaap – Musselmania (2017) in lijst – 60 x 40 cm, oplage 15

    Hoi Thirza, kun je vertellen hoe het Plastic Ocean project is ontstaan?

    Toen ik in Afrika was, zag ik zoveel plastic. Afhankelijk van het tij en de stroming is het een bizarre verzameling elke dag weer. Ik begon het te documenteren door plastic op het strand te fotografen, ik wilde graag delen met de wereld hoe erg het er aan toe is. Ik zocht een manier van fotograferen waardoor het behalve confronterend zou zijn.

     

    Thirza Schaap – Dune (2017) – 40 x 60 cm, oplage 15

    Op een gegeven moment heb ik het plastic meegenomen van het strand en ben het gaan isoleren, door voor gekleurde achtergronden te rangschikken in dezelfde of contrasterend kleuren palet. Zo ontstond er een harmonie die bij de tweede keer kijken afschuw opwekt.

    Dat ik onderwerpen als milieu en massaconsumptie kan aankaarten op een positieve manier. Ik ben er heel gelukkig mee. Mijn stillevens zijn behalve confronterend ook prettig om naar te kijken. Fijn om in huis te hangen zelfs.

     

    Thirza Schaap

    ‘Plastic Ocean’ is een kunstproject dat ik ben begonnen om mensen anders naar plastic te laten kijken en om ze bewust te maken van de wereldwijde plastic vervuiling en om ze aan te sporen om zo min mogelijk plastic in hun leven toe te laten. Om te beginnen in hun boodschappentas.

    Met het fotograferen van de sculpturen die ik maak met de objecten die ik vind, probeer ik een emotionele tegenspraak op te roepen. Die van aantrekken en afstoten.

    In eerste instantie word je aangetrokken door de schoonheid van kleur en vorm. Echter, na een tweede blik realiseer je je welke tragedie er achter plastic schuilgaat en welke problemen plastic afval veroorzaakt. Dat is een afstotelijke gedachte.

     

    Thirza Schaap – Musselmania (2017) – 60 x 40 cm, oplage 15

    Hoe zie jij de toekomst met betrekking tot jouw Plastic Ocean project? Wat zijn je plannen?

    Ik ben met Greenpeace Africa een campagne aan het ontwikkelen. Het overmatig gebruik van Single Use of Plastic is in Afrika echt nog enorm. In Nederland zie ik veel mensen die heel bewust keuzes maken, voor de optie zonder plastic.

    Kun je iets vertellen over deze speciale edities?

    Dune is een foto die ik elke dag wel zou kunnen maken als het lag aan wat ik vond. Rietjes ten over in het zand elke dag weer.

    Mussel Mania is een compositie van onder andere een zool van een schoen en een grote schelp van een mossel. Ik combineer soms natuurlijke met plastic elementen. Ik vind dat de zwarte kleur tezamen met de schaduwen van het intense licht een grafische eenheid vormen.

     

    Thirza Schaap – Veil (2017) – 60 x 40 cm, oplage 15

    Wat inspireert je?

    De constante aanvoer van de zee verrast me steeds weer, ik kan hier eeuwig mee doorgaan. Elke dag raak ik bevlogen om een nieuw werk te maken. Soms met een knoop in mijn buik van wat ik vind.

     

    Thirza Schaap

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?

    Het plastic wat ik vind was ik en laat ik drogen. Daar maak ik later de sculptures mee, ik zoek dan naar bepaald licht om het te fotograferen.

    Later laad ik ze in de computer en ga een selectie maken, dan zie ik vaak pas wat echt werkt en zie ik weer nieuwe vormen en details die ik eerder niet eens zag.

     

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?

    Zoals de vraag hierboven, maar er zijn ook dagen (zoals nu op dit moment : )) dat ik interviews doe, werk aan projecten en dus achter de computer zit. Maar ik vind de afwisseling fijn.

    Waar streef je naar in je werk? Wanneer is een werk voor jou af?

    Ik zoek een compositie en kleuren palet, ik zoek een krachtig beeld, ik zoek iets wat het luchtig maakt, een beetje pop-arty.

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Jazeker, ik heb hier werk van Thomas Manneke, Vivianne Sassen, Martine Stig, John Biesheuvel en Frank Visser.

     

    Overzicht PICK ME, We Like te gast bij De Groen, met 2 edities van Thirza Schaap

    Het werk van Thirza Schaap en haar Plastic Ocean project was recent te zien bij Christies, een tentoonstelling georganiseerd door Oh Wonder, tijdens Makkum Art en bij Fabrica Italy. Haar plastic vondsten werden tentoongesteld in de ‘finders keepers’ tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. En is te zien geweest in toonaangevende tijdschriften zoals Ignant, Volkskrant Magazine, Kinfolk, I-D vice, en een met een prachtige fotoreportage en interview in Vogue Living.

  35. Nieuwe multiple van Sander Reijgers

    Leave a Comment

    We lieten al eerder – tijdens Art Rotterdam 2017 – drie multiples zien van Sander Reijgers. Kleurexplosies op micro- en macroniveau. Zie de afbeeldingen onder deze post.

    ‘Holzwege 2’ (2018),  1.350,-

    Recent werkte Reijgers een jaar aan 5 nieuwe schilderijen, multiples, in een serie gemaakt. In deze schilderijen heeft hij gebruikt gemaakt van een soort schildermachine. Het startpunt is een witte rasterafdruk. De structuur die hierdoor ontstaat is de basis, waarop de kunstenaar maandenlang verf aanbrengt om het strakke onderliggende patroon eigenlijk weg te schilderen. Door het voorzichtig laag na laag aan te brengen, ontstaan prachtige subtiele kleurlaagjes, als stalagmieten uitstekend boven het doek.

    Afdwalend van de strakke structuur van het machine-raster, ontstaan bijzondere nieuwe woekerende en groeiende patronen van individuele structuren. Tijd en de handeling bieden weerstand tegen het raster en maken ruimte voor nieuwe structuren.

    ‘Holzwege 1’ (2018) , ‘Holzwege 4’ (2018) en ‘Holzwege 5’ (2018), elk  1.350,-

    De werken hebben de werktitel ‘Holzwege’ gekregen. Holzwege is Duits voor bospad, maar is ook de titel van een boek geschreven door de Duitse filosoof Martin Heidegger. “Met het boek van Heidegger in mijn achterhoofd ben ik aan het werk gegaan. Holzwege als een onbekend pad het bos verder in gaan, afwijken of afdwalen van de hoofdweg, opzoek naar het onbekende om tot nieuwe inzichten te kunnen komen.”

    ‘Holzwege 4’ (2018)

    We vroegen Sander naar zijn bijzondere werkproces.

    Welke thema’s zijn belangrijk in jouw werk?

    In mijn werk gaat de handeling een relatie aan met tijd. Ik ben gemiddeld een halfjaar tot een jaar bezig met een schilderij. Door het eindeloos herhalen van verschillende schilderkunstige handelingen ontstaan er autonome structuren op het doek en ontstijgt het materiaal zijn materialiteit.

    Filosofie speelt een belangrijke rol in mijn werk. Filosofen zoals Martin Heidegger en René ten Bos hebben mijn manier van denken, kijken en handelen gevoed en verrijkt.

    Waar ben je opgegroeid en opgeleid?

    Ik ben opgegroeid in Alphen a/d Rijn. Ik heb mijn opleiding gevolgd in Utrecht aan de HKU (afgerond in 2006). Nu woon en werk ik in Zeist.

    Wat inspireert je?

    De oneindige mogelijkheden van verf, de manier van aanbrengen, weerstand zoeken in het werk zodat er structuren ontstaan die nieuwe inzichten biedt.

    Daarnaast ben ik altijd op zoek naar alternatieve dragers, bijzondere verfrollers of alternatief schildergerei waarmee ik verf kan aanbrengen of kan bewerken. Voor mijn ‘schilder-druk-machine’ zijn bouwmarkten ideaal voor het vinden van doek voor de drukramen.

    Andere inspiratiebronnen zijn: filosofie, kunst en kyokushinkai-karate. Karate omdat daar tijd, handelen en concentratie ook een grote rol speelt.

    ‘Holzwege 1’, ‘Holzwege 2’ en ‘Holzwege 3’ (2018), elk  1.350,-

    Kun je ons iets vertellen over hoe je begint aan een nieuw werk? Start je met een idee, een verhaal of een beeld?

    Het begint meestal met de handeling. Ik begin met het aanbrengen van verschillende verflagen op het doek en na 100 lagen dienen zich kleuren en structuren aan die ik verder kan benutten. Ook gebruik ik ideeën en ervaringen die zijn ontstaan vanuit een eerder gemaakt doek. Soms kan een speciale roller, kleur of drager leidend zijn in het maken van een schilderij.

    Maar het belangrijkste voor mij is dat het werk uiteindelijk niet meer drager of illustratie is van een idee of concept, maar helemaal autonoom is. Volledig op zichzelf staat.

    Hoe ziet je gemiddelde werkdag er uit?

    Doordeweeks werk ik veelal ‘s avonds en in het weekend overdag. Ik werk parttime als docent beeldende vorming. Als ik mijn atelier binnen kom, gaat eerst de radio of computer aan. Daarna ga ik rustig zitten en bekijk ik de werken die er hangen. Vandaar uit stel ik mijn palet samen en begin ik met werken.

    Kun je voor ons je atelier omschrijven?

    Ik heb mijn atelier aan huis. Achter in de tuin heb ik een atelier van ongeveer 30 vierkante meter. Het atelier is in tweeën opgedeeld: een werkplek en een opslag. Opgeruimd en netjes zodat ik de ruimte optimaal kan gebruiken.

    Kun je 3 ongewone items opnoemen in je atelier?

    In het atelier heb ik Ninja Turtles liggen, een handmatige gips-opspat-machine en een boek met de titel ‘God niet te geloven’.

    Werk je graag met muziek of in stilte?

    Ik werk graag met muziek of met de radio aan. Anders is het zo stil en ben ik te bewust van mezelf.

    Met welk materiaal werk je graag – is kleurgebruik voor jou belangrijk?

    Ik werk met acrylverf omdat het een snelle droogtijd heeft en makkelijk te bewerken is.

    ‘Holzwege 3’ (2018) – zijaanzicht

    Kleur is heel belangrijk in mijn werk. Mijn werken zijn opgebouwd uit honderden verschillende kleurlagen. Vanuit die gelaagdheid ontstaan de ruimtelijke structuren op het doek. Door de structuren krijg je verschillende werkingen van licht en schaduw op het doek.

    Ook heeft de kleurrijke gelaagdheid invloed op de beleving van het werk. Eigenlijk heeft mijn werk niet een vast dominant (kleur)beeld. Het beeld verandert met de kijkrichting of positie die de toeschouwer inneemt ten opzichte van het werk. Frontaal bekeken ziet het werk er totaal anders uit dan wanneer je het onder een andere hoek bekijkt.

    Waar streef je naar in je werk? Wanneer is een werk voor jou af?

    Ik zoek naar het kantelpunt in het werk. Het moment waarop het materiaal, verf op doek, zichzelf ontstijgt en overgaat in iets anders. Dat het in een staat van ‘dat’ verkeert in plaats van een ‘wat’ status.

    Heb je zelf thuis werk van collega kunstenaars?

    Ja, ik ruil werken met andere kunstenaars zoals Jochem Rotteveel, Erik de Bree en Harry Markusse.

     

    Sander Reijgers maakte speciaal voor We Like Art een multiple. Vijf verwante werken die elk anders zijn maar duidelijk onderdeel van dezelfde familie. Check hieronder deze werken in de webshop. We hebben extra afbeeldingen toegevoegd per werk om je goede een indruk te geven per werk. Je kunt de werken ook in het echt zien bij ons op kantoor in Amsterdam.

    Sander Reijgers, detail Holzwege 2 (2018), 40 x 30 cm, acrylverf op doek, serie van vijf schilderijen (ieder uniek), € 1.350,-

  36. Kunstenaarsduo J&B reageert op de straattaal van Amsterdam Noord

    Leave a Comment

    Zo meteen meer over de editie van de Pizzadoos. Want eerst over de tentoonstelling – deze vertelt een mooi en bijzonder verhaal dat we je niet willen onthouden. Samen met leerlingen uit het stadsdeel heeft J&B alle uitingen van de straat, zoals stickers, graffiti, posters en banners, gedocumenteerd op een interactieve plattegrond. Teksten als Noord wordt steeds minder groen, Team Zwarte Piet, Gado Gado, mijn verf jouw muur en Only Deep Within You I Am Alive zijn slechts een paar voorbeelden van lokale uitingen vermengd met universele maatschappelijke issues die J&B verwerkten in hun bonte, multimediale installatie. Parool schreef een mooi stuk over J&B. Hoog tijd om het kunstenaarsduo te vragen naar hun samenwerking en hun laatste show.

    Container, 2018, acrylic on styrofoam, wood and steel and technical system, 300 x 154 x 100 cm, foto: Gert Jan van Rooij

    Jullie nieuwste project ‘Noord, Staat van de Straat’ – is net geopend in Nieuw Dakota, kunnen jullie in het kort vertellen waar dit project over gaat?
    We hebben alle uitingen die we op straat konden vinden in Amsterdam- Noord gedocumenteerd. Het gaat bijvoorbeeld om stickers, posters en graffiti. Dit hebben we samen met leerlingen uit Noord gedaan. En zo hebben we een digitale plattegrond met de taal van de straat aangelegd. Dit is de basis voor ons nieuwe werk en een multimedia installatie die tot en met 24 juni bij Nieuw Dakota in Amsterdam te zien zijn. Het is een ode aan de straat van Amsterdam Noord geworden: haar bewoners, geluiden, meningen, veranderingen, grillen en creativiteit.

    Wheelie Bins (installation view, with video projection), 2018, acrylic on styrofoam, steel, plastic and technical system, 119 x 200 x 70 cm, Nieuw Dakota, Amsterdam, foto: Gert Jan van Rooij

    Hoe kwamen jullie eigenlijk tot een gezamenlijke kunstenaarspraktijk?
    We hebben elkaar leren kennen via de galerie waar we allebei aan verbonden waren. We raakten in gesprek en hebben elkaars atelier bezocht. We merkten dat we elkaar kritiek en feedback gaven waar we iets mee konden en voordat we het zelf beseften waren we al samen werk aan het maken. Vanaf dat moment is het snel gegaan en de ene tentoonstelling volgde op de andere. Het is nu zo druk dat we voor ons eigen werk geen tijd meer hebben.

    Welke thema’s zijn belangrijk in jullie werk?
    De vanitas-traditie die verwijst naar tijdelijkheid is een belangrijk thema in ons werk.

    Rutger Wolfson noemde ons werk: ‘Moderne vanitas beelden van de straat’. Andere thema’s die we aansnijden vind je op straat, denk aan de actualiteit. Beelden en meningen die je bijvoorbeeld op stickers vindt. Die zetten we op een schilderkunstige manier in ons werk neer. De vergankelijkheid en de schoonheid die hiermee samenhangt zijn thema’s die ons aanspreken. Dit zie je goed terug in de multiple die we voor We Like Art hebben gemaakt, een stilleven van afval op een getekende pizzadoos waar ook nog een tekening van een sticker op staat.

    Kunnen jullie ons iets vertellen over hoe je begint aan nieuw werk?
    De afgelopen periode hebben we veel tijd doorgebracht in Amsterdam-Noord. Heel veel gefilmd, gefotografeerd en mensen geïnterviewd. Dat gaf natuurlijk veel stof om over na te denken en om over te praten. Sommige dingen pik je eruit of komen steeds terug. Er ontstaat een discussie, een idee en wanneer we er een vorm voor bedenken kan er een werk uit ontstaan.

    Hoe ziet jullie gemiddelde werkweek er uit?
    Het verschilt nogal, we werken veel en regelmatig in ons atelier. En er is ook een onvermijdelijk gedeelte kantoorwerk dat niet perse in het atelier gedaan wordt.

    Kun je voor ons jullie atelier omschrijven?
    Ons atelier is in Rotterdam. Het ligt aan een druk verkeersplein, naast de ingang van een metrostation, onder een flat en middenin het centrum. Een plek waar je steeds de invloeden van de stad ervaart. Met een dakraam een grote glaspartij aan de achterkant hebben we goed licht, wat belangrijk is. Het atelier heeft een hoog plafond, zodat we met onze beelden ook echt de lucht in kunnen, bijvoorbeeld de heipaal sculpturen die we voor Nieuw Dakota hebben gemaakt.

    J&B, Juventus, 2016, pencil, ink and acrylic on paper, 45 x 40,5 cm

    Hoe werkt dat nu in de praktijk zo’n samenwerking als kunstenaars?
    Als persoon verschillen we nogal en daarom vullen we elkaar binnen de samenwerking goed aan. Er moet wel een bepaalde basis zijn waar je samen naar streeft en een zekere eensgezindheid over wanneer een werk af is. Het bijzondere van het werken als duo is dat je aan de ene kant samen meer ideeën hebt, en aan de andere kant je scherper in je selectie moet zijn; beiden moeten namelijk overtuigd zijn.

    Installation View, Nieuw Dakota, Amsterdam, foto Gert Jan van Rooij

    Met welk materiaal werken jullie graag?
    De materialen die we gebruiken verwijzen ook naar de straat. Zoals de serie tekeningen op pizzadozen. Het gebeurt wel eens dat mensen aan het werk voorbijgaan en denken dat er een pizzadoos in de tentoonstelling ligt, in werkelijkheid is het een zorgvuldig gevouwen tekening die lijkt op een pizzadoos.

    Vuilniszakken gebruiken we op een schilderachtige manier. Ze zijn zeer verschillend in kleur maar soms ook transparant of juist niet. Hierdoor moeten we ze over de hele wereld vandaan halen. We willen dat het werk een terloops karakter uitstraalt, alsof er zomaar wat vuilniszakken aan de muur hangen. In werkelijkheid is er goed over de compositie de kleur en de vorm nagedacht, vaak met kunsthistorische verwijzingen.

    J&B, Tedeschi, 2016, pencil ink and acrylic on paper, 41 x 35 cm

    Waar streven jullie naar in jullie werk?
    De gevonden meningen zetten we stevig neer. Vaak denken mensen dat het om ons standpunt gaat. We laten meer dan een mening zien. Meningen die met elkaar botsen en dat zorgt voor verwarring. De kijker wordt zo weer teruggeworpen op zichzelf. Het materiaal, de compositie en de uitvoering van een werk zijn belangrijk, we merken dat niet iedereen er aan toekomt om hier aandacht aan te geven.

    Speciaal voor de tentoonstelling maakte J&B in samenwerking met We Like Art een bijzondere multiple in een oplage van 15 voor 350 euro.  

    Het is een mooie knipoog naar de klassieke smoezelige pizzadoos die na gebruik bij het vuilnis beland. Het werk oogt in eerste instantie als een overblijfsel van een fastfoodmaal, maar als je beter kijkt zie je dat het een stuk zorgvuldig gesneden en uit gestanst dik papier is dat zich voordoet als bewerkte pizzadoos. Met aquarel en tekenpen is een moderne – heerlijk schmutzige – vanitas gemaakt, geprint in de beste techniek die beschikbaar is. Superfraai ingelijst in een perspex box.

    De tentoonstelling Staat van de Straat is bij Nieuw Dakota te zien t/m 24 juni 2018.